De nieuwe pensioenwet is in gevaar. Van de vier mogelijke regeringspartijen is de VVD een lauwe voorstander, PVV en BBB zijn tegen en de woordvoerder van NSC zegt de wet zo veel mogelijk te willen inperken en alleen te willen toepassen voor nieuwe premies.
Pensioenbestuurders die de wet aanprijzen hebben bovendien weinig geloofwaardigheid. Vervolgens blijft alleen DNB over als kampioen van de nieuwe wet, maar de toezichthouder maakte de fout de fondsen te dwingen te gokken op een almaar dalende rente, zelfs in 2021-2022 toen DNB ons uitlegde dat de rente zou stijgen.
In dit nieuwe jaar komt de nieuwe pensioenwet van twee kanten onder vuur. Er zullen zeker rechtszaken komen van gepensioneerden die bezwaar maken tegen de aantasting van hun eigendomsrecht. Die lijken mij kansrijk. Ze kunnen bijvoorbeeld verwijzen naar een duidelijke uitspraak van de Britse toezichthouder, de Pensions Regulator: “We believe it is likely to be in the best financial interests of the majority of members to remain in their DB scheme…. It is also unlikely that the application of best estimate assumptions used to calculate the transfer value would provide benefits of equal value to those given up.” Het zal dan heel moeilijk worden voor de Staat om te betogen dat haar paternalisme in het belang is van de gemiddelde gepensioneerde die meedoet met zo’n juridische actie.
De tweede aanval komt van actuaris en Kamerlid Agnes Joseph. Haar voorstel om het “invaren” te beperken tot nieuw in te leggen premies suggereert dat óf de nieuwe wet een verslechtering is en dat de reikwijdte dus zo veel mogelijk moet worden ingeperkt, óf dat “invaren” zo kostbaar is en ook zo sterk afhangt van actuele rentestanden, dat de nieuwe wet terug moet naar de tekentafel om het “invaren” anders te regelen. Beide suggesties zijn niet goed voor de overlevingskansen van de nieuwe wet.
De Nederlandsche Bank blijft dan over als belangrijkste kampioen van de nieuwe wet. Tegenstanders van de wet zullen er dan op wijzen dat DNB een aantal betwistbare keuzes heeft gemaakt. Ik noem er drie:
- Ook als men kiest voor een waardering van de passiva met hulp van een yield curve, dan had die anders en hoger kunnen worden vastgesteld.
- DNB had een strenge eis van volledige dekking van de al ingegane pensioenen via een rentecurve-waardering kunnen combineren met een beoordeling van de pensioenen in de opbouwfase met behulp van een meer realistische discontovoet (zie opnieuw de website van de Britse toezichthouder).
- DNB had de actuarissen van de fondsen een eigen bevoegdheid kunnen geven bij de keuze van de parameters voor de verplichtingen aan de actieve deelnemers. Zo veel hangt af van veronderstellingen over levensverwachting, toekomstige premies en toekomstige rendementen. DNB heeft de fondsen op een procrustesbed gedwongen, en heeft daarmee de rol van toezichthouder ingevuld op een wijze die geen recht doet aan verschillen tussen bedrijfstakken.
Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.