In 2018 is de aangepaste Europese beleggingsrichtlijn Mifid II geïmplementeerd. Diverse nieuwe verplichtingen moeten binnen de beleggingssector ervoor zorgen dat beleggers nog beter geïnformeerd en gewaarschuwd worden, stelt hoogleraar Tom Loonen in een opiniestuk voor Fondsnieuws.
Eerste onderzoeksresultaten tonen aan dat de effectiviteit hiervan twijfelachtig is. Daarbij zorgen de Mifid II verplichtingen geregeld voor dilemma’s. Iets wat beleggingsadviseurs en beleggers in deze tijd met hoge volatiliteit en onzekerheid op de financiële markten kunnen missen als kiespijn.
Om welke Mifid verplichtingen gaat het hier? Particuliere beleggers moeten gewaarschuwd worden zodra hun gehele beleggingsportefeuille of een risicovol beleggingsinstrument in een bepaalde periode met 10 procent daalt. Dit dient op een zogenaamde ‘duurzame drager’ zoals een e-mail te gebeuren. Een andere verplichting is de geschiktheidstoets. Voorafgaand aan iedere transactie dient de beleggingsadviseur aan te geven waarom deze transactie geschikt of juist ongeschikt is voor de belegger. Is het ongeschikt dan dient de particuliere belegger gewaarschuwd te worden. Ook dit dient op een duurzame drager te gebeuren.
Waarschuwingen die we in de wind slaan
In de academische literatuur worden er diverse soorten waarschuwingen onderscheiden. Waarschuwingen die we iedere dag krijgen, maar nooit lezen. Denk aan de cookies-statement bij het openen van een website. Iedereen kent ze, velen klikken ze ongelezen weg. Ook zijn er waarschuwingen die we wel kennen maar niet op kunnen handelen. Zo zal het verhogen van de dreigingsniveau ’s van de Landelijk Coördinator Terrorismebestrijding niet zomaar zorgen voor ander gedrag van de gemiddelde Nederlander.
Dan zijn er de waarschuwingen die we eenvoudigweg in de wind slaan: zoals de waarschuwingen op pakjes sigaretten of waarschuwingen waar we de betekenis eigenlijk niet helemaal begrijpen zoals sommige verkeersborden. Kortom, niet iedere waarschuwing is hetzelfde en heeft al helemaal niet de gewenste uitwerking. En het is juist die effectiviteit waar het om te doen is binnen Mifid II. Wil een waarschuwing aan een belegger effectief zijn dan zal een duidelijk verband moeten zijn tussen het gewaarschuwde en de eventuele consequentie. De oorzaak-gevolg redenering bij een daling van de aandelenkoersen is complex en de uitkomst is veelal ongewis.
Wat is dan het doel van deze waarschuwingen? Mogelijk beoogt de regelgever met deze waarschuwing een dialoog te starten tussen de particuliere belegger en diens beleggingsadviseur? De AFM heeft in haar jaarlijkse Consumentenmonitor dit onderwerp onderzocht. Een kwart van de 606 respondenten gaf aan een 10 procent-melding gekregen te hebben en 56 procent gaf aan niets met de melding gedaan te hebben. Leest de belegger een melding dat zijn beleggingsportefeuille met 10 procent gedaald is, dan kan dit een uitwerking hebben van een rode lap op een stier en onnodige paniek veroorzaken. Wat is er dan in redelijkheid van een dialoog met de beleggingsadviseur te verwachten?
Geschiktheidstoets
Het zal een combinatie zijn van geruststellende woorden en het advies om gericht te blijven op de eerder vastgestelde langetermijndoelstellingen. Dan de geschiktheidstoets. Het doel hiervan is niet meer dan een bevestiging van een eerder gegeven advies. Wil een belegger een bepaalde transactie doen en wordt deze ontraden, dan heeft de belegger dit al vernomen van diens beleggingsadviseur. Een bevestiging zal mogelijk bedoeld zijn ter overpeinzing van de reeds genomen beleggingsbeslissing. Het is de vraag of dat ook gebeurt. Of heeft deze waarschuwing een ander doel? Namelijk beperken van aansprakelijkheid? Dat kan nooit de intentie geweest zijn van de regelgever.
Een effectieve waarschuwing moet dan ook aan een aantal eisen voldoen. Ik noem er in dit verband een paar. Allereerst moet de waarschuwing begrijpelijk zijn en niet multi-interpretabel. Ook dient er een evident verband te zijn tussen de waarschuwing en het gevolg. Bij de 10 procent waarschuwing laat zich dit verband raden. Zeker, het is duidelijk dat de beleggingsportefeuille 10 procent gedaald is. Het gevolg van deze daling is echter onduidelijk. Daarbij vind de waarschuwing plaats nadat de daling reeds heeft plaatsgevonden.
Ongewenste neveneffecten
Een effectieve waarschuwing dient dan ook aan te zetten tot handelen en wel zodanig dat er een reële kans is op verbetering van de situatie of (op zijn minst) geen verslechtering. Beleggen is een onzekere activiteit waarbij beleggingshorizon een belangrijk aspect is. Handelen na de 10 procent waardedaling kan ervoor zorgen dat de situatie allerminst verbeterd en dat langetermijndoelstellingen onhaalbaar blijken. Recent onderzoek onder Nederlandse beleggingsadviseurs toont dan ook aan dat de hiervoor genoemde waarschuwingen op weinig sympathie hoeven te rekenen.
Tot slot: Mifid II zorgt voor ongewenste neveneffecten. Gedragen financiële markten zich kalm dan worden de Mifid II verplichtingen nog verteerd. Hoe anders is bij zeer bewegelijke financiële markten.
Beleggingsadviseurs staan zo iedere dag voor het dilemma: ‘moet ik best execution laten prevaleren en de beursorder direct laten uitvoeren of moet ik eerst pretransactioneel de geschiktheidstoets verzenden?’ Ook zijn uitslagen van 10 procent in deze turbulente tijden aan de orde van de dag. De belegger krijgt een e-mailbox vol met waarschuwingen die zeer waarschijnlijk ongezien verwijderd worden. De belegger heeft wel wat anders aan zijn hoofd.
De Europese toezichthouder Esma heeft aangekondigd Mifid II spoedig te gaan evalueren. Hopelijk worden de ervaringen van de mensen in het veld én cliënten meegewogen. De effectiviteit van Mifid II dient op onderdelen aanzienlijk verbeterd te worden.
Tom Loonen is deeltijdhoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en werkzaam bij InsingerGilissen Bankiers.