Van de Nederlandse banken die zijn meegenomen in de laatste Europese stresstest, komt Rabobank als kwetsbaarste uit de bus en Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) als meest robuust. ING en ABN Amro zitten daar tussenin.
Zoals te verwachten viel, is de Italiaanse Banca Monte dei Paschi het grote probleemkind van het Europese bankenlandschap. Voor die bank resteert een negatief ‘core tier 1’ kapitaal, de belangrijkste maat voor financiële degelijkheid, als het wordt blootgesteld aan drie jaar van financieel-economische stress. De bank, die veel slechte leningen op de balans heeft staan, heeft inmiddels een reddingsplan opgesteld.
ABN Amro kwam bij het zware stressscenario uit op een bufferratio van 9,53 procent, ING op 9,0 procent en Rabobank op 8,11 procent. Dit, terwijl de gemiddelde ratio van de geteste banken in dit scenario 9,4 procent bedroeg. Rabobank wijst er in een reactie op dat het bezig is zijn kapitaalratio te verbeteren door zijn balans te verkorten en zijn prestaties op te schroeven. Volgens ABN Amro bevestigt de stresstest de ‘stevige kapitaalbuffer’ van de bank.
BNG, dat krediet verstrekt aan overheden en instellingen van maatschappelijk nut zoals onderwijs en gezondheidszorg, steekt daar ruimschoots bovenuit met 17,62 procent.
Zwaarder stress-scenario
Dat blijkt uit de resultaten van de stresstest van de European Banking Authority (EBA) die vrijdagavond zijn gepubliceerd. De resultaten laten zien dat de grote Europese banken over het algemeen stevig genoeg gekapitaliseerd zijn om een nieuwe crisis te overleven.
Middenmotors
Aangezien elke keer met een ander fictief scenario wordt gewerkt, heeft het vergelijken van uitkomsten door de jaren heen geen zin. Afhankelijk van het soort activiteiten van een bank en de plekken op de wereld waar ze actief is, kan het ene scenario heel anders uitpakken voor een bank dan het andere scenario.
In theorie is het dus zelfs mogelijk dat bank X bij de ene stresstest lager scoort dan bij de andere stresstest, maar er de facto toch beter voor staat. Een blik onder de motorkap van elke individuele bank aan de hand van de uitslag, is dus noodzakelijk voor een juiste interpretatie van de uitslag.
Hoewel de drie grootste Nederlandse banken Rabobank, ING en ABN Amro in Europa op zijn best dus middenmoters lijken, is internationaal vergelijken lastig. Banken in Nederland zijn bijvoorbeeld aan een zwaarder stress-scenario blootgesteld dan banken in Zuid-Europese landen, vanuit de gedachte dat de economie in ons land beter presteert en dus ook harder kan terugvallen. Dat vertaalt zich onder meer in bovengemiddelde dalingen van de bufferratio’s.
Duitsland
Voor de Duitse banken waren de verwachtingen slecht en dat werd door de stresstest bevestigd. Deutsche Bank werd in juni dit jaar nog door het IMF aangewezen als het grootste gevaar voor het wereldwijde bankensysteem. Vooral de enorme derivatenportefeuille op de balans baart het IMF zorgen. Bovendien heeft de grootbank voor 31 miljard euro aan rentederivaten en hypotheekbeleggingen op haar balans staan. Daarnaast heeft Deutsche Bank te kampen met diverse affaires die tot aanzienlijke boetes hebben geleid.
Deutsche Bank kwam in het stress-scenario uit op een kapitaalratio van 7,80 procent, tegen het Europese gemiddelde van 9,4 procent. Commerzbank kwam uit op een bufferratio van 7,42 procent. Deze bank, deels in staatshanden, bedient voornamelijk mkb-cliënten en particulieren.
De stresstest die dit jaar werd uitgevoerd was de vierde op rij. De eerste werd in 2010 uitgevoerd door EBA-voorloper CEBS, de tweede vond plaats in 2011, het oprichtingsjaar van de EBA. De derde test vond plaats in 2014. In principe is het de bedoeling van de EBA om om de twee jaar een Europese stresstest uit te voeren
Lees meer nieuws en achtergronden op fd.nl