Passief beleggen in vastrentende waarden via indextrackers lijkt eenvoudig, maar is riskanter dan veel beleggers denken
.
Die waarschuwing doet Marc van Heel, directeur Benelux van ‘s werelds grootste obligatiebelegger Pimco, in een gesprek met Fondsnieuws.
Ongeschikte indices
Hij noemt passief beleggen via indextrackers geen hype, noch wil hij zich een apostel noemen van actief beleggen. Toch vindt Van Heel dat de aandacht voor de risico’s die gepaard gaan met het passief beleggen in vastrentende waarden beter voor het voetlicht moeten komen.
Dat komt omdat vrijwel alle huidige wereldwijde obligatie-indices niet geschikt zijn voor passieve beleggers die zich richten op een termijn van drie tot vijf jaar, met alle gevolgen van dien voor het rendement.
Pimco zelf heeft in de VS deze zomer de Securities and Exchange Commission (SEC) om toestemming gevraagd om een aantal actief beheerde Exchange Traded Funds (ETF’s) te mogen aanbieden, kort nadat de obligatiebelegger zijn eerste traditionele indextracker op de markt had gezet.
Marktkapitalisatie
Als één van de gevaren van passief beleggen in vastrentende waarden noemt Van Heel dat beleggers uiteindelijk meer zullen beleggen in leningen van de debiteuren die het grootste aantal leningen uitgeeft.
Ze beleggen in schulden en het merendeel van de indices zijn momenteel samengesteld op basis van marktkapitalisatie.
Zo is het in het verleden voorgekomen dat een land als Argentinië van 10 procent tot boven de 20 procent van de JPMorgan Emerging Markets Bond Index uitmaakte, terwijl de situatie in het land uiteindelijk zodanig uit de hand liep dat er niet meer aan de verplichtingen kon worden voldaan. Intussen is het gewicht nog maar 1 procent.
‘Voor indexbeleggers betekent dit dus een dramatisch verlies’, aldus Van Heel. ‘Dat komt omdat tijdens een fase van stijging van het gewicht bijgekocht wordt, terwijl tegelijkertijd plotseling leningen afgewaardeerd kunnen worden door een moratorium of een schuldsanering.’
‘Automatische piloot’
Ook brengt passief beleggen een ander gevaar met zich mee. ‘Markten zijn niet efficiënt’, zegt Van Heel. Het is belangrijk rekening te houden met het voortdurend optreden van dislocaties.
Van Heel benadrukt dat het beter is om op trendbreuken via actief beheer in te spelen.
‘Je kunt bij een blauwe hemel en een goed zicht op tien kilometer hoogte prima op de automatische piloot vliegen, maar dat is juist niet zo verstandig bij een noodlanding in slecht weer’, aldus de directeur Benelux van Pimco.
Missen van kansen
Verder mist Van Heel bij passief beleggen kansen die men als actieve belegger wel kan benutten.
‘Een passieve belegger kan alleen de marktbewegingen volgen, maar niet actief inspelen op de mogelijkheden die zich voordoen binnen of buiten de benchmark. Daarmee ontzegt een beleggers zichzelf potentieel rendement door slechts genoegen te nemen met beta.’
Een ander risico is dat er niet wordt gekeken naar kwalitatieve aspecten. De specifieke kennis van landen en bedrijven is een onderscheidende factor die met name in de komende fase van normalisering van creditspreads een grotere rol gaat spelen.
Solide groei
Van Heel pleit voor obligatie-indices die niet gebaseerd zijn op marktkapitalisatie, dus niet meer op de uitstaande schuld van landen. Het zou beter zijn ze te componeren op basis van de economische groei, vindt hij.
‘Beleggers willen graag beleggen in landen met een solide groei, en die ook op termijn aan hun verplichtingen kunnen voldoen.’
Opkomende markten, waarvan de schulden relatief beperkt zijn, zouden beter in de wereldwijde obligaties-indices naar voren moeten komen. ‘Nu ontbreken ze nagenoeg, terwijl het aandeel van opkomende markten in de wereldeconomie dit jaar fors is gegroeid naar ongeveer 23 procent.’
Pimco heeft samen met de financiële dienstverlener Markit de Pimco Global Advantage Bond Index (GLADI) ontwikkeld, die gebaseerd is op gewichten van het bruto binnenlands product (GDP).
In deze index, die in de zomer is gelanceerd, zijn opkomende markten beter vertegenwoordigd.