Het is mogelijk passief te beleggen en het beter te doen dan de markt. Dit kan door zogenaamde passieve asset class-fondsen gebruiken die beleggen volgens het drie factormodel van Fama en French.
Dat zeggen Jan de Vries en Herman Oeberius Kapteijn van De Vries Investment Services in Alphen aan den Rijn in gesprek met Fondsnieuws.
Passieve beleggingsinstrumenten zoals ETFs en indexfondsen blijven per definitie achter bij de index die zij volgen. Deze afwijking wordt veroorzaakt door de kosten in de fondsen en doordat de fondsen niet altijd alle stukken uit de index in handen hebben.
Stijldrift
Ook is er bij ETFs en indexfondsen volgens De Vries en Oeberius Kapteijn sprake van ‘stijldrift’. Doordat de onderliggende index maar eens in de zoveel tijd wordt herwogen, voldoen niet alle aandelen in de tussenliggende tijd aan de definitie van de index. Een small cap-index bevat dus niet altijd alleen maar small caps.
Daarnaast moeten de betreffende fondsen bij de herweging van de index, ongeacht de koers, de portefeuilles weer in lijn brengen met de index. De Vries: ‘Onderzoek toont aan dat dit een negatief effect heeft op de performance.’
Fama en French
Volgens Fama en French zijn er drie factoren waarmee het rendement van aandelen voor 96 procent kan worden verklaard. Dit zijn de factoren ‘markt’, ‘small’ en ‘value’. De zogenaamde ‘small-cap’-premium en ‘value’-premium zijn gemiddeld positief en komen overal in de wereld voor, legt De Vries uit.
‘Beleggers kunnen dus een hoger rendement behalen dan het marktrendement door een gedeelte van de beleggingen bloot te stellen aan deze factoren. De beste manier om dit te doen is door gebruik te maken van zogenaamde asset-class fondsen en niet door middel van ETFs of indexfondsen,’ vindt het tweetal.
‘Het grote verschil tussen een asset-class fonds en een ETF of indextracker is dat een asset-class fonds uitsluitend belegt in aandelen die aan de definitie voldoen. De portefeuille wordt continue licht aangepast, zodat er geen stijldrift ontstaat.’
‘ETFs en indexfondsen kenmerken zich door een zeer hoog volume op het moment van de indexaanpassing, asset-class fondsen daarentegen hebben dit gespreid over de tijd. Gemeten over een jaar zijn de omloopsnelheden te vergelijken. Ook de beheerkosten liggen op hetzelfde lage niveau.’
Alle small caps
Een puur asset class-fonds bevat volgens De Vries niet de beste of grootste bedrijven uit een bepaalde regio of sector, maar alle bedrijven die aan een bepaalde definitie voldoen, dus bijvoorbeeld alle small caps uit de Verenigde Staten of alle value aandelen uit de opkomende landen.
Als gevolg hiervan is het aantal bedrijven in portefeuille veel groter dan bij reguliere trackers. Dit is volgens De Vries echter goed in verband met diversificatie.
Een punt van aandacht is volgens De Vries wel, dat er nog heel weinig aanbieders zijn die hun beleggingsbeleid inrichten op basis van het factormodel van Fama/French.
Dimensional
Ook AFM-bestuurder Theodor Kockelkoren heeft zich daar eerder in een toespraak aan de fondsenindustrie over verbaasd. De enige in Nederland beschikbare passieve asset-class-fondsen die De Vries kent, zijn de fondsen van de Amerikaanse vermogensbeheerder Dimensional.
De Dimensional Global Core index heeft volgens De Vries sinds 1999 een gemiddeld rendement van 4,84 procent per jaar gerealiseerd. De MSCI-wereld index heeft over deze periode een rendement van 2,12 procent per jaar opgeleverd. Hij verklaart de outperformance door te wijzen op de extra exposure van de Dimensional-index naar de factoren ‘small’ en ‘value’.