Het Nederlandse smallcap-landschap is klein, het lijstje statisch. Toch verandert er nu veel onder de motorkap. Selecteert een bedrijf op de juiste trends of is de eindmarkt een smeltende ijsberg? Portefeuillebeheerders van het Kempen Orange Fund proberen die vraag te beantwoorden. En actueler: wie is in staat de prijzen te verhogen, talent aan zich te binden en risico’s in de aanvoerketen het hoofd te bieden?
Nederlandse smallcaps hebben het over vijf en tien jaar beter gedaan dan Europese smallcaps. Ook year to date winnen Nederlandse smallcaps het van Europese smallcaps, met een rendement van -8 procent tegenover -18 procent.
Nederland is een klein land, waardoor veel bedrijven snel internationaal de boer op gaan, verklaren senior portefefeuillebeheerders Michiel van Dijk (rechts op de foto) en Sander van Oort (links op de foto) van het Kempen Orange Fund. ‘Ze hebben exposure naar Azië of Amerika, veel Nederlandse smallcaps zijn daarmee afhankelijk van de ontwikkeling van de wereldeconomie.’
Nederlandse bedrijven zijn bovendien goed in het tijdig aanpassen van het business model naar de veranderende marktontwikkelingen, zegt Van Oort. ‘Hoog over lijkt beleggen in Nederlandse smallcaps statisch en stabiel, maar onderliggend is er bij veel bedrijven veel veranderd. Kijk naar Signify, dat allang niet meer de gloeilampenfabriek is van tien jaar geleden. En leg het nieuwste jaarverslag van Nedap eens langs dat van tien jaar geleden: dat bedrijf is volledig veranderd van een onderneming met een groot productie apparaat naar een onderneming die zich concentreert op het ontwikkelen van innovatieve oplossingen die door derden geproduceerd worden.
Nedap, maar ook Sligro, zijn bedrijven die al sinds de vorige eeuw onderdeel uitmaken van de portfeuille van het Kempen Orange Fund. De grootste posities zijn momenteel ASR Nederland, Signify en SBM Offshore, allemaal met een belang van rond de 8 procent, mede dankzij hun beursprestaties dit jaar.
Overigens zijn het twee andere Nederlandse smallcaps die dit jaar het allerbeste presteren. Kunstmestproducent OCI koerst year to date bijna 80 procent hoger, voornamelijk doordat veel concurrenten zich in Rusland bevinden. Bodemonderzoeker Fugro staat nog iets hoger in de plus, dankzij de grote vraag vanuit de olie- en gasindustrie en uit hernieuwbare energiehoek als gevolg van de fors gestegen olieprijs.
Inflatie
Bepalend in die beursprestaties, zijn de - verwachte - impact van inflatie en de op handen zijnde recessie. Van Dijk: ‘Enerzijds moeten we achter de bedrijven aan die daar nu van profiteren. Waar ik mee bezig ben, is uitzoeken hoe contracten in elkaar zitten, hoe het zit met pricing power: wie is in staat om prijzen te verhogen, talent aan zich te binden? Anderzijds bedenken we welke bedrijven geraakt worden door inflatie of een toekomstige recessie. In Engeland zijn de energieprijzen met 80 procent gestegen. Een paar bedrijven kunnen daarvan profiteren,terwijl andere hiervan veel last zullen ondervinden.’
Vorige week nog, sprak hij met het bestuur van een bedrijf waarvan het energiecontract aan het eind van dit jaar afloopt: wat is de impact daarvan? ‘En de hoge inflatie is nog lang niet voorbij: een aantal bedrijven loopt nog achter met het absorberen en doorberekenen gezien de margedruk. Wat dat betekent voor de winstgevendheid, daar hebben we nu veel gesprekken over.’
Een bedrijf dat kan profiteren van de huidige macro-economische omgeving, is Basic-Fit, de meest recente toevoeging aan de portefeuille van het Kempen Orange Fund. Van Oort: ‘Een onderneming met een enorme expansiedrift. Eerder was de vrije kasstroom onvoldoende om die expansie te financieren, maar nu zijn we dicht op het inflectiepunt dat dat wel degelijk zo is. Het risicoprofiel is daarmee flink verbeterd.’ Van Dijk: ‘Met de huidige prijsdruk zullen mensen het nog aantrekkelijker vinden om voor 20 euro per maand te sporten in plaats van voor 50 á 60 euro.’
Reshoring
Intussen versterkt de trend van reshoring, merkt Van Dijk op. ‘Met alle huidige geopolitieke spanningen, zie je dat bedrijven hun afhankelijkheid van China willen verminderen. Ze bouwen supply-chains op in bijvoorbeeld Vietnam en Maleisië. Apple verplaatst productie capaciteit naar India; dat horen we ook bij smallcaps. Ze willen hun aanvoerketens diversiviëren, en die trend is de afgelopen maanden echt wel versneld.’
Van Oort: ‘Dat komt ook voort uit het feit dat wereldwijde issues langer een negatief effect hebben op de markten dan oorspronkelijk verwacht. Kijk naar de chip-tekorten, een onderwerp dat inmiddels al twee jaar veel sectoren domineert. Eerst rekenden bedrijven er nog op dat tegen het einde van dit jaar vraag en aanbod zouden normaliseren, nu gaat bijvoorbeeld Alfen ervanuit dat tekorten tot in 2023 aanhouden. Om maar aan te geven: veel uitdagingen laten zich tegenwoordig minder makkelijk oplossen. Als het misgaat, gaat het ook goed mis.’
Veel schakels in de keten zijn de afgelopen jaren onzekerder geworden, vervolgt hij. ‘Je wil geen discussie met je klant krijgen over leverings- of kwaliteitsproblemen; je wil juist betrouwbaar kunnen zijn. In het verleden was één aspect cruciaal bij onderhandelingen met leveranciers: de laagste prijs. Nu zeggen afnemers: ja, fijn die prijs, maar kun je leveren? Dat is een heel andere discussie. Dat reflecteert zich in werkkapitaalposities. In verleden was alles ‘lean and mean’, terwijl nu juist een goed werkkapitaal iets zegt over de toekomstige groei-mogelijkheden van de onderneming. Intussen verdwijnen schakels in de keten en gaat een afnemer over de rug van zijn leverancier met een producent in gesprek om zeker te zijn van voorraad. Niks wordt meer aan het toeval overgelaten.’
Van Dijk: ‘Dat maakt het ook wel weer leuk. In veertien jaar tijd heb ik steeds weer een nieuwe situatie gezien, en dat is ook het meest boeiende van het vak. Een status quo, is er altijd maar heel kort.’
Het Kempen Orange Fund is opgericht in 1990 en belegt in 20 tot 25 namen van de ongeveer 60 beursgenoteerde small- en midcaps uit (voornamelijk) Nederland en uit België. Het heeft vier sterren en een Gold-rating van Morningstar. Het ruim 150 miljoen euro grote fonds staat year to date op een rendement van -10 procent. Over vijf jaar heeft het een geannualiseerd rendement van 8,5 procent na kosten behaald.