De breed gedragen zorgen over de Chinese schuldenberg zijn overtrokken. Optimix ziet juist kansen in ‘s werelds tweede economie.
De particuliere schuld als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt in China 211 procent. Dit is niet laag in vergelijking met andere landen. De kredietverlening stijgt bovendien elk jaar fors waardoor de hoeveelheid schuld sterk blijft toenemen. Die heersende bezorgdheid is dus zo vreemd nog niet, aldus vermogensbeheerders Michel Alofs, Ivan Moen (foto) en Jaap Westerling in de jongste strategiebrief van Optimix.
Waarom maken ze zich dan toch geen zorgen? ‘Landen met een hoge schuld, zoals China, hebben hoge spaarsaldi en vice versa. Banken lenen deze spaargelden uit aan bedrijven die willen investeren. De verstrekte bankleningen staan uiteraard weer te boek als “schuld”. Dit is geen reden tot zorg als eigen spaargeld via banken wordt omgezet in investeringen. Landen met een relatief lage spaarquote kunnen minder investeren met eigen spaargeld en hebben derhalve ook minder (boekhoudkundige) schuld.”
De hoge schuld in China is in dit opzicht dus niet verontrustend. Bovendien loopt de groei in investeringen parallel aan de groei in spaargeld.
‘Wel kan er een probleem ontstaan als deze investeringen op grote schaal mislukken en niet renderen. Maar het succes van de investeringen dient op haar eigen merites te worden beoordeeld. Het succes van de investeringen staat los van de eigen spaarsaldi als financieringsbron.’
Of de groeiende Chinese kredietverlening dan geen probleem is? ‘Omdat de kapitaalmarkten in China slecht ontwikkeld zijn, financiert het Chinese bedrijfsleven zichzelf met vooral bancaire leningen. De enorme aanwas in Chinees spaargeld zorgt dat deze bancaire financiering ruim voorhanden is en wordt vertaald naar een stijgende kredietverlening. Dit mechanisme is geen reden tot zorg.
Waar wél goed naar gekeken moet worden, is of banken capabel genoeg zijn om deze middelen doelmatig in te zetten. Bij de facto centraal aangestuurde (staats)banken gaat het uiteindelijk ook niet altijd alles goed. Het gros van de investeringen in infrastructuur, woningen, kantoren en fabrieken echter draagt positief bij aan de groei van de Chinese economie en welvaart.’
Een lage schuldquote zegt ook weinig over de kans op een crisis, vervolgen de vermogensbeheerders. ‘De Mexicaanse schuld tijdens de peso-crisis in 1995 bedroeg 70 procent. De Argentijnse schuld bedroeg “slechts” 30 procent. Ondanks deze relatief lage schuldquota werd een crisis in deze landen niet voorkomen.’
Een ander uiterste is Japan dat al meer dan 25 jaar een zeer hoge schuld kent, inmiddels zelfs meer dan 240 procent van het bbp. ‘Als een hoge schuld een voorbode is voor een crisis, waarom heeft Japan deze dan al een kwart eeuw weten te ontlopen? Klaarblijkelijk is noch een hoge, noch een lage schuldquote van voorspellende waarde voor een financiële crisis. China heeft zeker een hoge schuldquote, maar als er in China een crisis aanstaande zou zijn, dan heeft dit andere oorzaken, zoals bijvoorbeeld de kwaliteit van de door schulden gefinancierde activa. De abrupte daling in waarde van onroerend goed in de VS was één van de oorzaken van de financiële crisis in 2008.’
‘Het is dus van belang het rendement op de investeringen te blijven monitoren. Dit moet hoger zijn dan de rentelasten van de schulden, anders is er te weinig rendement om ook op de schulden te kunnen aflossen.’
De snelgroeiende economie van China biedt volgens Optimix daarom eerder kansen dan kopzorgen.