België geeft particuliere beleggers niet nogmaals een belastingkorting op een kortlopende staatslening. De nieuwe “staatsbons” met looptijden van 1 en 3 jaar worden “gewoon” met een roerende voorheffing van 30 procent belast, zo heeft de Belgische regering woensdag besloten.
Belgische consumenten kunnen vanaf vandaag tot volgende week vrijdag inschrijven op deze federale-overheidsleningen. Daarbij krijgen ze dus niet nogmaals een korting op de belastingheffing, zoals bij de uitgifte van de 1-jarige staatsbon in september 2023 gebeurde. Toen werd de voorheffing verlaagd tot 15 procent, met name om banken ertoe aan te zetten hun spaarrentes te verhogen. Want die bleven midden 2023 laag, ondanks dat de rentes op geld- en kapitaalmarkten flink opliepen.
De Belgische minister van Financiën Vincent Van Peteghem zei dinsdag op een conferentie van toezichthouder FSMA dat die doelstelling vorig jaar ook bereikt is. ‘We hebben banken weten te triggeren hun tarieven te verhogen.’ Tegelijkertijd gaf hij aan ook nu weer voorstander te zijn van een verlaging van de voorheffing. De Open VLD-ministers in het kabinet, inclusief premier Alexander De Croo, waren daar echter op tegen en hun stem heeft de doorslag gegeven.
“Geld niet nodig”
Van de bruto coupon van 3,0 procent voor de 1-jarige staatsbon - aan te kopen vanaf 100 euro - blijft daarom voor de belegger 2,1 procent over. Naar verwachting zal dat de opbrengst van de lening behoorlijk drukken, want de bankrentes bewegen zich inmiddels ook rond dat niveau. Overigens is de opbrengst gemaximeerd op 6 miljard euro, maar volgens marktkenners zal dat bedrag bij lange na niet worden gehaald. Voor de federale overheid levert dat overigens geen problemen op, zo zei directeur Jean Deboutte van Federaal Agentschap van de Schuld tegenover Investment Officer. Met de 1-jarige staatsbon van september 2023 werd een spectaculaire 21,9 miljard euro opgehaald, maar dat bedrag is tot nu toe “grotendeels in kas aangehouden”, aldus Deboutte, en dat zal waarschijnlijk ook zo blijven tot het in september weer moet worden afgelost: ‘We hadden het geld niet nodig.’
Op die 21,9 miljard euro - met een coupon van 3,3 procent - wordt dus wel 15 procent korting op de roerende voorheffing gegeven, wat wil zeggen dat de federale overheid in totaal op deze lening 110 miljoen euro aan belastinginkomsten derft. Aan de andere kant, zo geeft Deboutte aan, was de opbrengst van de lening bij lange na niet zo groot geweest als die korting er niet was geweest.
Geen Nederlandse retail bond
De kans bestaat daarom ook dat de nieuwe staatsbon heel weinig opbrengt. Dat is eerder gebeurd: met de staatsbons die tussen 2014 en 2019 werden uitgegeven werd maximaal enkele tientallen miljoenen euro’s per jaar opgehaald. Dat waren weliswaar voornamelijk 10-jarige leningen, maar de animo onder particuliere beleggers voor deze leningen is traditioneel bezien juist níet groot.
Het is dus ook maar de vraag of deze nieuwe uitgifte gevolgen zal hebben voor de uitgifte van de reguliere Belgische staatsobligaties. Een hoge opbrengst kan leiden tot aanpassingen in die uitgifte, wat dan weer een prijseffect kan hebben op de hele obligatiemarkt.
In Nederland heeft het Agentschap van de Generale Thesaurie vorig jaar al aangegeven geen plannen te hebben om dit type “retail bond” te gaan uitgeven. Ook Nederland heeft dit type funding niet echt nodig - andere financieringsbronnen volstaan - en bovendien zou daarvoor een nieuw verkoopkanaal voor moeten worden opgezet. België heeft voor de staatsbons een bestaande distributiestructuur waarin de meeste grote banken participeren.