
Europese banken zijn ondanks de verzwaarde reglementering na de financiële crisis van 2008 en de schuldencrisis van 2009, nog steeds te vatbaar voor onverwacht onheil. Oorzaken zijn de gaten in de Europese regelgeving en de opkomst van het populisme.
Dat zegt Head of Financial Credit Research van Aberdeen Standard Investments Andrew Fraser in een opiniestuk.
Lichtend voorbeeld België
België doet het volgens de analist naar verhouding goed, omdat het in 2014 als eerste land in Europa een risicoweging op staatsobligaties toepaste. Dit leidde bij KBC, de grootste bank van ons land, tot een toename van de naar risico gewogen activa met 4,4 miljard euro.
Die hogere kapitaalvereisten, verkleinen de kans dat banken via hun blootstelling aan staatsschuld mee de put in worden getrokken als een land in de problemen komt, zoals dat tijdens de laatste eurocrisis eind 2009 gebeurde.
België mag binnen Europa dan als lichtend voorbeeld dienen, in de rest van de EU heerst volgens de analist ‘vastgeroeste onenigheid’ over hoe risico’s over de verschillende landen moeten worden verdeeld.
Hierdoor blijft de noodzakelijke wetgeving uit waardoor de Europese bankenunie niet over de juiste middelen beschikt om de gevaarlijke schuldenconnectie tussen staten en hun banken te doorbreken. Die loskoppeling is volgens de analist noodzakelijk om adequaat te kunnen reageren op toekomstige schuldproblemen.
Onvolledige wetgeving
Hij noemt de recente crisis in Italië als bewijs dat die gevaarlijke schuldenconnectie - ook wel de “doom loop” genoemd - in Europa nog steeds bestaat. Italiaanse banken bezitten maar liefst veertig procent van de staatsleningen. De financieringskosten van banken en overheid hangen daardoor in een tandem aan elkaar vast, dat bleek eens te meer toen de bezorgdheid over de plannen van de populistische politici piekte.
Fraser vindt de strengere regelgeving die Europa na de crisis optuigde, onvolledig. Volgens hem zijn er twee oplossingen om de “doom loop” te doorbreken: men kan de kapitaalvereisten tegenover de hoeveelheid staatspapier in de portefeuille van binnenlandse banken verhogen. Of er zouden volgens de analist strengere blootstellingslimieten moeten worden opgelegd.
Die maatregelen zullen Europese banken ertoe dwingen om de absolute omvang van hun staatsobligaties te heroverwegen en hun staatsobligatieportfolio beter te diversifiëren.
Gevaarlijke cocktail
Dit klinkt op het eerste gezicht als iets positiefs, maar banken die massaal hun staatsschuld in de uitverkoop gooien, riskeren instabiliteit op de obligatiemarkten te creëren, vindt Fraser. Zeker nu de belangrijkste opkoper, de ECB, uit de markt stapt.
Het beschermen van de bankbalansen in tijden van economische crises is volgens de analist dan ook makkelijker gezegd dat gedaan. Volgens hem is de “doom loop” zo schadelijk omdat banken in voorspoedige tijden hun blootstelling aan soeverein risico onderschatten, terwijl ze in slechte tijden de paniek laten regeren.
Om de kortetermijnrisico’s van nieuwe kapitaalvereisten te verzachten, moet er volgens de analist een overgangsperiode komen die lang genoeg is en goed wordt afgestemd op EU-niveau.
Het gebrek aan een gezamenlijke regelgeving en de opmars van het populisme kunnen de “doom loop” snel zichtbaar maken. Ze zijn volgens de auteur een gevaarlijke cocktail die er wel eens voor kan zorgen dat het volgende Lehmanscenario in Europa wordt geschreven.