Door de wereldwijde financiële crisis als gevolg van de Covid-19 pandemie is er maar liefst 18.000 miljard dollar beurswaarde vernietigd sinds het begin van het jaar. Ook de groeilanden hebben forse klappen gekregen, maar er is wel potentieel.
Gegevens van het Institute for International Finance laten zien dat de groeilanden (emerging markets) ten opzichte van de Amerikaanse aandelenbeurs nu al noteren met een korting van maar liefst 65 procent. Dat is het hoogste cijfers ooit. De groeilanden noteren ook ten opzichte van een aantal historische waarderingsparameters met een forse korting, aldus het IIF. Hierdoor zijn de emerging markets relatief gezien een stuk aantrekkelijker geworden voor beleggers die waarde zien in deze activaklasse. Voorzichtigheid lijkt echter nog steeds aangewezen.
‘De waarderingen op lange termijn zijn aantrekkelijk, maar dat neemt niet weg dat er bezorgdheid is over de groeivooruitzichten en de grondstoffenprijzen. Ook is er een onmiddellijke dreiging dat het virus onderontwikkelde gezondheidssystemen onder druk zet. Dat kan wegen op de risicobereidheid,’ aldus de economen van het IIF in een nota.
Terugval
De groeilanden zijn dit jaar al met zowat 21 procent gedaald. Dat is slechter dan de S&P 500 index. De groeilanden hebben bovendien heel wat schulden afgesloten in Amerikaanse dollar, die nu moeten worden terugbetaald. Hierdoor is er een sterke vraag naar de Amerikaanse munt. Gelukkig zorgen steunmaatregelen van de Fed en andere centrale banken voor wat respijt op korte termijn.
De stijging van de olieprijzen kan ondertussen ook wat voor soelaas brengen. De IIF-economen wijzen immers op een positieve correlatie tussen de aandelen uit de groeilanden en de grondstoffenprijzen. We mogen echter niet alle landen over dezelfde kam scheren. De olie-importeurs hebben immers wel baat bij fors lagere olieprijzen.
Performance
Investment Officer sprak met Rory Bateman, die bij Schroders de groeilanden opvolgt. Hij bezorgde ons de onderstaande tabel met een overzicht van de Q1 prestaties van verschillende regio’s.
‘Voorzichtige tekenen van een economisch herstel verklaren waarom bepaalde Aziatische markten het in Q1 relatief goed hebben gedaan. De regio heeft een voorsprong inzake de strijd tegen het virus opgebouwd ten opzichte van de rest van de wereld. Dat verklaart waarom sommige Aziatische landen naar verluidt piekbesmettingen hebben gerapporteerd. De lockdownmaatregelen werden opgeheven in Wuhan. Talrijke bedrijven hebben ondertussen ook de dividendbetalingen opgeschort omdat ze zich voorbereiden op de volgende economische storm. Veel andere zullen volgen. Dat wordt nog niet weerspiegeld in het huidige marktrendement.’
Waardering
Gino Delaere is emerging markets specialist bij Econopolis in Singapore en gaf de volgende reactie met betrekking tot waardering en sectoren: ‘Het valt op dat de groeilanden het als groep de voorbije weken niet merkelijk slechter hebben gedaan in vergelijking met de rest van de wereld. Normalerwijze is het type van crisis dat we thans meemaken een periode waarin groeilanden het een pak lastiger heeft. Dat heeft met heel wat redenen te maken.
Ten eerste heeft het groeilandenuniversum op zich de voorbije jaren een grondige wijziging ondergaan. Zo was een sector als technologie slechts 14 procent van de index in 2012, terwijl technologie-gerelateerde bedrijven vandaag ruim een derde ervan uitmaken (IT, communicatiediensten en een deel van discretionaire consumptie via o.a. e-commerce). Sectoren als energie en grondstoffen waren toen respectievelijk 13 en 12 procent, terwijl dit vandaag is herleid naar 14 procent voor beide sectoren samen.
De samenstelling van sectoren en bedrijven is m.a.w. fors doorheen geschud. Ook daar kan dus van disruptie gesproken worden. Daarnaast maakten twintig jaar geleden landen als Brazilië, Mexico en Zuid-Afrika het grootste deel van het groeilandenuniversum uit, terwijl dit vandaag in eerste instantie China, Zuid-Korea en Taiwan zijn geworden.
Deze crisis begon in China en daar is stilaan het gewone leven terug op gang gekomen (first in, first out) en het valt op dat de Chinese aandelenmarkten het voorlopig nog zo slecht niet hebben gedaan, integendeel. Ten tweede hebben groeilanden het best lastig gehad het voorbije decennium, waardoor de waarderingen relatief gezien reeds heel wat interessanter waren geworden (zie grafiek hieronder die de ratio van de aandelenkoers t.o.v. de boekwaarde van de bedrijven weergeeft in Azië).
Wie heeft de voorbije jaren niet iemand horen vragen om nog terug te kunnen instappen aan de waarderingsniveaus van het dieptepunt van de financiële crisis in 2008-2009? Welnu, daar staan we terug! Misschien is deze coronacrisis trouwens wel het inflectiepunt om een einde te maken aan de relatieve underperformance van de groeilanden. Zeker mocht blijken dat de oplopende schuldenlast in de VS wel eens zou kunnen leiden tot een periode van een structureel zwakkere dollar, wat ongetwijfeld in het voordeel zou gaan spelen van de groeilanden.’