Pensioen- en carrièrekeuzes kunnen grote financiële gevolgen hebben voor werknemers. Rondom de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel zijn deze effecten potentieel nog groter. Een maand later met pensioen gaan kan bijvoorbeeld zomaar een kwart jaarsalaris opleveren. Dit overstijgt de impact van beleggingskeuzes en vraagt om gerichte aandacht van financieel adviseurs en pensioenuitvoerders in de keuzebegeleiding.
Eind vorig jaar publiceerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) haar eerste inzichten over de inrichting van keuzebegeleiding door pensioenuitvoerders. Een van de aanbevelingen is om bij de keuzebegeleiding rekening te houden met de effecten van de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Dit maakt keuzebegeleiding een complexe, maar cruciale taak. Adviseurs moeten deelnemers begeleiden bij keuzes zoals het vervroegen van de pensioendatum of het uitruilen van ouderdoms- en partnerpensioen, binnen de context van de pensioentransitie. Onderstaande voorbeelden verduidelijken hoe de transitie de pensioenkeuzes kan beïnvloeden.
Waardeoverdracht en buffer
Bij een waardeoverdracht draag je de waarde van het opgebouwde pensioen bij je oude werkgever over naar de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. In het huidige pensioenstelsel krijg je bij een waardeoverdracht alleen je opgebouwde pensioen mee. Een eventuele buffer van het pensioenfonds wordt niet overgedragen. Bij de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel worden deze buffers juist eenmalig uitgedeeld aan de deelnemers en aan hun persoonlijke pensioenpotjes toegevoegd.
Stel dat een werknemer nog pensioen heeft staan bij een oude pensioenuitvoerder met een dekkingsgraad van 130 procent. Bij transitie naar het nieuwe stelsel wordt de buffer van 30 procent, afgezien van enkele reserves, toegevoegd aan het persoonlijke pensioenpotje. Als deze werknemer wacht met het overdragen van zijn oude pensioen tot na de pensioentransitie van zijn oude pensioenuitvoerder, dan is het over te dragen pensioen dus tot 30 procent hoger!
Pensioen vervroegen en compensatie
Iets ingewikkelder is de invloed van compensatie. In het huidige (oude) pensioensysteem wordt vaak gewerkt met een doorsneepremie waarbij alle deelnemers dezelfde pensioenpremie betalen voor een euro pensioenopbouw, ongeacht hun leeftijd. Dit systeem wordt nu afgeschaft omdat het als oneerlijk wordt beschouwd: jongeren betalen relatief te veel en ouderen te weinig. Nadelige gevolgen voor werknemers die door de afschaffing minder pensioen opbouwen worden gecompenseerd bij de transitie naar het nieuwe stelsel. Deze compensatie kan fors in de papieren lopen. Een keuze om pensioen te vervroegen tot een datum vóór de transitie naar het nieuwe stelsel kan ervoor zorgen dat dit bedrag wordt misgelopen.
Een rekenvoorbeeld. Stel dat een 60-jarige ambtenaar overweegt om met pensioen te gaan. In het concept transitieplan van het ABP lezen we dat deze leeftijdscategorie bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel kan rekenen op een compensatie van ruim 30 procent van de pensioengrondslag. Bij een modaal inkomen is dit ongeveer 20 procent van het jaarsalaris. Verdien je twee keer modaal, dan krijg je zelfs een kwart van je jaarsalaris aan compensatie! Het kan dan wel de moeite waard zijn om op dit bedrag te wachten voordat je met pensioen gaat.
Overigens is het niet zeker dat de compensatie in één keer wordt uitgekeerd. Bij een transitiedekkingsgraad boven 107 procent financiert ABP dit bedrag in één keer uit het vermogen en wordt de compensatie op het transitiemoment aan de pensioenpotten van de deelnemers toegevoegd. Bij een transitiedekkingsgraad van 101,5 procentr en lager wordt de compensatie echter volledig gefinancierd uit de premie en in 10 jaar uitgekeerd. In dat laatste geval moet je dus wel heel lang doorwerken voordat je de volledige compensatie hebt ontvangen.
Carrièrekeuzes
Carrièrekeuzes, vooral voor werknemers van middelbare leeftijd, kunnen nog grotere gevolgen hebben voor compensatie dan pensioenkeuzes. De compensatie is vaak het hoogst voor deelnemers van rond de 50 jaar. Bij ABP ontvangt een 50-jarige bijvoorbeeld ruim 45 procent van zijn pensioengrondslag bij de transitie.
Stel dat een 50-jarige werknemer overweegt een overstap naar een andere werkgever te maken na de transitie. Als de huidige pensioenuitvoerder compensatie in één keer uitkeert en de nieuwe gespreid, kan dit financieel gunstig uitpakken. De werknemer ontvangt dan “dubbele” compensatie. Andersom kan een overstap juist nadelig zijn als de oude pensioenuitvoerder compensatie gespreid uitkeert en de nieuwe dit in één keer doet. Hierdoor kan een belangrijk deel van de compensatie verloren gaan.
Advies voor financieel adviseurs en pensioenuitvoerders
Het is van groot belang dat financieel adviseurs en pensioenuitvoerders deelnemers ondersteunen bij het maken van weloverwogen pensioenkeuzes. Dit voorkomt onverwachte financiële gevolgen en draagt bij aan een soepele transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Transparantie over compensatiemechanismen en de gevolgen van keuzes is hierbij essentieel.
De getoonde keuzes tijdens de pensioentransitie hebben potentieel veel grotere gevolgen dan reguliere beleggingskeuzes. Door aandacht te besteden aan zowel pensioen- als carrièrekeuzes, kunnen adviseurs bijdragen aan de financiële zekerheid en tevredenheid van werknemers tijdens deze ingrijpende pensioenhervorming.
Loranne van Lieshout is team lead Wealth Management en Keuzebegeleiding bij Ortec Finance, een wereldwijde leverancier van technologie en oplossingen voor het ondersteunen van investeringsbeslissingen. Ortec Finance is onderdeel van het expertpanel van Investment Officer en schrijft maandelijks een bijdrage over uiteenlopende thema’s.