Risicotolerantie is niet afhankelijk van marktomstandigheden of kennis en ervaring, maar veel meer van iemands karakter. Om deze te meten moet dus een persoonlijkheidstest gedaan worden. Kansberekeningsvragen voorleggen, slaat nergens op.
Dat zei de Australiër Paul Resnik eerder deze week op een bijeenkomst georganiseerd door softwarebouwer Scope, die de techniek van Resnik geïntegreerd heeft in een nieuw gelanceerde know your customer-oplossing voor vermogensbeheerders.
Resnik geldt wereldwijd als autoriteit op het gebied van risicoprofilering. Hij richtte in 2008 FinaMetrica op, een bedrijf gespecialiseerd in psychometrische testen dat vorig jaar opging in het Canadese PlanPlus, dat software voor financieel planners ontwikkelt.
Er gaat volgens Resnik veel mis bij het vaststellen van risicoprofielen. Sommige partijen zien de vragenlijsten enkel als verplichte kost om de compliance officer en de toezichthouder tevreden te stellen, waarna ze over kunnen gaan op het echte werk, vertelt hij.
Ook worden er vaak kansberekeningsvragen gebruikt om te bepalen hoeveel risico iemand bereid is te nemen. In de praktijk blijkt volgens Resnik echter dat maar heel weinig mensen de achterliggende kans op een goede uitkomst daadwerkelijk berekenen. Deze sommen gaan mensen al snel boven de pet en dus gaan ze gokken wat ze het beste kunnen doen. ‘Zo’n belangrijke beslissing als hoe riskant je je vermogen wil beleggen, moet je toch niet laten afhangen van een aantal blinde goks?’
In plaats daarvan bevat zijn test vragen als:
Hoe makkelijke pas jij je aan als zaken financieel mis gaan?
- Heel moeilijk
- Vrij moeilijk
- Vrij makkelijk
- Heel makkelijk
of: Wat komt het eerste in je op als je aan risico denkt in een financiële context?
- Gevaar
- Onzekerheid
- Kans
- Kick
Om zijn stelling te onderbouwen dat risicotolerantie samenhangt met iemands karakter liet Resnik onderstaande grafiek zien. Deze geeft de gemiddelde risicotolerantie van mannen en vrouwen weer, over een periode van 20 jaar afgezet tegen de MSCI World (groene lijn).
De grafiek laat zien dat de gemiddelde risicotolerantie van mensen relatief constant is en niet meebeweegt met koersbewegingen of stijgt naarmate iemand ouder wordt of meer kennis en ervaring heeft, aldus Resnik. Wel kan iemands risicoperceptie veranderen.
Bovenstaande grafiek laat ook zien dat de risicotolerantie van mannen (de blauwe lijn) over het algemeen hoger ligt dan die van vrouwen (de roze lijn). Het is volgens Resnik daarom heel belangrijk koppels ieder afzonderlijk een risico-vragenlijst te laten invullen en de verschillen vervolgens te bespreken.
Hij wijst er bovendien op dat de risicotolerantie van financieel adviseurs over het algemeen hoger is dan dat van de vrouwen en de mannen. Dus zorg ervoor dat u uw risicotolerantie niet projecteert op dat van hun klanten, voegt hij eraan toe.
Een risicoprofiel moet volgens Resnik gebaseerd zijn op drie componenten: het benodigde risico, ofwel het risico dat nodig is om het gewenste vermogensdoel te halen, iemands risicocapaciteit, ofwel het risico dat iemand gebaseerd op zijn financiële en andere persoonlijke omstandigheden kan dragen, en tot slot iemands risicotolerantie. Dit laatste is het risico waarbij iemand zich comfortabel voelt.
Resnik is sceptisch over robo advisors. ‘Hoe kan een standaard algoritme nou weten wat voor iedereen persoonlijk het beste is en het zwaarste weegt. Daar is toch echt menselijk inlevingsvermogen voor nodig’, zegt hij.
En juist daar zit volgens hem de toegevoegde waarde van een goede vermogensbeheerder. ‘De basis van een goede relatie tussen een vermogensbeheerder en zijn klant is vertrouwen’, zegt Resnik. ‘In plaats van op een goede relatie, varen robo advisors op big data. Hoe kan big data nou helpen vertrouwen terug te winnen?’
Om goed beleggingsadvies te kunnen geven moet je volgens Resnik simpelweg zorgen dat je je klanten kent, dat je je producten kent en dat je altijd naar alternatieven blijft kijken.