Bij ABN Amro hebben duurzame beleggingsfondsen tot 5 procent outperformance laten zien tijdens de coronacrisis zien ten opzichte van niet-duurzame equivalenten. De betere prestaties zijn deels toe te schrijven aan een sectortilt: financials en energie zijn vaak onderwogen en IT overwogen in het ESG-beleggen.
Daarnaast heeft het coronavirus laten zien dat duurzaam beleggen meer is dan oog hebben voor klimaat en milieu. De S van Social staat stevig op de kaart.
Voor de pandemie bestond de angst dat duurzaam beleggen het eerste slachtoffer zou zijn bij een crash. Tijdens de onrust op de financiële markten verkozen beleggers echter juist vaker duurzame boven niet-duurzame strategieën. Ondanks de marktdalingen in maart noteerde het Europese duurzame fondsenuniversum in het eerste kwartaal van 2020 33 miljard dollar aan instroom, terwijl er in 163 miljard dollar verdampte uit Europese fondsen, zo blijkt uit data van Morningstar.
Tot 5 procent outperformance
Die voorkeur voor duurzaam betaalde zich bovendien uit. Zowel Morningstar als MSCI maakten bekend dat het gros van de duurzame indices in het eerste kwartaal van 2020 beter presteerden dan de niet-duurzame moederindices. Bij ABN Amro hebben de duurzame fondsen tot 5 procent outperformance in die periode laten zien ten opzichte van niet-duurzame equivalenten, zegt Mary Pieterse-Bloem, hoofd obligatiebeleggingen bij ABN Amro Private Banking in de wekelijkse podcast van Fondsnieuws Portfolio Update.
Pieterse-Bloem noemt duurzaam beleggen ‘de zilveren rand rondom de donkere corona-storm’. ‘De corona-pandemie verklaart een groot deel van de outperformance. In duurzame portefeuilles zit doorgaans weinig of geen industrie, financials, energie, luchtvaart of de reisbranche. En sectoren die het relatief goed hebben gedaan, zoals technologie, zijn vaak overwogen.’
Sectoreffect
Ook Masja Zandbergen-Albers, hoofd sustainability integration bij Robeco, stelt dat het sectoreffect heeft bijgedragen aan de outperformance van duurzame strategieën. Maar dat verklaart niet de volledige outperformance, zegt zij. ‘Duurzame strategieën beleggen doorgaans wat minder in de oude economie en wat meer in grotere ondernemingen, die vaak transparanter zijn over duurzaamheid. Grote ondernemingen hebben het beter op de beurs gedaan tijdens de crisis dan kleine.’
Van portfoliomanagers krijgt Zandbergen-Albers terug dat de S van social en G van governance mede debet zijn aan de goede prestaties. Zij noemt een bredere kijk op duurzaam beleggen deels de winst van de crisis. ‘Covid-1 maakt duidelijk dat duurzaam beleggen niet alleen over het klimaat en milieu gaat. Voor de crisis hadden beleggers minder aandacht voor de S van social, onder andere omdat sociale kwesties zich lastiger laten kwantificeren dan bijvoorbeeld CO2-uitstoot. Social en governance krijgen mogelijk een zwaarder aandeel in ESG-ratings.’
Anders omgaan met stakeholders
‘De crisis dwingt bedrijven om anders om te gaan met stakeholders, iets waar duurzaamheid bij uitstek over gaat’, vervolgt zij.
‘Op korte termijn is het makkelijk om contracten in de keten niet na te komen of mensen op straat zetten. Op lange termijn is goed en loyaal personeel belangrijk; uit meerdere onderzoeken blijkt dat dat bedrijven productiever maakt. We zijn bijvoorbeeld al langere tijd in gesprek met de vleessector over de omstandigheden in fabrieken. Door het hoge aantal coronabesmettingen in de slachthuizen hoeven vleesverwerkers die hun zaken op orde hun fabrieken niet te sluiten. Soms is er een crisis nodig om verandering in gang te zetten.’
De draai naar duurzaam beleggen was al voor de corona-crisis gemaakt, zeggen zowel Pieterse-Bloem als Zandbergen-Albers. Pieterse-Bloem rondde recent met de Oxford Saïd Business School een onderzoek af dat concludeerde dat particuliere beleggers duurzamer zijn gaan beleggen in de periode januari 2016 tot december 2019.
‘Corona heeft een aantal duurzame trends in gang gezet. Zoals nieuwe vormen van werken of minder reizen met het vliegtuig. Bedrijven worden nu gedwongen te kijken hoe ze op die nieuwe trends kunnen inspelen.’