peter_de_coensel.jpg

2019 was niet enkel een geweldig jaar voor de aandelenmarkten, maar ook voor obligaties. Onlangs kregen we nog een verlenging, toen de Griekse 10-jarige obligatie onder de 1 procent rente dook. Ongezien, en goed voor een enorm rendement op enkele jaren tijd. Peter De Coensel, CIO Fixed Income van Degroof Petercam Asset Management (DPAM) stelt dat we in een overgangsjaar zitten.

De afgelopen tien jaar hebben veel marktparticipanten en ook de media gesteld dat we ons moesten klaarmaken voor hogere langetermijnrentes. De Coensel stelt dat zij in feite beleggers schrik aanjoegen, en ervoor zorgden dat ze de geweldige obligatierendementen van de afgelopen tien jaar zijn misgelopen. Het ondenkbare gebeurde, en in 2019 besliste de beleggersgemeenschap om de handdoek in de ring te gooien: het narratief voor hogere rentevoeten werd verlaten. Samen met het IMF zocht iedereen aansluiting bij dit ‘Low for Longer’ verhaal.

Voorzichtigheid

De Coensel: ‘We roepen eerder op tot voorzichtigheid en minder zelfgenoegzaamheid op het vlak van rente- en kredietrisico. Deze beleggingsargumenten hebben betrekking op een horizon van twee tot vijf jaar, en zijn gerelateerd aan de volgende observaties.
Ten eerste denken we dat de globalisering zal blijven afnemen. We zullen eerder een wereld ingaan van regionalisering, die gebaseerd is op kortere waardeketens en een toename van bevoorradingsbeperkingen. Die transformatie zal opwaartse druk uitoefenen op de prijsinflatie. In combinatie met de aanvaarde stijging van de lonen, bedoeld om de ongelijkheid te verminderen, maken we ons op voor hogere inflatieverwachtingen. Dat zal echter niet in één rechte lijn verlopen, maar het zorgt er wel voor dat we een mooie positie in inflatiegelinkte obligaties hebben. Geduld is een must.’

Centrale banken: andere rol

De Coensel denkt ook dat de centrale banken niet meer als enige verantwoordelijk zullen zijn voor het realiseren van de financiële mandaten, en ondertussen de prijsstabiliteit moeten verzekeren. Het monetair beleid zal minder doorslaggevend worden en de centrale banken zullen een meer ondersteunende rol krijgen, in plaats van een leidende. De beruchte ‘centrale bank put’ die risicovolle en risicovrije markten beschermt door snel de beleidsrente te verlagen en/of door grootschalige activa-opkoopprogramma’s te lanceren, zal in vraag worden gesteld.

Positionering

De Coensel: ‘Voor gebenchmarkte beleggers in obligaties passen we een lager dan gemiddeld duration toe. We kiezen ondertussen ook aantrekkelijke risicopremies op obligaties om positieve total returns te realiseren. Ons unconstrained wereldwijd obligatiefonds zet in op kapitaalbehoud en -groei en heeft een gematigd durationprofiel van zowat vijf jaar. 
We gaan ook zelfgenoegzaamheid uit de weg en richten ons op de selectie van kwalitatieve overheids- en bedrijfsobligaties in verschillende sectoren: overheidsobligaties uit ontwikkelde versus opkomende landen, en investment grade versus high yield bedrijfsobligaties.’

Kansen

De Coensel benadrukt dat er nog steeds veel kansen zijn op de obligatiemarkten. Hij maakt de obligatieportefeuilles van DPAM robuust door niet-gedecorreleerde investeringen toe te voegen, en door actief gebruik te maken van het valutarisico, dat bepaalde diversificatievoordelen biedt op langere termijn. Binnen de unconstrained strategie (DPAM L Bonds Universalis Unconstrained) resulteert dit in een hogere allocatie in Australische, Nieuw-Zeelandse, Canadese en Zweedse overheidsobligaties, naast Mexicaanse en Zuid-Afrikaanse accenten met de nodige kwaliteit. De Coensel voegt ook wat hij noemt ‘anti-fragile’ instrumenten toe zoals Zwitserse credit, Japanse overheidsobligaties en een beperkte allocatie in kredietbescherming.

Lagere rendementen

De Coensel besluit dat we de fundamentele veranderingen die de obligatierendementen de komende tien jaar zullen bepalen, niet mogen negeren als obligatiebeleggers. De verwachte rendementen zullen lager zijn dan in de periode 2010-2020. Het huidige volume van meer dan 14 biljoen dollar aan obligaties met negatieve rente is niet houdbaar. Een meer passieve houding van de monetaire overheden en toenemende inflatieverwachtingen zullen de langetermijnrentes volgens hem geleidelijk aan hoger duwen.

De kapitaliserende aandelenklasse (institutioneel) van Universalis Unconstrained leverde op tien jaar een geannualiseerd rendement op van 5,42 procent, aldus Morningstarcijfers. 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No