Fondsmanager Willem Burgers van Add Value verwacht dat Nederlandse smallcaps hun discount ten opzichte van buitenlandse sectorgenoten de komende jaren in zullen lopen.
Dit zegt Burgers (foto, links) in een interview met Fondsnieuws.
Pieken en dalen
Smallcapbeleggen gaat met pieken en dalen, weet Burgers als geen ander. In 1978 begon hij zijn carrière als fondsmanager bij Robeco en zette die voort bij partijen als Van Meer James Capel en Kempen Capital Management. Add Value Fund, dat hij in 2007 oprichtte en samen met Hilco Wiersma (op de foto rechts tijdens uitreiking Morningstar Awards) beheert, opereert sinds vorig jaar onder de paraplu van Optimix.
Liquiditeit speelt enerzijds een voorname rol. Burgers wijst op de beperkte free float van bijvoorbeeld raambekleder Hunter Douglas. ‘In 2007 steeg het aandeel nog 15 procent. Daarna is het gehalveerd. Vanaf 2009 zette herstel in.’
Anderzijds, is de groeipotentie van smallcaps vaak hoger dan van largecaps. De fondsmanager schetst dit aan de hand van een S-curve die de beurswaarde van ondernemingen in de loop der tijd doormaakt. Zo zit maker van elektromagneten Kendrion dichtbij early stage, met ruime groeipotentie. Industrieel toeleverancier Aalberts Industies komt daarentegen al in de buurt van final stage, ofwel de overgang naar largecap met geringer groeiperspectief.
AddValue is belegd in wat Burgers ‘Nederlandse mini-multinationals’ noemt. Als beleggeringsuniversum ziet hij circa 60 Nederlandse bedrijven een beurswaarde tussen 20 miljoen en 7,5 miljard euro marktkapitalisatie. Deze hoeven niet per se aan de Amsterdamse beurs genoteerd te zijn. Vastgoed is echter uitgesloten.
‘Closing the gap’
Gezien het internationale karakter van de Nederlandse mid- en smallcap-fondsen valt op dat hun koerswinstverhoudingen lager zijn dan die van buitenlandse evenknieën, aldus Burgers. Hij toont een grafiek met koerswinstverhoudingen van de Nederlandse AMX-index, Amerikaanse Russel 2000 en Duitse Dax-Midcap.
‘Met de Verenigde Staten is het lastig vergelijken’, wijst Burgers op het grote aantal bedrijven in sectoren als biotech die helemaal geen winst maken. ‘Maar ten opzichte van Duitsland verwacht ik dat we de “gap” de komende jaren gaan “closen”.’
De discount voor Nederlandse small- en midcap-bedrijven loopt op tot wel 50 procent, aldus de fondsmanager. En ook als de totale waarde van bedrijven (enterprise value) afgezet tegen de operationele winst (ebitda) wordt vergeleken met buitenlandse ‘peers’ is volgens hem sprake van onderwaardering.
Burgers ziet verschillende redenen voor het inlopen van de achterstand. Ook buitenlandse beleggers is opgevallen dat hier koopjes te vinden zijn, getuige een groeiend aantal WMZ-meldingen van belangen en deelnemingen. Daarnaast neemt de fusie- en overnameactiviteit toe. Verder versnelt de groei van de Nederlandse economie. En tenslotte, sterkt de dollar aan, wat gunstig is voor de Nederlandse export.
Slagroom op de taart
‘Een overname van een bedrijf in portefeuille is de slagroom op de taart’, zegt de manager. Vorig jaar werd voor softwarebedrijf Unit4 nog een overnamepremie betaald van 32 procent.
Het fondsvermogen van Add Value is nu ongeveer 70 miljoen euro. Volgens data van Morningstar bedroeg het jaarlijks rendement over de afgelopen 5 jaar gemiddeld 21 procent. ‘Het doel is tenminste 10 procent total return gemiddeld per jaar’, voegt Burgers eraan toe.