Obligatiehandel
i-2Brvpnz-XL.jpg

Pensioenbeleggers maken de draai van heel breed gespreid beleggen, naar scherpe keuzes voor een kleiner aantal landen en bedrijven. Dat zegt het hoofd vermogensbeheer Gerald Cartigny van pensioenuitvoerder MN, Ook MN, dat de pensioenen belegt en administreert voor onder meer het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), het pensioenfonds Metalelektro (PME), maakt deze beweging.

Cartigny: ‘De eigen identiteit wordt steeds belangrijker. Je kunt straks aan een portefeuille meteen zien dat het er een van ons is.’

Diversificatie en spreiding waren de afgelopen decennia de trend: van portefeuilles die vooral in Nederland belegd waren, gingen pensioenfondsen de wereld over. Van bijna alleen obligaties en vastgoed uit de eigen regio, maakten zij de stap naar aandelenportefeuilles met duizenden namen die als twee druppels water op elkaar leken. Daarna kwam passief beleggen op: daarbij volgt de pensioenbelegger een brede (wereldwijde of regionale) index voor aandelen of obligaties.

‘Maar de trend is aan het keren’, zegt Cartigny. De zoon van een Sittardse garagehouder en voormalig ABN Amro vermogensbeheerder, zit sinds 2014 in het bestuur van MN. Dat is na APG en PGGM de derde pensioenuitvoerder van Nederland met circa 130 miljard euro onder beheer.

‘Het ene uiterste is passief volgen, zonder te letten op milieu, arbeidsomstandigheden en eisen van goedbestuur. Aan de andere kant zit wat wij ‘active ownership’ noemen: een betrokken en actieve aandeelhouder die zich voor langere tijd committeert. We zijn aan het opschuiven naar active ownership.’

Daarbij gaat het niet alleen om de jacht op rendement. Cartigny (53) : ‘Het doel is een goed pensioen in een leefbare omgeving. Ook over dertig, veertig jaar. De deelnemers van de pensioenfondsen die wij bedienen zijn vrij jong, het gaat er ook om hoe de wereld eruit ziet als zij met pensioen gaan. Als er dan geen schoon water of schone lucht is, of niet voldoende huurwoningen, dan hebben wij ons doel niet gehaald’, zegt hij. ‘Ik maak me persoonlijk heel erg sterk om klimaatrisico’s te mitigeren. Dat kunnen wij doen, door bedrijven waar wij in beleggen direct aan te spreken op wat zij daarvoor doen.’

Een voorbeeld is de aandelenstrategie die MN voor PME, het pensioenfonds van circa 46 miljard euro voor werknemers in de grootmetaal en elektrotechnische industrie, heeft opgezet. ‘De Betrokken Belegger is een portefeuille van 30 Europese bedrijven, waar PME een actieve aandeelhouder wil zijn en zeker tien jaar aan boord wil blijven. Dat past bij wat pensioenfondsen vroeger al deden: kopen en vasthouden.’

Daarnaast is er nog de breed gespreide aandelenportefeuille voor de pensioenfondsen. Maar ook daar is de afgelopen twee jaar het aantal namen (bedrijven en landen) waarin MN belegt, geslonken van 4300 naar 3700. Dezelfde beweging maakt APG, de pensioenuitvoerder van 475 miljard euro met pensioenfonds Bouwnijverheid en ABP als grote klanten, brengt het aantal namen terug van 5000 naar 3000.

Waaraan herken je straks dan een portefeuille van de pensioenfondsen bij MN? Een kant is het uitsluiten van bedrijven met activiteiten die niet passen bij de doelstellingen, zegt Cartigny. Zoals tabaksfabrikanten of producenten van clusterbommen. ‘Maar simpelweg uitsluiten is negatief. Het gaat erom: welke impact hebben je beleggingen? Hoe ga je innovatie in je achterban versterken? Hoe zorg je dat betaalbare huren in het middensegment van de grond komen?’

