Als kind sleepte hij overal een loodzware schrijfmachine mee om magazines te maken. De beurs is voor hem een paradijs van cijfers, lijstjes, winnaars en verliezers. Als ervaren beurswatcher weet hij nu dat er geen magische wiskundige formule bestaat om die beurs te kloppen. Pierre Huylenbroeck, uitgever van Mister Market Magazine, spreekt openhartig in de podcast De Spiegel.
Pierre Huylenbroeck begon zijn carrière in 1991 op de marktenzaal van Indosuez Bank België, dat later werd overgenomen door KBC. Twee jaar later solliciteerde hij bij de krant De Financieel-Economische Tijd (nu: De Tijd), waar hij twintig jaar zou werken als journalist, redactiechef, nieuwsmanager en hoofdredacteur.
In de loop der jaren schreef hij meer dan duizend commentaren, opiniestukken, analyses, reportages en interviews, meestal over de beurs en beleggen. Hij publiceerde ook vier boeken en heeft een column in De Standaard, genaamd ‘De Koerscommissaris’. Vandaag de dag is hij echter vooral bekend als de uitgever van het onafhankelijke beleggingsblad Mister Market Magazine.
‘Als ik al een ambitie heb, dan is het om een zo groot mogelijk publiek te overtuigen van het belang van beleggen. Voor mensen die op de lange termijn kunnen sparen, is beleggen in aandelen een uitstekende optie. De rendementen op lange termijn zijn immers veel beter dan die van traditionele spaarproducten. Het belangrijkste is dat je volhoudt en niet in paniek raakt. Dit vind ik maatschappelijk erg belangrijk. Daarom vind ik het ook jammer dat zo veel politici beleggen vaak in een negatief daglicht stellen en proberen te ontmoedigen om te sparen via aandelen.’
Winnende formule
Huylenbroeck groeide op in Sint-Pieters-Leeuw, een gemeente nabij Brussel. Zijn moeder was leerkracht en zijn vader commercieel directeur bij een multinational. ‘Thuis werd er echter nooit over geld gesproken. Pas tijdens mijn studententijd aan de universiteit raakte ik geïnteresseerd in de beurs, vooral omdat ik als grote speelvogel een spelelement zag in de beurs. Ik heb een voorliefde voor lijstjes, rangordes, winnaars en verliezers. De beurs sluit hier perfect op aan.’
Tijdens zijn studententijd kocht hij zijn eerste aandelen, namelijk van de Zuid-Afrikaanse goudmijn Harmony Gold.
‘Ik kocht het omdat er veel ophef was over de naderende vrijlating van Nelson Mandela, na 27 jaar gevangenschap. Het was in 1990, en ik betaalde 500 frank voor dat aandeel. De koers steeg snel naar 940 frank en ik dacht: ‘Dit is pas een begin.’ Maar toen Mandela daadwerkelijk werd vrijgelaten, zakte de koers weer onder de 500 frank. Iedereen verkocht het aandeel, maar ik hield het te lang vast. Dat was mijn eerste ervaring met de beurs, en vanaf dat moment werd ik gegrepen door de vraag hoe koersen tot stand komen.’
Tijdens zijn studie verdiepte hij zich verder in de beurs en de vorming van aandelenkoersen. Zijn eindverhandeling richtte zich op complexe financiële theorieën, zoals het ‘capital asset pricing model’ (CPAM) en beta-coëfficiënten. ‘Ik raakte steeds meer geobsedeerd door deze materie. Net als veel anderen die jong en gepassioneerd zijn door de beurs, ging ik op zoek naar de ‘heilige graal’— de formule om de beurs te verslaan. Niet om rijk te worden, maar om het spel te winnen. Intussen heb ik het opgegeven om die winnende formule te vinden, want die bestaat toch niet.’
Telefoonfobie
Na zijn studies begon hij te werken in de marktenzaal van Indosuez Bank België. Maar het bleek niet het walhalla te zijn dat hij had verwacht.
‘Het was een moeilijke tijd om een baan te vinden. Ondanks mijn universitair diploma handelsingenieur, hing mijn kamer vol met zeker 200 vriendelijke afwijzingen op sollicitatiebrieven. Het internet bestond toen nog niet, het zoeken naar een baan duurde maanden. Ik had niet de luxe om te kiezen uit meerdere banen. Ik had gewoon geluk dat ik bij Indosuez kon beginnen. Inhoudelijk was het een enorm interessante baan.’
Hij werkte op de primaire obligatiemarkt, waar hij betrokken was bij miljardenleningen aan multinationals. Hoewel de job inhoudelijk boeiend was, besloot hij na anderhalf jaar te vertrekken.
‘Ik was blij om daar weg te zijn. De sfeer in de marktenzaal was intens. Het was niet helemaal zoals in films als ‘Wall Street’ of ‘The Bonfire of the Vanities’, maar het had zeker dezelfde energie. Het testosteron en de drang van jonge mensen om veel geld te verdienen, hingen duidelijk in de lucht. Ik voelde me daar echt niet op mijn plek.’
‘Ik was ook behoorlijk verlegen en had een telefoonfobie, iets waar ik mijn hele leven mee heb geworsteld. In die tijd moest ik regelmatig andere banken bellen, vooral de grote Japanse en Amerikaanse banken met vestigingen in Brussel. Mijn taak was om hen te overtuigen een deel van de leningen af te nemen. Dit aspect van mijn werk vond ik echt niet leuk. Elke week keek ik dan ook vanaf maandagmiddag al uit naar het weekend.’
