De Pensioenfederatie is blij met de steun die minister Koolmees van Sociale Zaken uitspreekt over de rol van Nederlandse fiduciair managers. ‘Het geeft goed aan waar de wet- en regelgeving voor staat en ook hoe pensioenfondsen in de praktijk opereren.’
Dat zegt Edith Maat, directeur van de Pensioenfederatie (foto: Harald Lakerveld), in een reactie tegenover Fondsnieuws.
Zij reageert op de schriftelijke reactie van de minister op vragen die Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) aan hem heeft gesteld. Een deel van zijn vragen ging over de rolverdeling tussen pensioenfonds en fiduciair manager.
‘Pensioenfondsbesturen voldoende kritisch’
Koolmees deelt de zorgen van Omtzigt over de rol van Nederlandse fiduciair managers niet. De minister blijft bij zijn standpunt dat de afspraken in een uitbestedingscontract de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen zijn en de overheid daarin geen rol heeft. Hij vertrouwt erop dat pensioenfondsbesturen hierbij zelf voldoende kritisch zijn.
Dit komt overeen met het standpunt van Edith Maat van de Pensioenfederatie. ‘Pensioenfondsen kijken goed naar hun contracten, ook naar die met fiduciair managers. De contracten zijn in de loop van de tijd bovendien sterk veranderd. Pensioenfondsen maken hun overeenkomsten op basis van hun eigen uitgangspunten.’
Het volledig uitsluiten van aansprakelijkheid door fiduciair managers in de praktijk, zoals Omtzigt beweerde, is volgens Maat niet aan de orde. De inhoud van de vragen van Omtzigt in februari verbaasden haar dan ook, zegt Maat.
Omtzigt’s vragen zijn onderdeel van een discussie die al langer loopt. In het najaar van 2018 diende het kamerlid een amendement in op de Verzamelwet Pensioenen 2019. Dit amendement verbood om het beleggingsbeleid uit te besteden aan een fiduciair manager. ‘Een pensioenfonds mag wel het vermogensbeheer uitbesteden, maar niet de verantwoordelijkheid ervoor’, zo viel in een toelichting op het amendement te lezen.
Dit zou erop neerkomen dat de uitvoering van het door pensioenfondsen geformuleerd beleid niet meer zou mogen worden verricht door een fiduciair manager niet meer zou mogen worden verricht. Minister Koolmees oordeelde toen dat de toevoeging van die opvatting aan de bestaande pensioenwetgeving overbodig was.
Onderzoek onder achterban
Toch zijn de vragen van Omtzigt niet voor niets geweest, vindt directeur Maat. ‘Kritische vragen van betrokken kamerleden zien we graag. Aan ons de taak om te kijken waar die vragen vandaan komen. Moeten we ons zorgen maken? Doen we dingen misschien niet goed? Wij hebben naar aanleiding van de vragen daarom ook zelf onderzoek gedaan bij onze achterban en we hebben ons oor te luister gelegd bij DNB. We konden hierbij niets vinden waaruit bleek dat wij ons huiswerk niet goed hebben gedaan’, concludeert Maat.
De antwoorden kwamen dan ook niet als een verrassing voor de Pensioenfederatie. ‘Wat ons betreft legt minister Koolmees goed uit hoe de praktijk is en wat de wettelijke eisen zijn waar pensioenfondsen aan moeten voldoen. In die zin zaten er voor ons geen verrassingen in.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: