De Ierse centrale bank en de Luxemburgse toezichthouder CSSF sporen de financiële sector aan om de processen rond het waarderen van beleggingsfondsen te verbeteren.
De Centrale Bank van Ierland heeft fondsbeheerders in Dublin tot het einde van het tweede kwartaal van volgend jaar de tijd gegeven om hun interne governance voor fondswaarderingen te evalueren en waar nodig te verbeteren. Afgelopen donderdag publiceerde de Ierse toezichthouder een brief aan de sector waarin vier actiepunten staan genoemd die op bestuursniveau moeten worden aangepakt.
De Luxemburgse toezichthouder CSSF gaf in augustus al een soortgelijke opdracht met als deadline eind dit jaar. Met name managers die alternatieve beleggingsfondsen beheren moeten, hun interne processen tegen het licht houden.
Zowel de Ierse als de Luxemburgse actie vloeit voort uit een Europees onderzoek door de Europese toezichthouder Esma. Daarin kwamen tekortkomingen naar voren in Luxemburg en Ierland. Het gros van beleggingsfondsen in Europa is in een van deze landen geregistreerd.
De Ierse centrale bank heeft beleggingsondernemingen in haar sectorbrief opdracht gegeven ervoor te zorgen dat ze een goed gedocumenteerd waarderingsbeleid voor fondsactiva hebben, met een duidelijk overzicht van de operationele rollen en verantwoordelijkheden van alle partijen die betrokken zijn bij het waarderingsproces. De centrale bank wil dat bedrijven “zorgen voor een duidelijk eigenaarschap” voor het waarderingsbeleid, de procedures en het beoordelingsproces.
NAV-foutenprocedures vereist
De Ierse toezichthouder onderstreepte het belang voor fondsmanagers om een “uitgebreide foutenprocedure” op te zetten en ervoor te zorgen dat correcties goed kunnen worden uitgevoerd. Uit het Esma-onderzoek bleek dat niet alle ondernemingen over dergelijke procedures beschikken. Deze procedures voorzien in controles en escalatiemaatregelen die moeten worden toegepast in het geval van een fout of een onjuiste berekening van de intrinsieke waarde (NAV).
“Dit zou kunnen leiden tot een oneerlijke behandeling van beleggers in geval van prijs- of NAV-fouten,” aldus de Ierse centrale bank.
Marco Zwick, de CSSF-director die verantwoordelijk is voor het toezicht op beleggingsfondsen, zei in een interview met Investment Officer dat vooral kleinere managers die alternatieve beleggingsfondsen beheren goed naar hun procedures moeten kijken.
Luxemburg is de thuisbasis van ongeveer driehonderd alternatieve fondsbeheerders die samen ongeveer zevenduizend mensen in dienst hebben, en die werken met wereldwijde fondsen ter waarde van 4.944 miljard euro. Een gemiddelde ManCo heeft 23 mensen in dienst, volgens gegevens van PwC. De meeste hiervan proberen waarderingen intern te beheren.
Hoewel de CSSF een “over het algemeen bevredigend niveau” van naleving van de waarderingsvereisten heeft geconstateerd, heeft het geconcludeerd dat Luxemburg beter zijn best kan doen.
‘De meeste kwesties hebben betrekking op de inhoud van het waarderingsbeleid en de waarderingsprocedures’, aldus Zwick. ‘Meer in het bijzonder waren deze in een aantal gevallen niet voldoende uitgebreid en gedetailleerd wat betreft de beschrijving van het waarderingsproces, inclusief de toewijzing van de taken en verantwoordelijkheden van elke betrokken partij en de manier waarop de onafhankelijkheid van de waarderingsfunctie wordt gewaarborgd.’
Illiquide activa in beeld
De CSSF vraagt de sector nu om ervoor te zorgen dat de controles die worden uitgevoerd op de prijzen van de activa beter gedocumenteerd worden, met name voor de minder liquide activa, die meestal worden aangehouden in alternatieve beleggingsfondsen, en processen die van toepassing zijn onder “gestresste” marktomstandigheden. Zwick zei dat CSSF ‘verdere verbeteringen’ van de waarderingsmodellen aanbeveelt en oproept tot ‘passende informatieverschaffing aan beleggers’ over de waarderingsmethoden en governance op dit vlak.