Anneleen Michiels
Anneleen Michiels2.jpg

Tegenstrijdige belangen maken beleggingen in familiebedrijven risicovoller dan soms wordt verondersteld door beleggers. Daarbij zijn het dikwijls “lone founder firms” die de echte outperformance halen. 

Dat zegt hoofddocent finance en familiebedrijven Anneleen Michiels van de Universiteit van Hasselt in gesprek met Investment Officer. Michels, die ook financiële markten doceert, spreekt hiermee beleggers tegen die uitgaan van de gedachte dat familiebedrijven op de lange termijn beter presteren dan bedrijven die níet gerund worden door families.

‘Het klassieke argument dat ze meer op de lange termijn denken klopt wel, stelt ze, ‘maar dat kun je ook bij niet-familiale bedrijven terugvinden’. ‘Er zijn heel wat fondsen ontstaan die hierop inzetten en claimen dat ze beter presteren, maar er is een heel academisch debat aan de gang de laatste dertig tot veertig jaar. Als je de literatuur uit de jaren ‘80 en ‘90 gaat opzoeken, dan vindt men daar dat familiebedrijven zelfs minder goed presteren.’ 

Eén charismatische leider

Beleggers in familiebedrijven leunen zwaar op een in 2003 verschenen studie van  Anderson & Reed, die stelt dat op basis van een sample van grote beursgenoteerde Amerikaanse bedrijven, familiale ondernemingen wel degelijk outperformen, vooral de eerste generatie. 

‘Een paar jaar later hebben Miller en collega’s in 2007 dat onderzoek genuanceerd’, reageert Michiels. ‘Ze zijn dieper gaan graven en kwamen tot de conclusie dat dit lag aan de definitie voor ‘familiebedrijf’ die gebruikt werd. De verschillen tussen familiebedrijven onderling zijn immers even groot – of zelfs groter – dan de verschillen tussen familie- en niet-familiebedrijven.’

De studies die tot de conclusie kwamen dat familiebedrijven beter presteren, kwamen bovendien terecht bij bedrijven die door één charismatische leider werden opgericht, maar die niet per se andere familieleden aan boord hebben, zoals Tesla en Microsoft. Michiels: ‘Ze hebben die studie nog eens overgedaan en daaruit bleek dat dit effect volledig weg was. Het effect van de outperformance was dus grotendeels te danken aan de zogenoemde “lone founder firms”. Vervolgstudies die hier wel rekening mee hielden, vonden geen significante effecten.’

Familiale conflicten

Het onderzoek van Crédit Suisse dat aantoont dat familiebedrijven op de beurs een bijkomend rendement van 3,6 procent op jaarbasis opleveren,  nuanceert Michiels door te stellen dat familiebedrijven naast de traditionele twee systemen van eigendom (de eigenlijke eigendom en het management) nog een derde dimensie hebben: de familiale dimensie. ‘Dat kan je in drie cirkels weergeven. Die drie dimensies overlappen elkaar en daardoor wordt het governanceverhaal van familiebedrijven complex en uniek.’

‘In de traditionele agency-theorie heb je een klassieke tegenstelling tot agent en principal. Bij familiebedrijven is die tegenstelling veel minder aanwezig. Maar toch blijkt dat er andere problemen en tegenstrijdige belangen zijn bij familiebedrijven: altruïsme, nepotisme, familiale conflicten. Kijk maar naar wat er in die HBO-sessie Succession gebeurt. Dat zijn levensechte voorbeelden.’

Dit artikel is eerder verschenen op investmentofficer.be 

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No