De grootste Nederlandse pensioenuitvoerders PGGM, APG en MN hebben het mes gezet in de bonussen voor hun medewerkers. Ze stellen dit gedaan te hebben vanwege de voortdurende maatschappelijke discussie over beloningen.
‘We trekken ons daar iets van aan’, aldus de zegsman van PGGM, de pensioenuitvoerder voor onder meer de zorg.
Wetgeving
De variabele beloningen van de directieleden en managers van de drie pensioenuitvoerders zijn grotendeels afgeschaft. Ter compensatie zijn hun salarissen verhoogd. De medewerkers van de afdeling vermogensbeheer kunnen nog wel rekenen op bonussen, al zijn die wel veelal verlaagd. APG, de pensioenuitvoerder van de ambtenaren en de bouw, heeft dit per 2015 ingevoerd. PGGM en MN versoberden de beloningen al in 2014.
Dat blijkt uit een inventarisatie van Het Financieele Dagblad. Aanleiding voor de versobering was de nieuwe bonuswetgeving, die voorschrijft dat beleidsbepalers in de financiële sector nog maar een bonus van maximaal 20 procent van het vaste salaris mogen krijgen. Voor vermogensbeheer geldt dit plafond niet.
De pensioenuitvoerders zijn echter veelal verder gegaan dan de wet bepaalt. Bij PGGM is vorig jaar bijvoorbeeld bij 460 van de 630 medewerkers die recht hadden op een variabele beloning de bonus volledig geschrapt. Hun vaste salaris werd ter compensatie wel verhoogd met 50 procent van de bonus. De overige 170 waren vermogensbeheerders. Hun bonussen zijn gemaximeerd op 20 procent, terwijl de wet geen plafond dicteert.
‘Wij hebben dit gedaan vanwege de maatschappelijke discussie’, aldus de zegsman van PGGM. Daarbij speelt volgens hem mee dat PGGM als aandeelhouder regelmatig bedrijven aanspreekt op te hoge beloningen. ‘Dan moet je zelf ook het goede voorbeeld geven’, aldus de zegsman.
Uitzondering
Aan externe beleggers betaalt de uitvoerder nog steeds wel forse prestatievergoedingen. PGGM probeert die naar eigen zeggen wel terug te brengen. ‘Maar dat duurt langer. Het is gemakkelijker om het bij jezelf te veranderen’, zegt de woordvoerder. PGGM betaalt overigens ook zelf nog steeds bonussen tot 80 procent van de vaste beloning aan een ‘beperkt aantal’ vermogensbeheerders. De woordvoerder wil niet zeggen om hoeveel mensen het gaat. ‘Maar dat aantal is zeer beperkt. Het gaat om een aantal experts met specifieke beleggingskennis, die niet voor minder te krijgen zijn.’
Bij APG, dat rond de 400 miljard euro in beheer heeft, is vorig jaar in de cao afgesproken dat medewerkers geen bonus meer krijgen per 2015. De variabele beloning was tot dan toe maximaal 10 procent van het vaste salaris. Ter compensatie hebben de medewerkers 5 procent meer vaste beloning gekregen. Een aantal ‘sleutelfiguren’ heeft volgens de zegsman nog wel recht op een bonus, maar die is gemaximeerd op 20 procent.
Daarnaast verstrekt APG bij vermogensbeheer nog steeds bonussen, doorgaans tot 20 procent maar ongeveer 20 personen krijgen tot 60 procent. ‘Een van de voorwaarden bij de bonussen is wel dat de pensioenen verhoogd worden met de inflatie’, benadrukt de zegsman. De pensioenen onder beheer bij APG zijn al jaren niet geïndexeerd, waardoor de bonussen dus lager zullen zijn. In totaal maken dit jaar nog circa 200 van de 3450 medewerkers bij APG kans op een bonus.
Bij MN, dat onder meer de pensioenen van de metaalfondsen beheert, is de hoofddirectie en het management de keuze voorgelegd of ze wilden afzien van hun bonus in ruil voor een vaste beloning (van 50 procent van de bonus) of niet. Ze hebben alle 30 hun bonus vaarwel gezegd. Daardoor hadden vorig jaar alleen nog 57 medewerkers bij vermogensbeheer recht op een extraatje. Aan 55 van hen is dit ook uitgekeerd. Het ging gemiddeld om 12 procent van het vaste salaris. Volgens de zegsman zijn de bonussen bij de beleggers onder meer niet afgeschaft, omdat het anders lastig is mensen aan te trekken.
De raden van bestuur van de pensioenuitvoerders hadden eerder al afstand gedaan van hun bonussen.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 28 mei 2015.