Een wetsvoorstel van de De Kamercommissie Financiën geeft pensioenspaarfondsen de mogelijkheid om 10 procent van de portefeuille in alternatives te beleggen. Verwacht echter geen grote wijzigingen in het beleid van deze fondsen.
Pensioenspaarfondsen zitten sinds in een strakker keurslijf dan andere beleggingsfondsen. Aangezien zoveel Belgen erin beleggen, wou de regelgever het risico verkleinen. Verschillende asset managers zijn al een tijdje vragende partij om de wetgeving op pensioenspaarfondsen te verruimen om het beheer van deze fondsen efficiënter te kunnen maken. Onder impuls van vier Kamerleden van blauwe signatuur (OPEN VLD en MR) wordt het speelveld uitgebreid. De belangrijkste wijziging is dat pensioenspaarfondsen 10 procent van hun vermogen onder beheer in alternatieve beleggingen mogen plaatsen.
Voor Danièle Barthélemy, global head of institutional portfolio management bij Candriam (beheerder van de pensioenspaarfonsen) en Bart Van Poucke, senior portfoliomanager van BNP Paribas Asset Management, bieden alternatieven opportuniteiten, verhogen de diversificatie en dragen bij tot het rendement.
Infrastructuur zorgt volgens Barthélemy voor stabiele cashflows op langere termijn tegen een lagere volatiliteit en met een hoge visibiliteit. ‘Infrastructuur heeft een profiel dat beter aansluit bij de lange beleggingshorizon van een pensioenfonds.’ Hetzelfde geldt voor private equity omdat evenzeer op langere termijn moet worden gewerkt. ‘Private equity biedt de mogelijkheid om al zeer vroeg te investeren in start-ups en venture capital. Op die manier kan de belegger toegang krijgen tot pareltjes, die bij uitstap mooie rendementen kunnen opleveren.’
Van Poucke voegt er aan toe dat ‘beide activaklassen minder onderhevig zijn aan de bokkensprongen van de financiële markten en aldus stabiliteit kunnen brengen en het risicoprofiel van het fonds kunnen temperen.’ Voor de BNP Paribas AM beheerder blijft de impact op het risico/rendementsprofiel van de pensioenspaarfondsen beperkt vanwege de maximale toegestane blootstelling aan deze beleggingen.
Uitdagingen
Er moeten ook kanttekeningen worden gemaakt, op het vlak van waardering en liquiditeit. Aangezien private equity noch infrastructuur op een gereglementeerde markt noteren, is het niet evident deze activa te waarderen. Daarenboven is er minder informatie publiek beschikbaar waardoor het voor beheerders moeilijker is een gefundeerde opinie te vormen. Ook liquiditeit is een aandachtspunt. Deze beleggingen kunnen niet zomaar verkocht worden. Dit kan een probleem geven als er ooit grote outflows zijn.
Voor Bart Van Poucke is het duidelijk dat een langetermijnvisie, een zeker engagement en voldoende spreiding noodzakelijk zijn om tot gedegen resultaten te komen. ‘Meestal worden beleggingen in private equity en infrastructuur voor meerdere jaren aangegaan want vergeet niet dat de risico’s en de kosten hoger liggen dan bij klassieke beleggingen.’ Beleggen in het tweetal gebeurt volgens Danièle Barthélemy bij voorkeur via fondsen omwille van de grote omvang van individuele projecten op het vlak van infrastructuur en de nodige opvolging van de bedrijven in het kader van private equity.
Praktisch bekeken
Het is onwaarschijnlijk dat pensioenspaarfondsen op korte termijn 10 procent van hun activa in deze segmenten zullen beleggen. ‘We zitten momenteel nog in een beginfase en gaan niet over één nacht ijs om dit nieuw gegeven in onze pensioenspaarfondsen op te nemen. Of we dit voor de 10 procent gaan benutten, hangt af van onze interne analyses en de potentiële beleggingen die we geschikt achten. Binnen BNP Paribas hebben wij de nodige expertise om van start te gaan.’
Bij Candriam is hetzelfde geluid te horen omdat factoren zoals waardering, liquiditeit en transparantie in rekening moeten worden gebracht en met risico’s zorgvuldig moet worden omgesprongen. Hoewel Candriam continu zelf haar expertise vergroot, kan ze terugvallen op moedermaatschappij New York Life. ‘New York Life heeft over de jaren waardevolle expertise opgebouwd in verschillende domeinen, waaronder private equity en infrastructuur.’
Extra bewegingsruimte
De uitbreiding naar alternatives is niet de enige wetswijziging. Beleggen in geldmarktfondsen en wisselkoersrisico’s indekken, behoren ook tot de mogelijkheden. Danièle Barthélemy vindt dit een goede zaak. ‘De mogelijkheid om in geldmarktfondsen te beleggen zorgt gezien de negatieve rente voor een alternatief. Men is niet meer verplicht om dagelijks cashposities te beleggen. Dat is tijdsintensief, terwijl er weinig extra rendement kan mee worden geboekt. Dit instrument zal vrij snel zijn intrede maken.’
Daarnaast mag de impact van het gebruik van futures en valutatermijncontracten volgens beheerder Van Poucke niet onderschat worden. ‘De nieuwe wetgeving laat onder andere toe om meer wereldwijd te beleggen zonder daarbij direct het muntrisico te verhogen, wat de diversificatie van beleggingen ten goede komt. Gelijktijdig moeten we niet langer onze posities verlagen in niet-EUR markten, als we het risico op wisselkoerseffecten te groot vinden, maar de markt zelf nog steeds attractief vinden.’