Nederlandse pensioenfondsen verwachten uit tekorten te komen met het rendement dat zij de komende jaren op hun beleggingen halen. Dat blijkt uit de herstelplannen die pensioenfondsen uiterlijk 1 april moesten indienen bij DNB.
De berekeningen zijn gemaakt op basis van de standen per 1 januari 2020, waarmee de dalingen van de beleggingen en de rentes als gevolg van de coronacrisis niet zijn meegenomen.
Eind 2019 lag de beleidsdekkingsgraad van 150 pensioenfondsen beneden het vereiste niveau. Deze fondsen zijn verplicht om een herstelplan op te stellen en in te dienen bij de toezichthouder. In dit plan geven ze aan hoe ze verwachten binnen een periode van normaliter tien jaar uit hun tekort te komen.
In de aanloop naar het nieuwe pensioenakkoord werd eind 2019 besloten om de hersteltermijn onder voorwaarden te verlengen tot twaalf jaar. De verlengde hersteltermijn heeft voorkomen dat een handvol fondsen een kleine korting zou moeten doorvoeren, nagenoeg alle fondsen hoefden geen korting in hun herstelplan op te nemen.
DNB ontving 150 herstelplannen, waarin vrijwel alle pensioenfondsen verwachten dat het herstel uit verwachte beleggingsrendementen komt. In een herstelplan is het toegestaan om uit te gaan van, bijvoorbeeld, maximaal 5,6 procent rendement op aandelen. De meeste pensioenfondsen rekenden met dit maximale rendement.
Voor veel pensioenfondsen is dit niet het eerste herstelplan. In 2015 dienden veel fondsen ook al een herstelplan in. Ook toen werd er steeds uitgegaan van rendement als belangrijkste bron van herstel.
Bovenstaande grafiek laat echter zien dat het gerealiseerde herstel fors achterbleef bij het verwachte herstel. Waar in de herstelplannen van 2015 werd uitgegaan dat dekkingsgraad 19 procent-punt zou stijgen tot 2020, steeg deze slechts met 1 procent-punt.
De belangrijkste oorzaak hiervoor is de rentedaling gedurende deze jaren. Hierdoor werden de pensioenverplichtingen meer waard. De gerealiseerde beleggingsrendementen waren vrijwel geheel nodig om dit te compenseren. Het rendement dat hierna over was voor herstel van de dekkingsgraad, het overrendement, bleek zeer beperkt.
Op 12 juni bereikte het kabinet heeft onder leiding van minister Koolmees van Sociale Zaken een akkoord met de sociale partners over de invulling van het pensioenakkoord.
In het nieuwe akkoord gaat het pensioen zal er niet langer sprake zijn van pensioenaanspraken, maar maar administreert het pensioenfonds voor deelnemers een voor pensioen bestemd vermogen. Feitelijk komt dit neer op een overgang van defined benefit naar een ‘defined contribution’ stelsel. Sturingsmiddelen zoals de dekkingsgraad en het vereist eigen vermogen komen hiermee te vervallen.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is voornemens de wet begin 2021 in te dienen. Hierop volgen naar verwachting consultatierondes. De daadwerkelijke voltooiing van de wetgeving volgt naar verwachting in 2022. Na een transitieperiode dienen alle pensioenfondsen in 2026 hieraan te voldoen.
Lees ook: