Hoe reageert hij op een jobaanbieding uit de Arabische Emiraten? Welk boek veranderde zijn leven? En waarom zit hij altijd strak in het pak? Philippe Gijsels, hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis, vertelt hierover in podcast De Spiegel.
Philippe Gijsels is hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis. ‘Als je aan mijn dochter vraagt wat ik doe, zal ze zeggen dat ik word betaald om naar schermen te kijken, te gokken, uit eten te gaan, de trein te nemen en dan thuis te vertellen hoe zwaar mijn dag was’, lacht hij.
Samen met collega en hoofdeconoom Koen De Leus schreef hij De nieuwe wereldeconomie, dat vorig jaar uitkwam. Het boek is met meer dan 11.000 verkochte exemplaren een bestseller en haalde recent nog de Summer Reading List van de Financial Times. Voor Gijsels was het zijn eerste boek. ‘Het is een fantastische ervaring. Intussen heb ik al twee nieuwe boeken in mijn hoofd: een fictieverhaal dat draait rond een hefboomfonds en een non-fictie boek over traden, dat ik graag opnieuw met Koen De Leus wil schrijven.’
Angst
Gijsels groeide op in een warm nest. ‘Als enig kind ben ik erg beschermend opgevoed. Nu heb ik zelf twee kinderen van 18 en 20 jaar. Ik probeer hen meer vrijheid te geven, zodat ze zich niet beklemd voelen. Dat lukt niet altijd, maar ik heb al grote stappen gezet. Van nature ben ik erg bezorgd en zelfs een beetje angstig. Iedereen die me kent, weet dat vrienden, familie en vooral mijn kinderen voor mij het allerbelangrijkste zijn. Ik wil niet dat hen iets overkomt. Maar dat is het leven: kansen grijpen, maar ook de risico’s niet negeren. Dat is het fundament van alles, ook van beleggen.’
Olivetti
De moeder van Gijsels was kapster, zijn vader werkte bij grootbank KBC als beleggingsspecialist. ‘Thuis ging het altijd over aandelen. Ik kreeg dat met de paplepel ingelepeld. Op vakantie had mijn vader altijd een krant nodig om de aandelenkoersen te volgen. Ik vond dat altijd al fascinerend. Ik was amper 12 jaar toen ik van mijn vader voor een beperkt bedrag aandelen mocht kopen.’
‘Ik herinner me zelfs nog het eerste aandeel dat ik ooit kocht: Olivetti, een producent van typemachines. De aandelenkoers stond heel laag, maar daar bleek een reden voor te zijn. Olivetti slaagde erin verlieslatende typemachines te maken en ging uiteindelijk failliet. Als eerste beurservaring kon dat tellen. Daarna keek ik vooral naar de koers-winstverhouding en kocht ik aandelen van staalbedrijven, maar ook dat ging mis. Zo heb ik als jonge tiener al alle fases in het leven van een belegger doorlopen. Ik ben blij dat ik al die fouten op jonge leeftijd kon maken.’
De magie van de marktenzaal
Gijsels studeerde handelsingenieur. ‘Dat was altijd al met het idee om iets te doen met de aandelenmarkten.’ Hij liep stage bij Generale Bank (later Fortis Bank) en kwam al snel in de marktenzaal terecht, waar toen nog vijfhonderd mensen werkten. ‘Dat waren de gouden jaren. Het voelde meteen als thuiskomen. In de marktenzaal kom ik tot rust. Mensen hebben daar een verkeerd beeld van: zelfs als er veel traders zijn, zitten ze allemaal rustig naar hun computerschermen te staren. Ze hebben soms grote posities ingenomen, en in een paar minuten of zelfs seconden kan er veel geld van hand wisselen. Van buitenaf ziet dat er rustig uit, maar binnenin bij de traders broeit het.’
Gijsels is zo verknocht aan de marktenzaal dat hij in 2013, toen hij de vraag kreeg om hoofdstrateeg te worden, als voorwaarde stelde dat hij een zitje in de marktenzaal wilde behouden. ‘Ik kom daar nog graag om na te denken en tot rust te komen.’
Heimwee
Gijsels loopt altijd strak in een donker pak, met wit hemd en een das. ‘Ik vind het jammer dat bankiers steeds minder vaak een kostuum met een das dragen. Voor mij is dat de logica zelf. Je weet nooit wat de dag brengt en het kan perfect zijn dat er iets gebeurt op het wereldtoneel en dat je een televisie-interview moet doen. Ook als je een zaal voor cliënten toespreekt, moet je er goed uitzien. Misschien ben ik ouderwets. En misschien komt het ook omdat ik heimwee heb naar iets wat ik nooit heb meegemaakt: het Wall Street van de jaren ‘20 en ‘30, met iconische figuren zoals Jesse Livermore. Die zaten ook altijd strak in het pak.’
Honkvast
Gijsels kijkt met grote fascinatie naar de Angelsaksische beurswereld en is een veelgevraagd analist bij internationale financiële media. Toch heeft hij zelf nooit de oversteek gemaakt.
‘Ik raad onze stagiaires altijd aan om het eens te proberen in Londen, Singapore of New York. Maar ik heb dat zelf nooit gedaan. De sympathieke papa in mij zegt dat ik mijn kinderen wilde zien opgroeien. Ik werk nu twee tot drie keer zoveel uren als ik officieel zou moeten. Maar als de kinderen een moeilijk examen hebben en het nodig is dat ik een namiddag met hen doorbreng, twijfel ik geen seconde. Maar eerlijk gezegd, heb ik het ook gewoon niet gedurfd. En dat is niet erg. Ik heb sterk het gevoel dat sommige dingen gewoon zo moeten zijn. Dat het universum ons een duwtje in een bepaalde richting geeft, zodat we precies daar komen waar we moeten zijn, zonder precies te weten waarom.’
Doodskist
Welk boek heeft het leven van boekenwurm Philippe Gijsels veranderd? ‘De afgelopen tien à vijftien jaar ben ik veel rustiger geworden. Seven Habits of Highly Effective People van Stephen Covey heeft me daarbij enorm geholpen. Ik kan het iedereen aanbevelen. Ik ben van nature heel onrustig, pieker veel en zie overal risico’s. Ik vraag me vaak af of ik wel goed bezig ben. Vroeger had ik vaak het gevoel dat wanneer ik met mijn kinderen bezig was, ik mijn werk verwaarloosde. En omgekeerd.’
Een van de gedachtenexperimenten uit 7 Habits is om te handelen met het ultieme einde in gedachten. Wat wil je dat mensen zeggen wanneer ze naast jouw doodskist staan? ‘Dan wil ik dat mijn vrouw zegt dat hoewel ik een oude zeur was, ik veel voor haar heb betekend. Ik wil dat mijn kinderen zeggen dat ik heel erg mijn best voor hen heb gedaan. En ik wil dat vrienden zeggen dat ik er altijd voor hen was. Of ik een goede hoofdstrateeg was, is dan veel minder belangrijk. Die gedachte heeft me geholpen om langetermijndoelstellingen en prioriteiten te stellen. En dat heeft me rust gegeven. En ik heb zelfs de pretentie om te zeggen dat ik een betere hoofdstrateeg ben omdat ik die innerlijke rust heb gevonden.’
Val van Fortis
Gijsels werkt al zijn hele carrière bij dezelfde financiële instelling. Hij begon bij Generale Bank, dat later opging in Fortis Bank en daarna in BNP Paribas. ‘Als ze in Londen naar mijn cv kijken, denken ze misschien dat ik een probleem heb. Ik ben nu eenmaal rotsvast en risicoavers. Je kunt pas een deur openen als een andere dichtgaat. Maar je moet wel het lef hebben om die deur dicht te doen. Dat vind ik lastig. Maar aan de andere kant: ik ben hoofdstrateeg van de grootste bank van het land. Waar zou ik nog naartoe moeten gaan? Ik krijg af en toe aanbiedingen, zelfs uit de Arabische Emiraten. Maar dat zegt me niets.’
De val van Fortis Bank in 2008 was het moeilijkste moment uit zijn carrière. ‘Het was vreemd. Ik werkte toen nog in de marktenzaal. Enkele dagen voor de bank gered moest worden, viel de handel in de marktenzaal helemaal stil. Tegenpartijen wilden niet meer met ons handelen. Toen ik die woensdagavond thuiskwam, vertelde ik aan mijn vrouw dat het de verkeerde kant opging. Dat was beangstigend: we werkten allebei bij Fortis Bank, hadden allebei een portefeuille Fortis-aandelen als verloning en we hadden kleine kinderen. Twee dagen later moest de bank worden gered, wat gelukkig is gebeurd. Maar ik heb toen ook mijn vrienden leren kennen. In die periode kreeg ik van sommige mensen een telefoontje dat, mocht het fout lopen, ik altijd bij hen terecht kon. Zoiets vergeet je niet.’