Ronald Janssen, Ortec Finance
i-R45KzBh-L.jpg

Consumenten maken de keuze voor een beleggings- of risicoprofiel doorgaans op basis van de uitkomst van een risicovragenlijst. Indien sprake is van een pensioenproduct is er bovendien vaak sprake van een life-cycle strategie.

Bij die strategie wordt de beleggingsmix (en daarmee het risico van de belegging) automatisch in stapjes afgebouwd naarmate de pensioendatum dichterbij komt. Deze life-cycle allocaties zijn vooraf vastgelegd en zijn vaak alleen afhankelijk van de beleggingshorizon en niet van andere variabelen. 

In tegenstelling tot deze ‘statische’ life-cycle strategie wordt de beleggingsallocatie bij een ‘dynamische’ life-cycle aangepast aan de veranderende marktontwikkelingen om daarmee de haalbaarheid van de doelstelling te verbeteren. De doelstelling kan zijn een bepaald pensioenvermogen te behalen of nog een stap verder, een gewenst pensioeninkomen dat een deelnemer kan verwachten.  

Uit ons onderzoek, aan de hand van zogeheten backtests en forward-looking analyses, blijkt dat de ‘dynamische aanpak’ leidt tot betere resultaten dan de ‘statische aanpak’. 

Van ‘statisch’ naar ‘dynamisch’

Bij een dynamische life-cycle strategie wordt niet alleen gekeken of de beleggingsmix wel past bij de resterende beleggingshorizon, maar wordt de beleggingsmix periodiek opnieuw bepaald op basis van welke portefeuille de grootste kans biedt om het doel te halen. Uiteraard wordt hierbij wel rekening gehouden met de risicohouding van de klant.

Bij een dynamische aanpak is het van belang dat bij het bepalen van de haalbaarheid van het doel wordt gewerkt met realistische scenario’s waarin de huidige stand van de economie, de korte termijn verwachtingen (business cycles) en ontwikkelingen die niet in historische data voorkomen, zoals monetair beleid, worden meegenomen. 

Doelmonitoring

Om een dynamische strategie uit te voeren moet de haalbaarheid van het doel worden gemonitord. Periodiek wordt de haalbaarheid opnieuw berekend op basis van de nieuwe waarde van de portefeuille. Inzicht in haalbaarheid gedurende de beleggingsperiode zorgt ervoor dat op tijd kan worden bijgestuurd. Indien het een periode (veel) beter gaat dan verwacht dan kan het risico misschien eerder worden afgebouwd.

Andersom, indien een langere tijd de rendementen laag zijn kan een hoger risico belegging voor een langere periode worden aangehouden, mits passend bij de risicohouding van de klant. Uiteraard kan de klant ook extra geld inleggen of de pensioenambitie bijstellen om de haalbaarheidskans te verhogen. De verschillende acties hangen af van horizon, instap moment, risico voorkeur en beschikbaarheid van vermogen. Meer hierover in het Netspar onderzoek ‘Meer in aandelen als het doel lifecycle uit zicht raakt’. 

Voorkom dat klanten onnodig risico nemen

Wij hebben een backtest onderzoek gedaan waarbij we simuleren dat een consument start met beleggen op verschillende momenten tussen het jaar 2000 en 2009. Hierbij is ook voor de haalbaarheidsanalyse gebruik gemaakt van verschillende scenariosets op basis van de data die tot dat moment beschikbaar was. Uitgangspunt van het onderzoek is dat de consument zijn doel wil behalen met zo min mogelijk risico.

In dit onderzoek is de impact op zowel haalbaarheid als risico onderzocht van het periodiek aanpassen van de portefeuille op basis van een minimale haalbaarheid van de doelstelling. De portefeuillekeuze is dan de beleggingsmix die dit minimum behaald, met zo min mogelijk risico. In Figuur 1 zijn de resultaten geïllustreerd om de mogelijke impact duidelijk te maken. De impact is afhankelijk van een specifiek economisch scenario.

Figuur 1: vergelijking van een ‘statische’ strategie (links) met een ‘dynamische’ strategie

In Figuur 1 is zichtbaar dat het risico in de ‘dynamische’ strategie al verder in risico is afgebouwd in vergelijking met de ’statische’ strategie waardoor de impact van een periode met lage rendementen (licht blauw) niet of minder doorwerkt. De belangrijkste toegevoegde waarde van de dynamische strategie is dat door actieve monitoring van het doel en de jaarlijkse heroverweging van de allocatie met minder risico het doel wordt bereikt.

Vergelijking van ‘statische’ en ‘dynamische’ strategie



Het onderzoek is uitgevoerd voor een groot aantal portefeuilles met verschillend risico en verschillende beleggingshorizonnen. In Figuur 2 is een vergelijking gemaakt tussen de statische en de dynamische strategie.



 

Figuur 2: toegevoegde waarde van een ‘dynamische’ strategie versus een ‘statische’ strategie

Hieruit blijkt dat in veel gevallen de dynamische strategie leidt tot betere resultaten. Dit betekent overigens niet dat in alle gevallen de doelstelling van de klant wordt gerealiseerd. In individuele gevallen kan het zo zijn dat door lage rendementen over een langere periode het doel uit zicht raakt. Op een gegeven moment is het dan niet meer mogelijk om het doel te halen.

Dit kan zijn ofwel door de te korte resterende looptijd ofwel doordat niet meer risico meer kan worden genomen vanwege de risicohouding. Dan zijn de enige mogelijkheden om het doel nog te bereiken het ambitieniveau verlagen (lager pensioenbedrag accepteren) of meer inleggen. De optimalisatie van een combinatie van verschillende stuurvariabelen is een mooi onderwerp voor nader onderzoek.

Ronald Janssen is managing director Global based planning bij Ortec Finance, een wereldwijde leverancier van technologie en oplossingen voor het nemen van investeringsbeslissingen. Ortec Finance is één van de kennispartners van Fondsnieuws en schrijft maandelijks een bijdrage over uiteenlopende thema’s. 

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No