Een idee voor een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen en een mogelijke rechtszaak bij het Internationaal Gerechtshof kan niet verhullen dat de Klimaattop, in Sharm-el-Sheikh, Egypte is mislukt. Sterker nog, de Conference of Parties (COP) nummer 27 is een dieptepunt in de 30 jaar dat geprobeerd wordt de klimaatverandering te stoppen.
Nog nooit waren er zoveel lobbyisten uit de fossiele industrie aanwezig, 636 dit jaar tegen 503 in Glasgow vorig jaar. Slechts één land had meer mensen op de COP27 rondlopen en dat waren de Verenigde Arabische Emiraten met meer dan 1000 gedelegeerden. Nog nooit werd er zo hard gelobbyd om gas en kernenergie als groene energiebronnen te laten classificeren. Feit is dat de wereld door toedoen van de mens nog steeds recordhoeveelheden CO2 en methaan blijft uitstoten. Voor CO2 is dat 5 procent meer dan in 2015.
Wat is er wel bereikt? Een oprecht succes is het opzetten van een zogenoemd ‘Loss & Damage’-fonds dat landen met lage emissies maar veel klimaatschade moet compenseren. Als voormalige onderhandelaar op dit onderwerp weet ik hoe hard klimaat-kwetsbare landen hebben gestreden voor het opzetten van dit fonds. Het is een cruciaal onderdeel van een eerlijk, mondiaal klimaatraamwerk.
Het is schrijnend dat we wel bereid zijn te betalen voor de schade aan andere landen die nauwelijks hebben bijgedragen aan klimaatverandering. Maar niet bereid zijn om te investeren in een fundamentele uitfasering van fossiele brandstoffen. Blijkbaar doet het politiek en financieel minder pijn om gedupeerde landen af te kopen dan dat we ons gedrag – dat ook onze eigen kleinkinderen en hun kinderen hard zal raken - veranderen. Als we zo doorgaan zitten we rond 2100 op een gemiddelde planetaire tempratuurstijging van minstens 2,5 graad Celsius en zullen we de kosten van steeds extremer weer moeten dragen.
Doodsbenauwd
Gedragsverandering is ook lastig. Pauline van der Meer Mohr, onafhankelijke bestuurder en voorzitter van de Monitoringcommissie Corporate Governance zei onlangs bij de uitreiking van de Sijthoff-prijs van het FD dat bestuurders van olie-en gasreuzen en grote banken die in schadelijke projecten investeren heel goed weten dat hun keuzes niet duurzaam zijn. Ook zijn ze zich bewust dat de omvang van hun uitstoot zo groot is dat het terugdringen naar nul een schier onmogelijke opgave is. Ze noemde hen ‘doodsbenauwd’. Voor mij is het onverteerbaar dat bestuurders die ervaren zouden moeten zijn met het dagelijks omgaan van het afwegen van keuzes en dillema’s, niet in staat zijn om een strategische keuzes te maken waarvan de toekomst van ons allemaal afhangt. Een groot aantal bedrijven zal zich volledig opnieuw uit moeten vinden. Dat maakt bestuurders kwetsbaar en onzeker. Zo’n transitie is ook risicovol, maar de risico’s van het niet doen, worden per dag groter.
Als het aan de High-Level Expert Group van de Verenigde Naties ligt, is het duidelijk. Regeringen en bedrijven moeten nu net-zero targets inclusief scope 3 stellen voor 2050. Om daar te komen moeten er voor elke vijf jaar tussendoelstellingen komen. In 2030 moeten de CO2-emissies gehalveerd zijn. Dat betekent nu stoppen met de financiering van nieuwe fossiele projecten.
Het is tijd om de transitie van de economie, hoe moeilijk ook, met realisme in de ogen te kijken. Hogere temperaturen betekenen grote maatschappelijke onrust, met nog meer mensen op de vlucht naar landen waar het nog leefbaar is, met nog meer economische en financiële onzekerheid en weinig ruimte voor hoop. De grote vermogensbeheerder Aviva wijst zelfs op een ‘ineenstorting van het mondiale financiële systeem’. In zo’n financieel klimaat is niet eens meer geld om nog iemand te compenseren, laat staan onze eigen schade op te ruimen.
Willemijn Verdegaal is co-head Climate & ESG solutions bij Ortec Finance, een wereldwijde leverancier van technologie en oplossingen voor het nemen van investeringsbeslissingen. Ortec Finance is één van de kennispartners van Investment Officer en schrijft maandelijks een bijdrage over uiteenlopende thema’s.