Europa was in de zeventiende eeuw een onophoudelijk strijdtoneel van oorlog, met uitzondering van slechts twee jaren. De belangrijkste oorzaak? Klimaatverandering.
Dat stelt de Britse historicus Geoffrey Parker in zijn meesterlijk gedocumenteerde boek ‘Global Crisis: War, Climate Change and Catastrophe’. Tussen 1610 en 1680 werd de wereld volgens hem geteisterd door een ‘kleine ijstijd’, die gepaard ging met ziektes, dood en ontvolking, die op hun beurt voor sociale, politieke en economische onrust en oorlogen zorgden.
Nu, ruim 200 jaar later, is er andermaal overweldigend bewijs dat er sprake is van een klimaat- verandering. Dit keer is er geen sprake van temperatuurdaling, maar van een opwarming van de aarde. De natuurverschijnselen zijn echter grotendeels dezelfde: hevige stormen, overstromingen, droogtes met watertekorten en mislukte oogsten.
De verwoestende burgeroorlog in Syrië wordt door wetenschappers van de universiteit van Californië verklaard uit de droogte die tussen 2006 en 2010 in het noorden van het land woedde en tot sociale onrust, honger en vlucht van massa’s mensen heeft geleid. Het onderzoek van de wetenschappers, gepubliceerd in het tijdschrift ‘Proceedings of the National Academy of Sciences’ is omstreden: critici betwijfelen of de geprojecteerde samenhang tussen droogte en mislukte oogsten en de opstand tegen het bewind van president Assad juist is.
Toch wordt - meer in algemene zin - het fenomeen van klimaatverandering door professionele beleggers steeds meer als risicofactor gezien, bevestigt Bruno Bertocci, hoofd van het duurzaambeleggenteam van UBS Asset Management.
Zo kwam vorig jaar de discussie onder institutionele beleggers op over zogenoemde ‘stranded assets’. Dat zijn bezittingen die een onderneming op de balans heeft staan, maar waarvan het risico bestaat dat deze in waarde dalen. Onder meer oliebedrijven hebben hiermee te maken. Zij hebben vergunningen om (in de toekomst) bepaalde olievelden te exploiteren, maar dat recht staat toenemend op gespannen voet met de politieke agenda.
Regeringsleiders hebben zich namelijk gecommitteerd aan een vermindering van de mondiale CO2-uitstoot om daarmee de temperatuurstijging tot plus 2 graden te beperken. Deze zogenoemde ‘decarbonisation’-doelstelling heeft volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) vergaande gevolgen voor de grote olieconcerns in de wereld.
Volgens het IEA houdt dat namelijk in dat twee derde van de nu bekende voorraden aan fossiele brandstoffen tot 2050 ongebruikt blijft. Dat betekent dat de voorraden op de balansen van concerns als BP, Exxon en Shell afgewaardeerd zouden moeten worden. Zakenbank HSBC schat dat bij het meest ongunstige scenario zelfs 40 tot 60 procent van de marktwaarde van een aantal olie- en gasbedrijven ‘at risk’ is.
‘Europese institutionele beleggers zijn op dit punt agressiever dan Amerikaanse. Dat heeft met afwijkende wetgeving in de Verenigde Staten te maken. Maar los daarvan is er wereldwijd steeds meer momentum waarin na dergelijke issues wordt gekeken’, stelt Bertocci.
Zo werd Shell vorige maand op de aandeelhoudersvergadering onder meer door de Nederlandse pensioenbelegger APG gevraagd naar de gevolgen van klimaatveranderingen op zijn financiële resultaten. Het energieconcern heeft toegezegd vanaf volgend jaar over die gevolgen in het jaarverslag te gaan rapporteren, net als over zijn plannen tot vermindering van de CO2-uitstoot en zijn investeringen in duurzame energie.
Dit alles past in een bredere trend die gaande is. Zo kent Groot- Brittannië inmiddels het initiatief MoveYourMoney, dat particuliere klanten aanmoedigt hun rekening op te zeggen bij de banken Lloyds, Barclays, HSBC, RBS/NatWest en Santander, omdat zij voor 66 miljard pond kredieten hebben uitstaan bij energiebedrijven die olie en gas oppompen.
Particulieren worden door MoveYourMoney opgeroepen hun bank tot desinvesteringen te bewegen. Lukt dat niet, dan worden drie banken aangeraden die zich uitsluitend richten op alternatieve energie, waaronder Triodos Bank. Eric Holterhues, hoofd sociaal verantwoord beleggen bij Triodos, zegt daarover: ‘We zijn bezig ons te positioneren als de “ja”-bank. Het gaat er niet meer om te zeggen wat je níét kan, maar wat je met beleggen en financieren kan doen om goed te doen voor de samenleving.’
Triodos loopt in deze ontwikkeling voorop, maar is niet de enige. Ook andere banken zijn bezig met verduurzaming van hun beleggingsbeleid. De omgang met duurzame aspecten zegt vaak iets over de kwaliteit van het management en daarmee ook over de kwaliteit van het bedrijf, stelt Bertocci van UBS AM. Volgens hem neemt het bewijs toe dat het duurzaamheidsbeleid behalve aan een solide risicomanagement ook bijdraagt aan beter dan gemiddelde rendementen.
Dit artikel is eerder geplaatst in het Fondsnieuws-magazine van juni 2015.