Philippe Bodereau
i-w4Wh6g6.jpg

De markt voor bufferobligaties van banken groeit gestaag. Afkoeling van de economie doet hier niets aan af. Sterker, volgens Pimco is geringe groei juist een stimulans.

‘Lage groei is goed voor kredietcondities, het is een soort “sweet spot” voor kapitaalinstrumenten van banken’, zegt Philippe Bodereau vanuit zijn perspectief als fondsmanager bij Pimco in een gesprek met Fondsnieuws.

Toegankelijker

Onder meer als bankenanalist, heeft Bodereau zo’n 15 jaar ervaring met bufferobligaties. Sinds 2011 beheert hij bij Pimco portefeuilles die exclusief beleggen in deze hybride beleggingscategorie.

Sinds het Californische fondshuis de strategie vorig jaar toegankelijker maakte met de lancering van het Ucits-fonds Pimco Capital Securities is het hard gegaan, vertelt Bodereau. Het vermogen onder beheer ging meerdere keren over de kop en heeft een omvang bereikt van 4,3 miljard dollar.

Bail-in risico

Het was geen probleem de instroom te beleggen. Onder druk van toezichthouders zijn banken wereldwijd naarstig op zoek naar manieren om hun kapitaalbuffers op te vijzelen. Op lage koersniveaus zijn aandelenemissies duur, dus kiezen ze voor de uitgifte van sterk achtergestelde vastrentende instrumenten, zoals contingent capital securities (coco’s) en additional Tier 1 (AT1) obligaties.

Deze bufferobligaties kunnen bij een faillissement tot het eigen vermogen worden gerekend, waarmee de belegger het risico loopt zijn inleg kwijt te raken – zoals vorig jaar nog gebeurde bij nationalisatie van SNS Reaal. Voor sommige beleggers is dit moeilijk te prijzen ‘bail-in’ risico een reden om de categorie links te laten liggen.

‘De regel is duidelijk: de rekening gaat in het vervolg naar beleggers in plaats van direct richting belastingbetaler’, aldus Bodereau. Volgens hem heeft het echter niet veel zin om lang na te denken over de prijs van de bail-in optie. ‘Je moet zorgen dat je de slechte verhalen vermijd, want als je het fout hebt, dan doet het pijn.’

Om hier zorg voor te dragen, heeft Pimco een groot team van specialisten – dat tevens door overheden om advies wordt gevraagd bij het doen van stresstesten op banken. Uit hun analyse komt evenwel een steeds rooskleuriger beeld voor de sector naar voren.

Sweet spot

Bodereau somt enkele ontwikkelingen op. Het aantal faillissementen daalt en de bankbalansen sterken aan. Aan de passiefzijde stijgen de buffers en aan de actiefzijde neemt de kwaliteit van kredietportefeuilles toe.

Nadat de banken in de periode 2007–2012 grote kredietverliezen te verwerken kregen, is het aantal slechte kredieten in portefeuille afgenomen. Daarbij ontstaan problemen vaak in periodes waarin kredietportefeuilles snel uitdijen. Het lage groeipeil is zo gunstig voor beleggers in bufferinstrumenten, wijst Bodereau.

In tijden van uitbundige economische groei zouden beleggers verder meer richting aandelen worden getrokken. Bij negatieve groei zouden staatsobligaties het aantrekkelijkst zijn. Als substituut voor beiden, profiteren bufferobligaties van een situatie er net tussenin, redeneert Bodereau.

Geen Duitse banken

Als aantrekkelijke uitgevers van dit moment tipt de fondsmanager Crédit Agricole, Barclays, Lloyds, UBS en Rabobank.

De voornaamste Europese landen waar hij naar kijkt zijn het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Frankrijk en Spanje. Ook in opkomende markten ziet hij kansen. Het fonds belegt van oudsher ook een groot deel van het vermogen in de Verenigde Staten.

Over Italië en Duitsland is hij, mede met het oog op het uitkomen van de resultaten van de stresstesten in opdracht van de Europese Centrale Bank, minder positief. ‘Ik verwacht dat het slechte nieuws vooral zal komen van Italië, Duitsland en Oostenrijk.’

Het conflict in Oekraïne en het oplopen van internationale spanningen die hier het gevolg van waren, drukte de koersen – van bufferobligaties van banken met belangen in Rusland, waaronder Oostenrijkse en Italiaanse, en van risicovolle beleggingen in het algemeen.

Rendement

Volgens cijfers van Morningstar staat het fonds voor dit jaar nog op een totaalrendement van 4,7 procent tegen een rendement van de obligatiebenchmark van 3,3 procent. Pimco is een dochter van het Duitse Allianz.

 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No