PGGM gaat een unieke co-investeringsovereenkomst aan met het het Zweedse pensioenfonds Alecta voor indirecte bankleningen. Binnen deze samenwerking koopt PGGM 70 procent en Alecta 30 procent van elke co-investeringstransactie.
PGGM is sinds eind 2006 actief op de markt voor zogenaamde Credit Risk Sharing (CRS) transacties. Via deze beleggingen deelt de pensioenbelegger in het kredietrisico dat banken lopen als onderdeel van de leningen die zij verstrekken aan hun klanten.
Namens PFZW heeft PGGM een portefeuille opgebouwd van 5 miljard euro per 31 maart 2020. Met een trackrecord van gemiddeld 10 procent rendement per jaar sinds de start, is PGGM een van de meest succesvolle en grootste investeerders op dit gebied.
Daarnaast is de manier waarop PGGM deze portefeuille heeft vormgegeven relatief uniek: de leningen blijven namelijk op de balans van de bank en PGGM dekt een deel van de kredietverliezen, die mogelijk optreden in een vooraf geselecteerde portefeuille.
Door dit kredietrisico te delen met institutionele beleggers, kan een bank de leningenportefeuille beter beheren en meer leningen uitgeven. Voor de belegger geeft het een exposure naar unieke kredietrisico’s die anders niet voorhanden zijn.
PGGM vindt het belangrijk om de markt van transacties met risicodeling op verder te ontwikkelen. Als zodanig omarmt PGGM het feit dat een groot gelijkgestemd pensioenfonds op dezelfde manier wil beleggen, laat de pensioenbelegger weten in een persbericht.
Alecta beheert bedrijfspensioenregelingen voor 2,6 miljoen mensen en 35.000 bedrijven in heel Zweden. Op 31 december 2019 had Alecta een beheerd vermogen van SEK 963 miljard, wat gelijk is aan circa 90 miljard euro.
De samenwerking is voor Alecta onderdeel van hun uitbreiding naar private beleggingen. Daarnaast hoopt het Zweedse pensioenfonds door een deel van het kredietrisico voor banken over te nemen, samenlevingen te ondersteunen in de huidige uitdagende tijden.
Tony Persson, Alecta’s hoofd van Fixed Income and Strategy voegt toe: ’Dit is waarschijnlijk de eerste keer dat twee van de grote Europese pensioenfondsen zo nauw samenwerken bij het alloceren van kapitaal en het genereren van een gezond rendement terwijl ze samenlevingen ondersteunen in uitdagende tijden.’