Typemachine
Hij zag een vacature voor de elektronische redactie van de krant De Financieel-Economische Tijd en besloot te solliciteren. ‘Ik hou ervan om dingen uit te pluizen. Ik lees veel en doe dat met veel plezier. Ik absorbeer informatie als een spons en probeer vervolgens verbanden te leggen tussen alles wat ik lees of hoor. Hieruit distilleer ik nieuwe inzichten, waarmee ik verder werk om iets nieuws te creëren. Werken bij een krant zoals De Tijd bood me de perfecte gelegenheid om die drang volledig te benutten.’
Hij realiseerde zich later dat deze passie al in zijn jeugd begon. ‘Hoewel ik er nooit bewust naar op zoek ben geweest, besefte ik later dat ik als jonge tiener al mijn eigen magazine maakte, compleet met verschillende rubrieken en interviews. Mijn favoriete speelgoed was toen een oude, loodzware typemachine die ik overal mee naartoe nam. Ik typte zelfs tijdens familiefeestjes, omdat ik niet echt een sociaal dier was.’
Hoofdredacteur
Huylenbroeck had geen ambitie om hoofdredacteur te worden, en een bewuste carrièreplanning had hij ook niet.
‘Het hoofdredacteurschap is me eigenlijk gewoon overkomen. Het was een uitdagende taak, en ik denk niet dat ik er volledig voor geschikt was. Het maken van de krant en het leiden van de redactie vond ik leuk, maar als hoofdredacteur ben je ook het gezicht van de krant naar buiten toe. Dat lag me minder. Men verwachtte dat ik me zou laten zien op recepties en mensen zou toespreken op een podium. Dat was niets voor mij. Ik wist van tevoren dat dit lastig zou zijn, maar ik hoopte dat ik erin zou groeien. Uiteindelijk heb ik me er echter nooit echt comfortabel bij gevoeld.’
Na tweeënhalf jaar besloot hij om een stap terug te doen. ‘Ik heb die functie al die tijd met plezier uitgeoefend. Maar op een gegeven moment kwam ik ‘s avonds uitgeput thuis en vroeg ik me af wat ik eigenlijk constructiefs had gedaan die dag. Ik had vergaderd en brandjes geblust, maar veel meer was het niet. Toen besloot ik om weer te gaan schrijven. Dat was een grote opluchting.’
Mister Market
Huylenbroeck bleef nog twee jaar bij De Tijd als senior writer voordat hij zijn eigen beleggingsblad, Mister Market Magazine, begon.
‘Met mijn cv was het niet moeilijk om een nieuwe baan te vinden, maar ik wilde niet terug naar de banksector. Twintig jaar eerder had ik al gevoeld dat dat niet mijn passie was. Ik zag ruimte voor een nieuw beleggingsmagazine met een sterke educatieve insteek. Zo is Mister Market Magazine ontstaan. Het is bedoeld voor de nieuwsgierige belegger die niet alleen aankoopaanbevelingen wil, maar ook de mechanismen achter koersvorming en de psychologie van de markt wil begrijpen.’
Huylenbroeck onderschatte echter de uitdaging van het uitgeven van zijn eigen blad. ‘Hoewel ik een bekende naam had in de Vlaamse beleggingswereld, na twintig jaar over de beurs te hebben geschreven, bleek de stap naar het uitgeven van mijn eigen blad en daar geld voor vragen minder eenvoudig dan gedacht. De eerste twee à drie jaar waren niet makkelijk. In die periode heb ik ook een boek geschreven om Mister Market Magazine beter op de markt te zetten. Het boek ‘Iedereen Belegger’ verkocht zeer goed, wat me veel geluk bracht en me enorm heeft geholpen.’
Nu is Huylenbroeck tevreden met het aantal abonnees dat hij heeft bereikt. ‘Om nog meer abonnees te werven, zou ik veel meer aan marketing moeten doen, maar dat is niet nodig. Ik kan mijn brood verdienen met de dingen die ik het liefst doe. Ik ben volledig onafhankelijk en zelfstandig, en ik kan mijn week indelen zoals ik zelf wil. Wat kan een mens nog meer wensen?’
Gulzigheid
Mister Market staat gulzig in het leven. ‘Ik geniet van lekker eten en drinken, maar ben ook gulzig in het opbouwen van vriendschappen en het vergaren van informatie. Vroeger was ik nooit volledig tevreden, maar daar werk ik nu aan. Ik kan nu veel sneller tevreden zijn met wat ik heb en doe. Dat heeft waarschijnlijk te maken met mijn leeftijd, maar zeker ook met mijn huidige echtgenote, bij wie ik echt tot rust kom. Samen op de bank liggen en een boek lezen is ineens een fantastisch tijdverdrijf geworden, iets waar ik vroeger te onrustig voor was.’
Huylenbroeck is echter ook veeleisend, zowel voor zichzelf als voor anderen. ‘Vroeger dacht ik dat ik alleen streng was voor mezelf, maar onlangs vertelde een ex-collega me dat ik als hoofdredacteur ook erg veeleisend was. Ik ben nu eenmaal heel perfectionistisch en kan minder goed omgaan met falen dan de gemiddelde mens. Het bleek erger te zijn dan ik zelf had gedacht. Nu besef ik dat de hoge eisen die ik aan mezelf stel, niet zomaar op anderen mogen worden overgedragen. Ook dat lukt me nu beter. Gelukkig maar.’