De reactie van beleggers op de situatie Turkije is overdreven. Dat de opkomende markten als totale regio zo’n klap hebben gekregen sinds het jaarbegin is puur sentimentgedreven en heeft niks te maken met de daadwerkelijke connectie tussen Turkije en andere opkomende markten. Het grootste risico voor de regio blijft een escalatie van het handelsconflict.
Dat zegt Avo Ora, hoofd aandelen als het gaat om de regio Azië-ex-Japan van Pictet Asset Management in een interview met Fondsnieuws. Ora is eigenlijk op vakantie, zo vertelt hij voorafgaand aan het gesprek. Zijn vrouw, kind en hond komen morgen naar Amsterdam, maar hij is alvast vooruit gegaan om zaken te kunnen doen in de Nederlandse hoofdstad.
Vanuit het Amsterdamse Pictet-kantoor aan de Herengracht draagt hij uit dat opkomende markten te hard zijn afgestraft. ‘De krantenkoppen en de zorgen over een totale meltdown van de opkomende markten, hebben geleid tot een neergang van de index, terwijl Turkije maar een heel klein deel is van de opkomende markten index.’
De opkomende markten index van MSCI heeft sinds eind januari zo’n 20 procent verloren, waarmee officieel sprake is van een bearmarket binnen deze categorie.
Reden voor Ora om de situatie op de financiële markten overdreven te vinden, is de huidige macro-economische situatie in de opkomende markten. ‘Vergelijk die eens met een jaar of vijf, tien geleden. Opkomende markten zijn meer geïsoleerd, de regio kan tegen een stootje. Uitzonderingen als Brazilië en Turkije daargelaten, hebben veel landen een overschot op de lopende rekening. Daarbij hebben verschillende landen die eerder kwetsbaar waren, hervormingen doorgevoerd. Kijk maar naar Indonesië en India.’
De belegger ziet “Turkije” daarom niet als een écht risico voor opkomende markten. Serieuzer neemt hij het risico op een voortzetting en intensivering van het handelsconflict tussen China en de Verenigde Staten. ‘Die 50 miljard dollar aan heffingen was hanteerbaar, maar 200 miljard? Dat kan een echt knockdown-effect hebben!’
Daarbij tekent Ora aan dat zijn zorg niet eens zozeer de opkomende markten betreft. ‘Ik vrees eerder voor de wereldwijde groei. En de markten die daar het eerst en meest door geraakt zullen worden, allereerst Europa en Amerika. Azië volgt daarna pas.’ Bovendien zijn veel van de gevolgen al ingeprijsd volgens hem, ook in “zijn” regio Azië. ‘Het is meer dat het spannend wordt als er écht verrassingen uitkomen.’
Posities uitbreiden
Het verslechterde sentiment heeft bij Ora overigens niet geleid tot het afbouwen van posities. ‘Als posities in de markt worden afgebouwd vanwege een sentiment, is dat juist een kans’, aldus Ora. Hij heeft bijgekocht voor het Asia ex Japan equities fund waarover hij het beheer voert.
Bijvoorbeeld Chinese farmaceuten, omdat volgens Ora ‘de winnaars zich in die sector beginnen af te tekenen’. ‘Bovendien heeft die markt zich nog niet op grote schaal ontwikkeld. Op het gebied van medicijnen is nog veel te winnen, zeker gezien de groei van beroepsziekten en kanker.’
Een van de bedrijven in die categorie die Ora in portefeuille heeft, is het bedrijf CSPC Pharmaceutical Group. Een positie die het fondshuis al een jaar of twee aanhoudt, maar waarin Ora tijdens de recente sell-off zijn positie heeft vergroot.
Omgaan met schuld
De belegger is sowieso optimistisch, maar intussen staat er wel degelijk een rood cijfer op de borden als het gaat om de prestaties van de Aziatische regio minus Japan: de benchmark staat ruim 6 procent in de min, het fonds van Pictet houdt het bij een verlies van 3 procent.
Behalve aan het kwakkelende sentiment wijt Ora dat aan de sterke dollar, die andere munten heeft verzwakt. ‘Dat beïnvloedt de rendementen. Wij denken dat de dollar wordt overgewaardeerd vanwege de behoefte aan veiligheid en dat lokale munten zijn ondergewaardeerd.’
