De olieprijs is donderdag hard gestegen. Directe aanleiding is het nieuws dat Saoedi-Arabië luchtaanvallen heeft ingezet in Jemen waar opstandige sjiitische Houthi’s de macht van de soennitische president Abdurah Mansur Hadi omver proberen te blazen.
Saoedi-Arabië voert een coalitie aan van tien soennitische landen.
Brent olie steeg donderdag met 6 procent tot 59,71 dollar, waarna de olieprijs weer iets daalde tot 59,04 dollar vanochtend.
De stijging van de olieprijs heeft niets te maken met het feit dat de aanvoer van olie verstoord zou zijn, maar dat er in Jemen een sektarische oorlog dreigt, zoals ook het geval is in Syrië en Irak. Op de achtergrond van deze strijd speelt mee dat Iran en Saoedi-Arabië om de macht in de regio strijden.
Politieke waarnemers zijn bang dat het geëscaleerde conflict in Jemen tot meer geopolitieke spanningen in de regio zal leiden. Saoedi-Arabië is overwegend soennitisch, terwijl in Jemen sjiitische Houti’s de aanval hebben ingezet op de centrale machthebbers.
Er wordt beweerd dat zij wapens krijgen van Iran, dat ook sjiitisch is. Ook in Syrië en Irak wordt vooral langs die religieuze lijnen gevochten, waarbij Islamitische Staat in Irak de steun heeft van de soennitische minderheid. In Jemen is ook al-Qaeda actief, waartegen de Houti’s zich verzetten.
Jemen produceert relatief weinig olie. Het aanbod van olie is op dit moment ook geen probleem. Veel landen bieden extra olie op de wereldmarkt aan, om de gederfde inkomsten van de sterk gedaalde olieprijzen te compenseren.
De strijd in Jemen speelt zich behalve in de hoofdstad ook in Bab el-Mandeb af. Deze havenplaats is een kruispunt in de internationale scheepvaart.