
De mooie zomer is op het moment van schrijven bijna naadloos overgegaan in de herfst. De zomer zagen we een stevige rally in overheidsobligaties, of een daling van de rentes. Maar op het gebied van de aandelenmarkten was het kalm als de Middellandse zee op een windstille dag. Maar dit wil niet zeggen dat er onder het wateroppervlak geen spannende dingen gebeurden.
Want na een periode van zowat tien jaar van underperformance ten opzichte van de groeiaandelen, wisten de waardeaandelen (value stocks) op relatieve basis voorzichtig recht te krabbelen. Of anders gezegd, cyclische waarden, grondstofgerelateerde waarden en banken deden het voor het eerst sinds lang eventjes beter dan technologieaandelen en defensieve groeiers, zoals onder andere de voedings- en drankaandelen.
Het is nog veel te vroeg om daar al grote conclusies uit te trekken. We kunnen nog zeker niet spreken van een trendomkeer. Maar toch is het iets wat je als belegger gezien moet hebben en wat je met een meer dan gemiddelde aandacht moet blijven opvolgen. De groeiaandelen doen het beter als de rente daalt, wat met enkele tussenpozes zowat de afgelopen tien jaar het geval is geweest. Waardeaandelen doen het traditioneel beter als de rente stijgt (de banken), wat meestal gepaard gaat met een sterkere economie (goed voor cyclische waarden en grondstoffenaandelen). Kort door de bocht doen groeiaandelen het beter wanneer er over het algemeen weinig groei is en diegenen die toch wat groei kunnen voorleggen, worden daar stevig voor beloond. Waardeaandelen hebben dus liever een omgeving van een stevig aantrekkende economie, waar het opkomende tij al de boten optilt en iedereen een betere omzet en betere resultaten kan laten zien.
Wil Mister Market ons, als dit een nieuwe trend zou zijn, zeggen dat er een periode van hogere wereldwijde groei aan komt? Een verbetering die dan ook langzaam maar zeker leidt tot hogere rentes? Dat is tenminste wat de centrale bankiers in gedachten hebben met hun laatste renteverlagingen en kwantitatieve versoepeling. Het is ongetwijfeld ook wat Donald Trump graag zou zien gebeuren in aanloop naar zijn mogelijk tweede termijn in het Witte Huis. Er is een oud Wall Street gezegde dat zegt: “Don’t fight the Fed”. En in dit geval zijn het alle centrale banken en de Amerikaanse president. Vanzelfsprekend is er een lange lijst van risico’s en geopolitieke zorgen, een lijst die elke dag nog langer wordt. Maar toch kunnen we, als we de traditioneel moeilijke maanden van september en oktober gepasseerd zijn, een verderzetting van de rally naar het einde van het jaar toe, en zelfs in het verkiezingsjaar 2020, niet uitsluiten.
We beleven historische tijden op de financiële markten. Voor de zomer werd er al heel wat gezegd en geschreven over de Modern Monetary Theory (MMT). Die komt er beknopt op neer dat de overheden perfect hun tekorten kunnen laten oplopen om de economie te stimuleren, als de centrale banken maar doorgaan met die schuld op te kopen. Mario Draghi heeft tijdens zijn laatste vergadering als ECB-voorzitter al een serieuze aanzet gegeven om het tweede luik van MMT in orde te brengen. In de VS hebben ze, als we naar hun overheidstekort kijken, ook geen probleem met het eerste luik. En ook India kondigde onlangs een reeks belastingverlagingen aan. In Europa lijkt het momenteel, ondanks de aansporingen van de voorzitter van de ECB om het geld dat vrijkomt door de lagere intrestlasten te laten rollen, nog net iets minder vanzelfsprekend. Maar ook daar lijkt het tij te keren. Komt er dan eindelijk inflatie en een hogere rente? De tijd zal het uitwijzen.