Het plan om een Brits National Wealth Fund op te richten, wekt de interesse van asset owners. Dat zegt de directeur-generaal van het World Pensions Council, het instituut dat wereldwijd grote vermogensbezitters en pensioenbeleggers verenigt. Hij stelt dat landen zoals Nederland het voorbeeld van Groot-Brittannië kunnen volgen.
Rachel Reeves, de nieuwe minister van Financiën van het Verenigd Koninkrijk (foto), maakte vorige week het plan bekend om de financiering van de Britse economie door de private sector te stimuleren. Dit initiatief, het National Wealth Fund, is een strategie van meerdere miljarden ponden die is ontworpen om groene investeringen, de ontwikkeling van infrastructuur en op technologie gericht durfkapitaal in Groot-Brittannië te ondersteunen.
Ankerinvesteerder
Het plan is goed ontvangen door de World Pensions Council, die wereldwijd grote vermogensbezitters en pensioenbeleggers verenigt.
‘Het Britse National Wealth Fund zal fungeren als een ankerinvesteerder’, zo zei Nicolas Firzli, directeur-generaal van de World Pensions Council, tegen Investment Officer. ‘Het fonds zal een vermenigvuldigingseffect creëren voor investeringen in Britse durfkapitaalfondsen en startende technologiebedrijven, en co-investeerders aantrekken uit de staatsinvesteringsfondsen van Singapore, Australië, Canada en de Arabische Golf. Andere Europese landen, zoals Nederland, Luxemburg en Ierland, kunnen dit voorbeeld volgen.’
Nederlandse pensioenfondsen zijn zonder meer geïnteresseerd in infrastructurele beleggingen, zo blijkt uit data van DNB. De afgelopen vijf jaar verdubbelden die beleggingen bijna, van 28,8 miljard euro in 2020 tot iets meer dan 50 miljard euro het eerste kwartaal van dit jaar. Samen optrekken met de Nederlandse overheid is echter eerder uitzondering dan regel. Veelal stelt de Nederlandse overheid dat (cruciale) infrastructuur in overheidshanden moet blijven. Pensioenfondsen zijn dan wel vertrouwde partners, maar in het kader van het gelijke speelveld wordt het niet opportuun geacht binnenlandse beleggers te bevoordelen ten opzichte van buitenlandse beleggers.
Inspiratie uit de VS
Het Britse fonds haalt inspiratie uit de Inflation Reduction Act (IRA) in de VS, die in 2022 werd geïntroduceerd door president Joe Biden. De IRA heeft bijna 900 miljard dollar toegewezen aan infrastructuur-, klimaat- en energieprojecten, helpt de Amerikaanse economie groeien en moedigt Europese bedrijven aan om te investeren in de VS.
Volgens Firzli sprak daaruit een nieuwe economische en financiële benadering, ‘maar de Tories in het VK en de EU-conservatieven hebben zich niet gerealiseerd dat Amerika vanuit het neo-liberalisme die overstap heeft gemaakt.’
‘Modern supply-side economics’
De benadering wordt ‘modern supply-side economics’ genoemd’, voortbouwend op de lessen van de afgelopen decennia en toegepast in de huidige mondiale context van deglobalisering.
In de jaren tachtig voerde de Amerikaanse president Ronald Reagan belastingverlagingen en een vrijemarktbeleid in, bekend als Reaganomics. Zijn traditionele aanbodgerichte aanpak bevorderde de economische groei, maar leidde ook tot discussies over inkomensongelijkheid en federale tekorten. Vandaag de dag wordt de wereldeconomie geconfronteerd met andere uitdagingen zoals deglobalisering, hoge inflatie, politieke spanningen en de dringende behoefte aan infrastructuur- en energieprojecten.
De doctrine van de ‘moderne’ aanbodzijde-economie heeft de laatste tijd sterk aan populariteit gewonnen. Het Institute for Public Policy Research (IPPR) in Londen publiceerde hier in januari een paper over en de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen (foto) is een fan van deze benadering. IPPR-econoom Joseph Evans schrijft veel van de huidige economische problemen toe aan een overmatig vertrouwen in vrijemarktmechanismen.
‘Centrale planning is niet duurzaam’
‘We hebben door ervaring geleerd dat centrale planning door de overheid geen duurzame economische strategie is,’ zei Yellen vorige maand in een toespraak voor de Economic Club of New York. ‘Maar dat geldt ook voor de traditionele aanbodzijde-economie, die voorbijgaat aan het belang van openbare infrastructuur, onderwijs en opleiding van werknemers en door de overheid gesteund fundamenteel onderzoek.’
‘Het is voor president Biden en mij duidelijk dat onze economische strategie niet alleen door de publieke of private sector kan worden gestuurd’, aldus Yellen. De doctrine van de ‘moderne aanbodzijde economie’ vereist overheidsinterventies ‘om een ondersteunende omgeving voor bedrijven te creëren en investeringen in de particuliere sector aan te wakkeren’, zei ze.
Voor pensioenfondsen en andere institutionele investeerders, zowel binnen als buiten het VK, is het National Wealth Fund bedoeld om kapitaaltoezeggingen op lange termijn voor infrastructuurprojecten te vergemakkelijken.
‘Het National Wealth Fund zal samenwerken met de pensioenfondsen die internationaal investeren’, aldus Firzli. Hij benadrukte dat pensioenfondsen uit Nederland, Ierland en Zwitserland, landen met een aanzienlijk nationaal pensioenvermogen in verhouding tot hun bbp, een ‘onaangeboord concurrentievoordeel’ hebben.
Financiering en potentieel
Om het National Wealth Fund op te starten, kondigde de nieuwe Britse regering vorige week een extra 7,3 miljard pond (8,7 miljard euro) aan om privé-investeringen te mobiliseren, bovenop de bestaande toezeggingen voor infrastructuurfinanciering van in totaal 12 miljard.
Britse pensioenfondsen bezitten gezamenlijk ongeveer 3.200 miljard dollar aan activa in 2023, waarmee ze de op twee na grootste pensioeninvesteerders ter wereld zijn, na Japan (3.400 miljard) en de VS (35.600 miljard). Canada (3.100 miljard) en Australië (2.400 miljard) maken de top vijf compleet. De Nederlandse pensioensector beheerde begin 2024 1.588 miljard euro aan vermogen, aldus DNB-gegevens.
Gerelateerde artikelen op Investment Officer:
- Infrastructuurinvesteringen op een keerpunt
- Top 5 infrastructuur-aandelen: winnende etf ruimschoots voorop
- Autonome EU kan nieuw kader scheppen voor beleggers