De European Securities and Markets Authority (ESMA) vestigde onlangs de aandacht op buitensporige kosten van ICBE’s en ABI’s en publiceerde daarover in mei 2023 een zienswijze. In januari 2021 startte ESMA een onderzoek samen met de nationale toezichthouders inzake de kosten en vergoedingen van ICBE’s in de hele EU/EER, met name waar het gaat om het aan beleggers in rekening brengen van buitensporige kosten. Een analyse.
In de zienswijze wordt het resultaat van het onderzoek weergegeven en worden er suggesties gedaan voor zowel ICBE- als ABI-beheerders. Nu de Europese Commissie momenteel werkt aan beleidsvoorstellen met betrekking tot retail beleggingsstrategie, verwacht ESMA dat de uitkomst van de zienswijze daarbij in aanmerking kan worden genomen.
Juridisch kader
Het juridisch kader voor regels inzake kosten is te vinden in de Richtlijnen 2009/65/EG (ICBE-niveau 1), 2010/43/EU (ICBE-niveau 2), 2011/61/EU (ABI-niveau 1) en gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie (ABI-niveau 2), die alle regels bevatten voor beheerders om eerlijk en billijk te werk te gaan, met de nodige kundigheid en geen buitensporige kosten aan beleggers in rekening te brengen.
Kosten en prestaties van retail beleggingsproducten
Als onderdeel van het onderzoek verzocht ESMA de nationale toezichthouders om verslag te doen van de meest gebruikelijke benaderingen die door ICBE-beheerders worden gebruikt om te voorkomen dat beleggers buitensporige kosten in rekening worden gebracht. Tevens verzocht ESMA overlegging van een lijst met kosten die de toezichthouders als “buitensporig” of als “normaal” beschouwen. ESMA verzocht ook om verslag uit te brengen over de methodes die ICBE-beheerders hanteren bij het vaststellen van het prijsniveau van een fonds. Veel nationale toezichthouders lieten weten dat dit moeilijk was vanwege het gebrek aan concrete invulling van dit onderwerp in de huidige wetgeving en het feit dat er alleen vrijblijvende richtlijnen over dit onderwerp zijn. Het ontbreken van een stevige wettelijke basis zorgt ervoor dat alle toezichthouders moeite hebben om fondsbeheerders te verplichten hun beleggers te compenseren voor buitensporige kosten.
Buitensporige kosten
De uitkomst van het onderzoek bracht ESMA tot de conclusie dat er meer duidelijkheid moet komen met betrekking tot zowel buitensporige als normale kosten, op zowel ICBE-niveau 1 als ABI-niveau 1. De voorgestelde toevoegingen voor beide richtlijnen hebben een vergelijkbaar toepassingsgebied: de EU-lidstaten moeten van beheerders eisen dat zij voorkomen buitensporige kosten in rekening brengen en dat zij de mogelijkheid om kosten in rekening te brengen bepalen aan de hand van de toepasselijke gedelegeerde verordening (voor zowel ICBE’s als ABI’s). Voorts zal ESMA technische standaarden ontwikkelen om te verduidelijken wanneer kosten buitensporig zijn of anderszins niet in rekening gebracht kunnen worden (met inachtneming van het desbetreffende beleggingsbeleid) en verduidelijken onder welke voorwaarden bepaalde extra kosten zijn toegestaan.
In het algemeen meent ESMA dat fondsbeheerders die opzettelijk of onachtzaamheid inbreuk maken op toepasselijke regels, een boete moeten opleggen die in verhouding staat tot de schade die is toegebracht aan beleggers. De nationale toezichthouders moeten de bevoegdheid krijgen om sancties op te leggen met een bepaald minimumpercentage dat in verhouding staat tot het bedrag van de buitensporige kosten. In gevallen waarin buitensporige kosten in rekening zijn gebracht, moeten beheerders de beleggers vergoeden of schadeloos stellen.
Prijssystematiek en transacties met verbonden partijen
Voorts hebben de voorgestelde toevoegingen betrekking op de systematiek van prijsstelling: beheerders moeten een gestructureerde prijssystematiek bekijken en ontwikkelen, waaruit blijkt dat alle in rekening gebrachte kosten niet als buitensporig kwalificeren. Ook moeten er procedures zijn waarbij het management een duidelijke verantwoordelijkheid krijgt voor de vaststelling en beoordeling van de kosten. De resultaten van het onderzoek laten duidelijk zien dat het risico van te hoge kosten voor beleggers vooral speelt bij transacties met verbonden partijen. ESMA stelt daarom voor een verplichting in te voeren dat belangenconflicten naar behoren worden geïdentificeerd, beheerd en gehanteerd, om nadelen voor beleggers te voorkomen, met name gezien het altijd aanwezige risico dat verbonden partijen kosten in rekening brengen die de geldende normen overschrijden.
(Geen) toekomst voor buitensporige kosten
De kosten van retail beleggingsproducten zijn aangewezen als strategische prioriteit voor toezicht in de EU. Alle marktdeelnemers hebben behoefte aan richtlijnen over het concept van buitensporige kosten. Alle nationale toezichthouders hebben in het onderzoek aangegeven dat het concept “buitensporige kosten” hetzelfde is voor zowel ICBE’s als ABI’s. Momenteel wordt de analyse van buitensporige kosten door de toezichthouders van geval tot geval uitgevoerd, wordt de beoordeling (over het algemeen) alleen tijdens de vergunningsprocedure gemaakt en lijkt iedere nationale toezichthouder een eigen aanpak te hebben.
Zowel beheerders als (retail)beleggers zijn gebaat bij duidelijke richtlijnen over dit onderwerp. Dit moet worden ondersteund door voortdurende toezicht en regelmatige evaluatie van het beleid om buitensporige kosten te voorkomen. Onregelmatigheden moeten onmiddellijk aan de toezichthouder worden gemeld en jaarlijks aan beleggers worden bekendgemaakt.
De logica van de financiële markten zegt: ” Returns matter a lot, it’s our capital “; laat beleggers hun kapitaal niet zien verdampen door buitensporige kosten!
Lous Vervuurt is advocaat bij Pinsent Masons. Ze adviseert Nederlandse en internationale cliënten over financiële regelgeving en de naleving van anti-witwaswetgeving; daarnaast houdt Lous zich bezig met bank- en financieringstransacties. Het advocatenkantoor is een nieuwe kennispartner van Investment Officer.