
Overstappen van de institutionele markt naar een multi family office brengt de klant een stuk dichterbij. ‘De menselijke factor in je werk neemt fors toe’, zegt Wouter Weijand, negen jaar lang cio van Providence Capital. Hij gaat met pensioen en geeft het stokje door aan Wouter Sturkenboom, die overkomt van Northern Trust Asset Management.
Bij multi family office Providence Capital volgt de ene Wouter de ander Wouter op als cio. De overdracht gaat gepaard met een drukke agenda, met onder meer flink wat afspraken met de (tientallen) externe fondsmanagers die voor de klanten van Providence beleggen. Het tweetal vond tijd om, voorafgaand aan een van die afspraken, in gesprek te gaan met Investment Officer, in een koffietent op de Zuidas. Uit het raam kijkend ziet Sturkenboom (foto) het kantoor van zijn voormalige werkgever opdoemen. Dat herinnert hem aan een belangrijke reden voor zijn overstap: ‘Jarenlang werkte ik in het buitenland en op de Zuidas, waardoor je vaak al het huis uit was voordat de kinderen wakker waren. Bij Providence, in Bussum, heb ik weer de tijd om hen naar school te brengen. Een hele mooie bijkomstigheid van mijn nieuwe baan.’
In zijn nieuwe functie krijgt de pur sang beleggingsstrateeg net zo goed ruimte voor het familiale. ‘De relatie met je klant is direct en persoonlijk’, zegt zijn voorganger Weijand. Voorafgaand aan Providence werkte Weijand mede voor een grote asset manager, en hij is zich zeer bewust van de verschillen. ‘Het beleggingsbeleid bespreken aan de keukentafel, met een pizza erbij, dat is in ieder geval niet de gewoonte in het institutionele domein.’
Takenlijstje over de schutting
De grotere persoonlijke factor in het werken voor een family office is voor Weijand (foto) een voorname reden om dit gesprek samen met zijn opvolger te voeren. ‘Ik kan toch niet zomaar mijn takenlijstje over de schutting gooien bij Wouter, ben je gek? Ik leg eer in een keurige overdracht.’ Gevallen waarin dat anders gaat, kunnen hem frustreren: ‘Hoe vaak ik het meemaak dat ik een mail stuur en iemand vertrokken blijkt te zijn! Intern kan iedereen ervan op de hoogte zijn, maar voor de buitenwereld is zoiets ontzettend verwarrend. Dat willen wij niet. Daarom neem ik nu ook de tijd om mijn opvolger goed in te werken en hierover duidelijk te communiceren.’
In zijn periode bij Providence zag Weijand het vermogen onder beheer groeien van 1,3 miljard naar ruim 3 miljard euro. Met zijn klanten bouwde hij langdurige relaties op, mede mogelijk omdat het multi family office een “overzichtelijk aantal” van zo’n honderd klanten heeft. Weijand: ‘Bij een grote institutionele partij met duizenden klanten is deze manier van werken onmogelijk. Wij kunnen bij iedere klant toelichten hoe de portefeuille is ingericht en waarom, hoewel niet alle klanten daar specifiek behoefte aan hebben.’
Experimenteren met kleingeld
Voor families met grote vermogens is die directe lijn essentieel. Hun beleggingshorizon strekt zich uit over meerdere generaties. ‘De meeste mensen denken na over de nalatenschap voor hun kinderen, maar deze families plannen voor hun kleinkinderen of achterkleinkinderen’, aldus Weijand.
Om die continuïteit van het familievermogen te waarborgen, is het belangrijk dat jongere familieleden goede begeleiding krijgen, en op tijd. Sommigen ontdekken pas op latere leeftijd hun financiële positie, terwijl anderen al vroeg een stukje financiële opvoeding krijgen van de vermogensbeheerder van hun ouders. ‘Jonge accountmanagers gaan het gesprek aan met de jongeren of geven presentaties over onderwerpen die hen interesseren, zoals crypto’, legt Weijand uit. ‘In sommige gevallen leren ze het beste door met “kleingeld” zelf te experimenteren, zonder dat de portefeuille daar veel door geraakt wordt.’
Dit zijn ander type klantrelaties dan Sturkenboom bij Northern Trust AM had, gezien zijn portefeuille met institutionele partijen: ‘Bij eerdere werkgevers gaf ik ook wel presentaties over het beleggingsbeleid aan particuliere klanten’, zegt hij, ‘maar bij Providence is de afstand tot de klant kleiner. Dat vereist aanzienlijk meer maatwerk en een meer adviserende rol dan in de institutionele markt.’
Externe managers
Wat betreft dat beleggingsbeleid: de klanten van Providence krijgen echt maatwerk, en dus een eigen asset allocatie, die past bij hun risicoprofiel en omvang van het vermogen.
Een dertigtal externe fondsbeheerders voert de beleggingen uit. Voor efficiënte markten gebruikt Providence passieve indexbeleggingen. In minder efficiënte markten - zoals opkomende economieën en smallcaps - geeft Providence de voorkeur aan actieve managers om alpha te genereren.
Sturkenboom: ‘Beleggingsstrategie is altijd mijn ‘bread and butter’ geweest en in deze functie komt daar de selectie van managers bij. Het is een heel andere werkwijze, maar een mooie toevoeging. Fijn dat Wouter er nog is om mijn kennismaking met deze werkwijze te begeleiden, net als mijn eerste contacten met de externe managers. Onze agenda’s staan vol met afspraken om hun strategieën beter te leren kennen.’
Infrastructuur
In toenemende mate zijn dat illiquide strategieën. Meer dan de helft van Providence’ klanten investeert in private markten. De beschikbare middelen worden in een pool-structuur samengevoegd, zodat toegang kan worden verkregen tot investeringsmogelijkheden die normaliter voorbehouden zijn aan institutionele partijen. Weijand noemt het voorbeeld van een groot infrastructuurfonds, inmiddels zo’n 40 miljard dollar in omvang, waarin Providence kan inleggen. ‘Met dit type beleggingen, maar ook bijvoorbeeld in private debt, zijn we de jaren rond corona, met de rentedroogte, toch goed doorgekomen’, zegt hij over het rendement ervan.
Dat neemt niet weg dat Providence aan de voorzichtige kant blijft met beleggen in private markten. Weijand: ‘Illiquide is echt illiquide, hè. Dan moet je toch denken aan periodes van zeven tot tien jaar, waarin het vermogen niet direct beschikbaar is. Bij een totaal vermogen van rond de 5 miljoen euro adviseren wij daarom maximaal 10 procent illiquide te beleggen. Dat percentage kan oplopen tot zo’n 30 procent bij grotere vermogens.’ Want beleggen in private markten past in principe natuurlijk uitstekend bij familievermogens. ‘De focus ligt immers op de lange termijn’, aldus Sturkenboom. ‘Het ligt dus voor de hand dat het aandeel van deze beleggingen in de portefeuilles van onze klanten zal toenemen.’