European Commission
Europese Commissie_Berlaymont Building.jpg

De eurozone stevent af op een Japan-scenario waarbij de inflatie hardnekkig en ver onder de doelstelling van de Europese Centrale Bank blijft. Tot die conclusie komt vermogensbeheerder Pimco op basis van eigen onderzoek. Zonder actief beleid om ouderen langer te laten doorwerken gaat de inflatie de komende tien jaar richting de nul procent.
 
De kerninflatie zal alleen langzaam oplopen tot rond de 2 procent als de pensioenleeftijd in de hele eurozone wordt opgetrokken naar 70 jaar, stellen de portfoliomanagers Andrew Bosomworth en Konstantin Veit in hun onderzoek. Zij zien in dat verband grote overeenkomsten tussen de eurozone en Japan dat al 20 jaar tracht de inflatie aan te jagen. Ook in Japan was de rente al laag toen de inflatie begon te dalen, tevens waren de schulden hoog en kampten banken met slechte leningen.

Japan is één van de landen in de wereld die procentueel het meeste last heeft van vergrijzing. De eurozone loopt op die ontwikkeling ongeveer tien jaar achter.  De ervaring leert, zo stellen Bosomworth en Veit, dat oudere mensen bovengemiddeld veel sparen en dus minder uitgeven.

Vergrijzing leidt tot lage groei en inflatie

Al met al leidt vergrijzing dus tot een combinatie van lage groei en lage inflatie. Zonder beleid dat ouderen aanmoedigt om te blijven werken, analyseert Pimco, stevent Europa af op eenzelfde inflatiescenario als Japan. Onder meer Nederland en Denemarken geven op dit vlak het goede voorbeeld, maar de ECB stemt het beleid uiteraard af op de hele eurozone. Daarmee dreigt het gevaar van een ‘liquiditeitsval’, waarbij het ruime monetaire beleid niet leidt tot hogere bestedingen.
 
Toch is de gereedschapskist van de ECB niet zo leeg als wel wordt gedacht, benadrukken Bosomworth en Veit, ook al is de ruimte om de beleidsrente nog verder terug te schroeven zeer beperkt en de kans groot dat de economie verslechtert voordat Frankfurt de kans krijgt het beleid te normaliseren. De Pimco-specialisten onderscheiden een aantal mogelijkheden, zoals nieuwe, gerichte liquiditeitsinjecties (TLTRO’s) met lange looptijden en tegen een vaste (lage) rente; oprekking van het percentage van de totale schuld die de ECB mag bezitten, dat wil zeggen van 33 naar 50 procent en de aankoop van passieve, marktgewongen ETF’s.

Meeste extreme stap: helikoptergeld

De meest extreme stap zou de introductie van helikoptergeld zijn: geld dat door de ECB direct in de economie wordt gebracht. Kwantitatieve verruiming kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met oplopende begrotingstekorten, of de ECB kan direct geld overmaken naar huishoudens. Het is de centrale bank van de eurozone niet toegestaan om overheden direct te financieren. Maar de ECB kan volgens Pimco wél zeer langlopende obligaties kopen die worden uitgegeven door bijvoorbeeld de Europese Investeringsbank EIB. Deze kan de opbrengsten weer gebruiken om grote infrastructurele projecten mee te financieren.
 
De ECB kan dus nog wel degelijk meer actie ondernemen. Maar, zo benadrukken Bosomworth en Veit: de Bank of Japan had 20 jaar geleden meer bewegingsvrijheid en de ervaring daar leert dat het tij lastig te keren is als bedrijven en consumenten hun inflatieverwachtingen naar beneden bijstellen. Dat is duidelijk al het geval, zo blijkt uit de peilingen van de ECB en de rentes op financiële markten geven eenzelfde signaal af. Beleggers in inflatiegerelateerde staatsobligaties uit Duitsland, Frankrijk en Spanje gaan voor de komende tien jaar uit van een gemiddelde inflatie tussen de 0,7 en 1,1 procent.

Op zoek naar alternatieve beleggingen

Beleggers moeten zich volgens Andrew Bosomworth en Konstantin Veit anders gaan positioneren dan ze traditioneel gewend zijn. Ze moeten zich richten op beleggingen met hogere risicopremies. Dat kan door in gespecialiseerde hedgefondsen te stappen en wereldwijd meer te beleggen. vooral in regio’s en in munten waar nog rentedalingen in het verschiet liggen.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No