De overname- en fusie-activiteit zal in navolging van de Verenigde Staten ook in Europa stevig aantrekken. De eerste tekenen zijn daar al zichtbaar van.
Dat zegt fondsbeheerder Mark Heslop van het Threadneedle Pan European Smaller Companies fonds in gesprek met Fondsnieuws.
Heslops fonds is genomineerd voor een Morningstar Award. De winnaars van deze prijs voor beste fondsen en fondshuizen worden op 4 april bekendgemaakt in Amsterdam.
In welke mate de M&A-activiteit zal toenemen vindt Heslop moeilijk in te schatten, ‘maar ik verwacht dat we in de komende 24 maanden veel meer activiteit zullen zien dan in de afgelopen 24 maanden. Bedrijven zullen hun sterke balansen aan het werk willen zetten’.
Virgin Media
Dat de markt aantrekt valt al enigszins af te leiden aan de recente activiteit op dit vlak. Zo werd vorige maand nog het Britse telecombedrijf Virgin Media overgenomen en zijn er nog niet zolang geleden biedingen uitgebracht op de Zweedse producent van metaalpoeder Höganäs, en op de resterende aandelen in het kabelbedrijf Telenet uit Belgie.
Hoewel meer M&A-activiteit in Europa een extra impuls kan geven aan het rendement van het fonds, is het niet een criteria waar specifiek op geselecteerd wordt. ‘Wij investeren niet enkel en alleen in een bedrijf omdat het een overnamedoelwit is. Het gaat ons veel meer om sterke bedrijven. Die kunnen tegen een stootje en presteren op de lange termijn beter op de beurs.’
Pricing power
Onder sterk verstaat Heslop bedrijven met een hoge ‘return on capital’, ofwel het efficient omgaan met kapitaal, met veel ‘pricing power’, wat zoveel wil zeggen als dat ze gemakkelijk hogere kosten kunnen doorberekenen aan de klant, en bedrijven die continue waarde weten toe te voegen.
‘Bij ons fonds ligt de focus op bedrijven die een product of dienst van hoge kwaliteit leveren, en die daarnaast een solide balans hebben. Zo hebben we in Nederland posities in Ziggo, Vopak en Sligro. Ik denk dat bedrijven die willen acquireren ook juist naar sterke bedrijven op zoek zijn, en niet naar goedkope ondernemingen waar grondig de bezem door gehaald moet worden.’
Structurele groei
Ook is van belang dat een bedrijf structurele groei laat zien. Bedrijven die bijvoorbeeld profiteren van de groeiende middenklasse in Azie, de herindustrialisatie in de VS, of zelfs van de bezuinigingen in Europa, maken een grotere kans om in het fonds te worden opgenomen.
Dit verklaart volgens Heslop ook waarom het fonds op dit moment sterk overwogen is in Duitsland. ‘Je vindt er veel sterke bedrijven met exposure naar wereldwijde groei.’ Terwijl Duitsland in de HSBS Smaller Companies Index een weging heeft van 9,7 procent is die in het fonds 20,1 procent. Het fonds heeft geen actieve regio allocatie; de percentages zijn een gevolg van de bottum-up benadering.
Waardering
Heslop zegt altijd op zoek te zijn naar ondergewaarde bedrijven. ‘Maar aantrekkelijk geprijsd moet zeker niet verward worden met lage koerswinst-verhoudingen’, benadrukt hij. Ter vergelijking, de Zweedse producent van medische apparatuur Elekta handelt op 22 keer de winst omdat het zich in een marktsegment begeeft dat een duopoly is. Het Duitse technologiebedrijf Norma Group daarentegen handelt op slechts 13 keer de winst, mede omdat het blootgesteld is aan de cyclische autoindustrie.
Het Threadneedle Pan European Smaller Companies fonds (‘Pan’ omdat het ook in het Verenigd Koninkrijk belegt), heeft sinds begin dit jaar een netto-rendement behaald van 1,8 procent. Het geannualiseerde netto-rendement over drie en vijf jaar bedraagt 69,9 procent en 50,1 procent.
Het fonds heeft een brede spreiding met 101 bedrijven in portefeuille, waarbij de posities zelden meer dan 2 procent van het fonds innemen.