Wacht ons een inflatoire vuurzee door agressieve monetaire en fiscale stimulering of een deflatoire schok, doordat Covid-19 de vraag drukt naar goederen en diensten en de arbeidsmarkten onder zware druk staan? Een podcast met Sandor Steverink, hoofd staatsobligaties APG, en Roelof Salomons, strategisch adviseur Mercer.
Door de pandemie kopen consumenten minder en zijn prijzen van grondstoffen laag. Dat zijn twee minnetjes voor de inflatie. De globalisering staat echter onder druk en centrale banken en overheden stimuleren als nooit tevoren. Dat zijn twee plusjes voor de inflatie.
Het verdeelt de inflatieverwachtingen. Nouriel Roubini, de econoom die de crisis van 2008 voorspelde, verwacht halverwege dit decennium een ‘inflatoire vuurzee’. Als gevolg van agressieve monetaire en fiscale stimulering en deglobalisering zullen prijzen flink stijgen in de komende jaren. In het andere kamp bevindt zich onder anderen hoofdeconoom Keith Wade van vermogensbeheerder Schroders, die rekening houdt met een deflationaire schok doordat Covid-19 de vraag drukt naar goederen en diensten, arbeidsmarkten onder zware druk staan en grondstoffenprijzen laag zijn.
Deflatie door vraaguitval
Voor de korte termijn zijn Sandor Steverink, hoofd staatsobligaties bij pensioenuitvoerder APG, en Roelof Salomons, hoogleraar beleggingstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en adviseur bij Mercer, het met elkaar eens: zij voorzien deflatie door vraaguitval, vertellen zij in gesprek met Tom Jessen in de wekelijkse podcast Portfolio Update.
Salomons: ‘Na de aanbodschok door Covid-19 volgde een enorme vraaguitval. Het aanbod houdt de snel dalende vraag niet bij, ondanks het vangnet dat centrale banken en overheden hebben gecreëerd. De Verenigde Staten kenden de snelste daling van de kerninflatie sinds de jaren vijftig.’
Op lange termijn duwt de aanbodschok en deglobalisatie de prijzen omhoog, verwacht Sandor Steverink, hoofd staatsobligaties bij pensioenuitvoerder APG. Wat niet per se betekent dat we de prijserosie in gelijke mate zullen voelen. ‘Het bijzondere van de huidige situatie is dat de prijsveranderingen zo groot en verschillend zijn op bepaalde onderdelen.’
Liquiditeitsinjecties doen niets voor inflatie
Steverink denkt niet dat de huidige, enorme liquiditeitsinjecties van centrale banken van invloed zullen zijn op de inflatie. ‘Dat soort injecties hebben nog nooit geleid tot inflatie. Het doel ervan is om ervoor te zorgen dat financiële markten blijven functioneren. Dat is gelukt. Financiële markten functioneren beter dan ooit in een crisisperiode. Alleen de oliemarkt deed dat enige tijd niet doordat de Opec een achterhoedegevecht voerde. En ook het geld dat rechtstreeks in de economie wordt geïnjecteerd, levert geen inflatie op; het wordt opgepot gelet op de ongekend hoge spaarquotes in de VS en Europa.’
Een belangrijk verschil met de kredietcrisis is dat overheden geld rechtstreeks bij de consument proberen te krijgen, zegt Salomons. ‘In de Verenigde is de centrale bankbalans toegenomen met 4.000 miljard dollar, het beroep dat de overheid doet op de kapitaalmarkt is met 1.000 miljard gestegen. Er is nog altijd meer geld beschikbaar dan wordt uitgegeven, maar dit is wel iets om in de gaten te houden.’
Ook de vraag of centrale banken en overheden in de toekomst nog onafhankelijk van elkaar zullen opereren is iets om in de gaten te houden, vindt hij. ‘Een ding is zeker: we komen uit deze crisis met hogere schulden en een lagere groei. De vraag is hoe we dat gaan financieren. Een beetje inflatie zal daarbij helpen, maar als overheidsbeleid en monetair beleid niet meer onafhankelijk zijn, voelen overheden geen druk om te hervormen en gaan ze harder duwen op de centrale banken.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: