De Verenigde Staten lijken hun rol van wereldwijde ‘politiemacht’ te verliezen. Dat brengt onvermijdelijk een zekere deglobalisering met zich mee. Ieder land houdt strategische grondstoffenreserves tegen het licht, en daardoor ben je in een andere wereld terechtgekomen. Dat heeft enorme gevolgen voor beleggers.
Dat zegt Philippe Gijsels (foto), de hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis, in een podcast met Investment Officer. Hij heeft het marktklimaat uitvoerig bestudeerd en deelt zijn visies in deze podcast.
Het lijkt er volgens hem op dat we meer en meer in de jaren 60 en 70 zijn terechtgekomen, en gedeeltelijk zelfs in de periode voor de Tweede Wereldoorlog, toen je allerlei blokken had in de wereld met hun eigen belangen.
‘Landen en bedrijven die supergoed gepositioneerd waren voor de wereld die we hadden, zijn mogelijk minder goed gepositioneerd in de huidige constellatie.’
60/40 portefeuilles
De bekende 60/40 portefeuilles zijn een belangrijk thema in asset allocatie. Gijsels stelt dat we in een andere wereld terecht zijn gekomen. ‘Het hart van onze strategie blijft dat je in reële activa moet blijven zitten. Je kan ook alternatieve activaklassen opnemen. Denk aan wijnen en whisky, die rendementen zoals 10 tot 20 procent geven. De voorziening van grondstoffen wordt steeds belangrijker.
Voor een deel heeft de 60/40 portefeuille ons slapend rijk gemaakt, maar die periode lijkt nu ten einde. Op de negatieve correlatie tussen obligaties en aandelen kan je minder rekenen de komende tijd. Op dit moment dalen aandelenmarkten net omdat de rentes stijgen. Dit is een heel andere omgeving. Het zal misschien gemakkelijker zijn om obligaties in te vullen als je op Amerikaanse Treasuries 3 percent krijgt, maar de gouden tijden zijn voorbij volgens mij.’
Actief beheer
Gijsels pleit ook voor een actiever portefeuillebeheer, dat volgens hem de afgelopen jaren wat is ondergesneeuwd door een simultane bullmarkt in aandelen en obligaties, waardoor het wel erg gemakkelijk was om geld te verdienen op de markten. ‘Actief beheer zal opnieuw op de voorgrond treden. Creatief zijn en out of the box denken zal lonen de komende jaren.’
Gijsels ziet ondanks de forse terugval nog steeds kansen in groeiaandelen, die al 12 tot 13 jaar outperformen, maar nog niet op dit moment. ‘Dat is niet onlogisch, want die hebben geprofiteerd van lage rentevoeten. Als die rentes heel laag zijn, is de tijdswaarde van geld heel hoog. Het maakt een enorm verschil als je met 0 tot 5 procent rekent, waardoor je actuele waarde enorm hoog is. Een rente van 5 procent in de noemer verlaagt je waarde enorm. Naast Oekraïne, Covid en dergelijke is de rentestijging absoluut de factor die de markten op dit moment het meeste onder druk zet. Op langere termijn, laten we zeggen vijf tot tien jaar, is dit de koopkans waarop ik zit te wachten.’
Zichtbaarheid
De toekomstbril van beleggers wordt op dit moment vertroebeld door twee factoren: de economische groeivooruitzichten en de inflatie.
Gijsels stelt er vooral meer duidelijkheid moet komen over de inflatiesituatie. ‘Als we de inflatie zien uittoppen, krijgen we misschien meer visibiliteit, en dan kan je ook inschatten wat de centrale banken gaan doen. Als je geen hebt op de inflatie, de noemer, noch op de bedrijfswinsten, de teller, dan heb je geen visibiliteit en heb je blind aan het varen’.
‘We zeggen wel dat de inflatie stijgt, maar uiteindelijk daalt de waarde van het geld. Geld is maar een smeermiddel, maar uiteindelijk telt het wie de echte activa heeft. Dit is een repricing omdat de markt stijgt, maar als je een aandeel koopt van een bedrijf, dan koop je een reëel actief. Het verleden leert dat je in extreme inflatiescenario’s beter af bent met aandelen dan met cash of obligaties. Cash blijft heel erg onaantrekkelijk,’ besluit Gijsels.