Hofvijver, parlement
i-9DRQK8S.jpg

Door een combinatie van lagere beleggingsopbrengsten en hogere staatsschulden, mede als gevolg van Covid-19, komen toekomstige pensioenen onder druk te staan. Dat geldt ook voor Nederland, dat voor de derde keer op rij tot het beste pensioenstelsel ter wereld is gekozen.

Tot die conclusie komen de initiatiefnemers van de Global Pension Index 2020: Mercer en CFA Institute. Ze zijn van mening dat het ondanks die bevestiging toch goed is dat het pensioenstelsel op de schop gaat.

In de Global Pension Index zijn de pensioenstelsels van 39 landen wereldwijd getoetst. Op de tweede plaats in deze index staat Denemarken en Israël, dat voor het eerst in de lijst is opgenomen, is met stip op de derde plaats binnengekomen. 

Het zijn alleen Nederland en Denemarken die voor de derde keer op rij de A-status voor hun pensioenstelsel krijgen. Nederland behoudt met een indexwaarde van 82,6 zijn toppositie. Getoetst werd op parameters als toereikendheid, toekomstbestendigheid en integriteit.

Ons land scoorde het hoogste op toereikendheid (81,5), Denemarken op duurzaamheid (82,6) en Finland op integriteit (93,5). Mexico scoorde het laagst op toereikendheid (36,5), Italië op duurzaamheid (18,8) en de Filippijnen op integriteit (34,8).

Toch stelselwijziging nodig 

Toch gaat ‘het beste pensioenstelsel ter wereld’ komende jaren op de schop vanwege het Pensioenakkoord dat vergaande aanpassingen in het stelsel tot gevolg heeft. Behalve met lage rendementen, heeft het ook te maken met de stijgende levensverwachting en de toenemende druk op middelen.

Marc Heemskerk, pensioenexpert bij Mercer Nederland, zegt: ‘Ook vóór de coronacrisis stonden pensioenstelsels wereldwijd onder toenemende druk om de pensioenuitkeringen te behouden, daarom is in Nederland het Pensioenakkoord opgesteld. Het klinkt tegenstrijdig dat we het beste pensioenstelsel ter wereld gaan veranderen, maar het is noodzakelijk om voor een goede toekomstige pensioenvoorziening te kunnen zorgen en zo’n toppositie te behouden. De gestegen staatsschulden en aanstaande recessie leggen juist druk op de handhaving van onze landelijke pensioenambitie.’

 

Op de impact van corona wordt wereldwijd verschillend gereageerd, waar het om de pensioenstelsels gaat. In sommige landen hebben regeringen bijvoorbeeld tijdelijk toegang tot gespaarde pensioenen gegeven of de verplichte bijdragen verlaagd om de liquiditeitspositie van huishoudens te verbeteren. De twee belangrijkste pensioenstelsels uit de index, Nederland en Denemarken, hebben dat niet gedaan.

Vertrouwen toch gering 

‘Nederland heeft een volwassen pensioensector met goede systemen waarmee de nummer 1 ranking te verklaren valt. Echter, uit tal van internationale onderzoeken over maatschappelijk vertrouwen blijkt dat ons pensioenstelsel tot de hekkensluiters behoort’, zegt Gerben Jorritsma, bestuurslid van CFA VBA Nederland.

‘De voornaamste verklaring voor dit paradoxale gebrek aan vertrouwen vindt zijn oorsprong in de complexiteit van financiële vraagstukken, waaronder pensioen. Daar lijkt dan ook voor een belangrijk deel de kern van de oplossing te liggen. Heldere en begrijpelijke communicatie over pensioenvraagstukken zijn een eerste vereiste. Daarnaast zijn aanvullende initiatieven nodig om een duidelijk handelingsperspectief voor deelnemers te scheppen. Denk aan verruimde keuzemogelijkheden, maatwerk met betrekking tot uitkeringen in de loop van de tijd, en persoonlijke vaststelling van het door deelnemers gewenste beleggingsrisico in de opbouwfase tot aan de pensioendatum.

DB versus DC

Het vernieuwende karakter hiervan betreft de symbiose tussen het realiseren van positieve welvaartseffecten (hogere pensioenuitkeringen) en de aansluiting op de persoonlijke voorkeuren van deelnemers met betrekking tot hun emotionele risicobereidheid. Met name dat laatste kan een belangrijke positieve bijdrage leveren aan het herstel van vertrouwen en draagkracht voor het Nederlandse pensioenstelsel.’

 

De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel heeft vergaande gevolgen. ‘Voor beschikbare premieregelingen (DC-regelingen) is maatwerk noodzakelijk. Zelfs voor de standaard middelloon regelingen (DB-regelingen) is werk aan de winkel. Werkgevers moeten wettelijk verplichte transitieplannen maken, waarbij veel rekenwerk nodig is om evenwichtigheid aan te tonen. Ook pensioenuitvoerders zijn aan de beurt. Zij zullen veel aandacht moeten besteden aan de uitvoering, en eveneens aan het rekenwerk om de evenwichtigheid van de contractovergang aan te tonen. Daar liggen de uitdagingen voor de komende tijd en goede communicatie is daarbij cruciaal’, zegt Heemskerk. 

 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No