‘Wat we wél als positief beoordelen in de regio is een toename van free cashflow generation in de regio, de debt to equities niveaus die naar beneden komen en het capex to sales niveau dat naar beneden komt. Dat laat allemaal zien dat bedrijven zichzelf beter managen. Niet alleen op landenniveau wordt beter omgegaan met schuld, ook op bedrijfsniveau.‘
Terug naar het risico van een escalatie van het handelsconflict, waarover Ora opmerkt dat de heffingen vooral productiebedrijven en consumentengoederenbedrijven raken. ‘Het ligt er ook maar aan hoe het zich uit. Het handelstekort is, wat, 375 miljard? Technologie wordt daarbuiten gehouden, en is goed voor zo’n 175 miljard. Dan moet dus nog zo’n 200 miljard goedgemaakt worden via andere sectoren. Dat is dan zo’n beetje al het andere. Dat is van de zotte! Hoe doe je dat? China kan dat bedrag niet volpompen met de aankoop van vliegtuigen en harley’s, puur om het tekort recht te trekken.’
‘Kijk’, zegt hij dan wat rustiger vanuit het Amsterdamse kantoor. ‘Ik ben misschien te rationeel, maar ik hoop en denk dat we tot een soort middenweg komen, waarbij Trump zichzelf wat overwinningen kan toeschrijven en China ook wat overwinningen behaalt op terreinen waarop het zichzelf al meer openstelt. China kijkt naar de lange termijn, de VS meer naar de kortere, middellange termijn.’
Groeigebieden
‘Ja, er is tegenwind voor China als je kijkt naar de tarieven en het sentiment’, beaamt Ora. ‘Maar sommige van de nieuwe en opkomende groeigebieden - tech, biotech, slimme productie - zijn eigenlijk heel indrukwekkend.’
Eigenlijk is dat in heel Azië aan de hand, zo betoogt hij. ‘De regio is traditioneel goed in productie en goed in technologie. Wat je nu ziet, is een convergentie van die twee, een huwelijk tussen productie en technologie. Dat is wat ons enthousiast maakt voor de langere termijn.’
Als voorbeeld noemt hij Huayu Automotive Systems, een traditionele auto-onderdelenproducent die zich steeds meer richting het smartcarsegment beweegt. ‘Een gebied dat overwegend in de ontwikkelde landen wordt vertegenwoordigd, maar steeds meer doordringt in de opkomende markten. Automakers differentiëren zich, niet alleen als het gaat om ontwerp, ook in features. Dat zorgt voor hogere marges bij dit soort producenten.’
Alibaba
Een van de grootste posities van het Pictet-fonds is Alibaba. De techreus is goed voor 5,6 procent van de portefeuille. Ora: ‘We bevinden ons in een periode waarin een nieuwe infrastructuur wordt gebouwd. Alibaba heeft een leegte gevuld, heeft zichzelf een rol van veilig tussenpersoon toegeëigend. Daardoor is het bedrijf gegroeid tot wat het nu is: een onderneming die iets aanbiedt wat de banken niet hebben.’
‘Je zou kunnen zeggen dat Alibaba duur is’, zegt de belegger over de waardering van de internetgigant. ‘Maar wij baseren waarderingen niet op de multiple, waarbij je prestaties vergelijkt met peers. Als je kijkt naar de vrije kasstroom die Alibaba genereert, is dat enórm. Zet dat tegenover de groei en dan is de waardering eigenlijk best redelijk. Wat we níet willen, zijn bedrijven die alleen maar groeien en geen cash genereren. Die zijn niet duurzaam en overgewaardeerd.’
Behalve in Chinese farmaceuten heeft Ora onlangs de positie vergroot in sectoren die profiteren van de milieu-restricties in China, bijvoorbeeld een Chinees glasbedrijf en een papierbedrijf. ‘China verandert van een land waarin gegroeid moet worden tegen elke prijs, naar een land met waar de focus op de kwaliteit van de groei ligt’, verantwoordt hij.
Intussen heeft de belegger wat consumentengoederenbedrijven van de hand gedaan. ‘We zien wat zwakte aan de consumentenkant, hebben wat afgebouwd in schadeverzekeraars. En we zijn iets kleiner gegaan in ADR’s (American Depositary Receipt, een certificaat waarmee beleggers aandelen in niet-Amerikaanse bedrijven kunnen verhandelen op Amerikaanse beurzen, red.), zoals zoekmachine Baidu. We maken ons een beetje zorgen over de pijlen die Google op China richt. Ze zijn aan het zoeken waar ze de komende tien, vijftien jaar hun groei vandaan kunnen halen. Mogelijk wordt dat China.’