De aankomende verkiezingen in Nederland zijn een graadmeter voor verkiezingen die later dit jaar volgen in de eurozone. Maar zorgen over een ‘Nexit’ moeten niet overdreven worden, stellen economen van UBS.
In een Macro keys research note focussen de economen van de Zwitserse bank in op de Nederlandse parlementsverkiezingen van 15 maart.
Wilders geen premier
Ze wijzen erop dat de huidige coalitie van VVD en PvdA hoogstwaarschijnlijk zijn meerderheid zal verliezen en tevens op de opkomst van de eurosceptische PVV. Echter, regeringsdeelname van de PVV is zeer onwaarschijnlijk.
De PVV voert dan wel de peilingen aan, zelfs een coalitie van alle niet-gevestigde partijen bij elkaar komt hierin niet aan een meerderheid. Waarmee de kansen voor PVV-leider Geert Wilders om premier te worden verkeken lijken.
Het uitsluiten van de PVV als coalitiepartner door andere partijen, duidt volgens de UBS-economen op een grote kans op een coalitie van de gevestigde orde. Het zou wel beteken dat een coalitie van vijf of meer partijen gevormd moet worden, iets dat sinds de jaren ‘70 niet meer is voorgekomen.
Hordes Nexit-referendum
Een andere zorg voor de markten zou een referendum zijn over EU-lidmaatschap. De hordes die voor een dergelijk Nexit-referendum genomen moeten worden zijn echter legio. En zelfs als het ervan zou komen, zegt 52 procent van de Nederlanders in de EU te willen blijven, tegen 40 procent voor een Nexit en 8 procent geen mening.
De UBS-economen schatten de kans op een regering geleid door de PVV op 0 tot 5 procent en de kans op deelname van de PVV in een coalitie - bijvoorbeeld met de VVD en het CDA - 10 procent. Dat betekent een kans van rond de 90 procent voor een coalitie zonder de PVV.
Het sentiment ten aanzien van de EU is positiever dan in Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk, maar minder positief dan in bijvoorbeeld Duitsland en Spanje, voegen de economen hieraan toe.