Cartigny en zijn team van 250 collega’s concentreren zich namens de pensioenfondsen op vier kernterreinen: energietransitie, toegang tot financiering, circulaire economie en betaalbare huur. PMT, het fonds van 68 miljard euro voor werknemers in de kleinmetaal en metaalnijverheid, heeft bijvoorbeeld geïnvesteerd in de Amsterdamse woontoren B’Mine.

‘Daarmee helpen we het middensegment van de huurmarkt, maar ook de installatiebranche, waarvan de medewerkers bij dat pensioenfonds zijn aangesloten’, zegt Cartigny. Een ander voorbeeld is het innovatiefonds voor Nederlandse hightech-, medtech- en agritechbedrijven waar PME in investeert.

MN houdt er net als pensioenuitvoerder APG rekening mee dat rendementen de komende jaren lager uitvallen. Al is de afgelopen jaren de voorspelde daling uitgebleven. ‘Tot nu toe zijn de gerealiseerde rendementen prima. We hebben een track record over zestig jaar voor PMT van ongeveer 7 procent per jaar, ná kosten. Maar ik denk niet dat we dat de komende vijf a tien jaar nog haalbaar is. Ik zou heel tevreden zijn met 5,5 á 6 procent.’

Wat betekent dat voor de pensioenfondsen? ‘Het flauwe antwoord is: zolang de rente stijgt, loopt de dekkingsgraad op. Het echte antwoord is dat we inderdaad steeds meer ons best moeten doen. Als je kijkt naar je hele productenpalet, hypotheken, bedrijfsobligaties, aandelen, dan is het allemaal erg hooggewaardeerd. Wat beleggers verdienen aan hypotheken zit ook al op het absolute minimum. Als het nog lager zakt, ga je niet meer alloceren naar die categorie. Dus het is een terechte vraag, waar geen heel simpel antwoord op is. Daarom zijn wij voortdurend op zoek: kunnen wij met onze schaal dingen doen die nieuw zijn?’

Ook Cartigny verwacht dat grote beleggers de komende jaren steeds vaker rechtstreeks bedrijven gaan financieren (direct lening) en meer gaan investeren in infrastructuur. Maar ook daar staan de rendementen al weer onder druk, omdat te veel partijen tegelijk erop duiken.

‘Dat is ook waarom we aan sommige projecten niet meedoen. Neem windmolenparken in Nederland en kijk wie die projecten uiteindelijk gewonnen hebben; dat zijn niet de Nederlandse partijen. En waarom niet? Omdat je op een gegeven moet zeggen: tegen deze lage prijzen willen wij die verplichtingen voor de lange termijn niet meer aan gaan.’

Turbulente jaren

Na een aantal turbulente jaren met een mislukt IT-project voor de pensioenadministratie en een reorganisatie staat MN weer open voor nieuwe pensioenfondsen om zich aan te sluiten als opdrachtgever voor het vermogensbeheer. ‘Dat biedt schaalvoordelen, toegang tot kapitaal, invloed in Brussel en Den Haag. Maar als je iets heel anders wilt dan wat wij nu doen, in onze filosofie en ons duurzaamheidsverhaal, dan gaat het niet door. Dan ga je tegen het schaalmodel in. Als je daar niks mee hebt, dan is onze portefeuille niet jouw portefeuille.’

Alle pensioenfondsen met een link met de maritieme- of maakindustrie zijn welkom, zegt Cartigny. Dat betekent dat het vermogen onder beheer in theorie tot 200 miljard euro kan groeien. ‘We zijn met partijen in gesprek, maar de focus van veel fondsbesturen ligt nu op de discussie over het nieuwe pensioenstelsel. Toch zou ik teleurgesteld zijn als er niet iemand voor het eind van het jaar zegt: ik ga naar MN toe.’

Copyright: Het Financieele Dagblad, 16 april 2018.

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
Yes