Aandelen uit de opkomende landen bevinden zich nog steeds in een gunstige situatie, op voorwaarde dat de voorkeur uitgaat naar sectoren die blootgesteld zijn aan binnenlandse consumptie. Landen die sterk blootgesteld zijn aan grondstoffen, zijn te vermijden.
‘De economische omstandigheden blijven gunstig voor emerging markets. Telkens wanneer de Amerikaanse rentevoeten in het verleden werden verhoogd, zijn de indices erin geslaagd om positieve prestaties neer te zetten’, zegt Naomi Waistell, co-beheerder van het fonds BNY Mellon Global Emerging Markets, in gesprek met Investment Officer.
‘Ik maak me dus niet al te veel zorgen over de huidige cyclus, zeker wanneer de renteverhogingen geleidelijk gebeuren.’ Het fonds dat zij beheert, heeft uitgesproken convicties op het vlak van sectoren en geografische regio’s. De samenstelling ervan wijkt dus behoorlijk af van de voornaamste referentie-indices.
Binnenlandse blootstelling
De voorkeur gaat vooral uit naar binnenlandse waarden, en met name degene die blootgesteld zijn aan consumptie, technologie en gezondheidszorg. ‘Medische dekking blijft een erg belangrijke behoefte. Zo zijn er bijvoorbeeld tot 100 miljoen potentiële diabetespatiënten in China. De lonen zijn de afgelopen jaren bijzonder sterk gestegen, en al deze segmenten zijn dus erg aantrekkelijke beleggingskansen. Onze blootstelling aan exporteurs vertegenwoordigt slechts 15 procent van de activa onder beheer. Onze portefeuille is dus vrij goed geïsoleerd van de grote protectionistische effecten die uit de Verenigde Staten komen.’
Hoewel de portefeuille een blootstelling van 9 procent aan de natuurlijke hulpbronnen heeft, gaat het hier vooral over een blootstelling aan lithiummijnaandelen. Met andere woorden, het is eerder een indirecte blootstelling aan de sector van de batterijen voor elektrische wagens. Het fonds zal dus vrij weinig blootgesteld zijn aan landen zoals Rusland of Brazilië. De portefeuille is tevens sterk onderwogen in financiële groepen, en die positie heeft dan nog vrij weinig te maken met de traditionele bankgroepen.
‘Zo zijn we bijvoorbeeld voorstanders van Indische bedrijven die actief zijn in hypothecaire kredieten. De hervormingen van de regering-Modi zijn gericht op het stimuleren van financiële inclusie. Het aantal mensen met een bankrekening is de afgelopen jaren enorm toegenomen. In dat opzicht is India dus een van de belangrijkste overwogen posities in onze portefeuille, en dat al vele jaren. Het land is momenteel de beste optie om te beleggen in de emerging markets. De groeivooruitzichten zijn immers uitstekend, en de structurele hervormingen beginnen hun vruchten af te werpen. Tegelijkertijd is de bevolking bijzonder jong en nog weinig verstedelijkt.’
Hoewel de effectenselectie gebeurt op basis van fundamentele criteria, past de selectie eveneens een ESG-filter toe. Zo worden de bedrijven geselecteerd met het beste bestuursmodel. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het respecteren van minderheidsaandeelhouders. ‘Dat verklaart ook waarom we in de emerging markets weinig posities aanhouden in overheidsbedrijven’, besluit Naomi Waistell.