Bart Weijerman
weijerman-foto.jpg

Nu obligaties hun beschermende werking missen, moeten beleggers op zoek naar andere manieren om hun beleggingsportefeuilles te wapenen tegen de dalende markten. Vermogensbeheerder Bart Weijerman koopt put-opties en begrijpt niet dat dat niet méér gedaan wordt.

De meeste defensieve beleggingsportefeuilles van Nederlandse vermogensbeheerders, in de regel voor het overgrote deel gevuld met obligaties, doken procenten in de min in het eerste kwartaal van dit jaar. Na de gemiste aandelenstijging in 2021, een flinke domper voor beleggers met dit risicoprofiel. 

Bij Weijerman Vermogensbeheer houden de klanten in de defensieve strategie dit jaar vooralsnog de voeten droog, met een rendement van 1,5 procent year to date na kosten. Vorig jaar haalden ze zelfs een rendement van 11,5 procent na kosten. Over drie jaar gaat het om een geannualiseerd rendement van bijna 7 procent na kosten, over vijf jaar bijna 6 procent na kosten.

Het grote verschil tussen de meeste vermogensbeheerders en Weijerman Vermogensbeheer, is dat die laatste firma fervent gebruiker is van opties. In 2013 stopte Bart Weijerman met de aankoop van obligaties, die duur waren geworden door de dalende rente. Als alternatief kocht hij aandelen, plus het recht tot verkoop via een put-optie. 

Hoewel de bescherming goed werkte, pakte de keuze rendementstechnisch niet direct aantrekkelijk uit. Weijerman: ‘De rente daalde verder, de koersen van obligaties liepen uit. Juist obligatiebeleggers haalden hoge rendementen.’

Gunstiger gezind

Maar het huidige klimaat met een stijgende rente en oplopende inflatie is hem wel degelijk gunstiger gezind dan obligatiebeleggers. ‘Met obligaties en cash weet je momenteel zeker dat je achteruit holt’, verwoordt Weijerman. ‘Met put-opties ben je tegen betaling van een premie van 5 tot 10 procent per jaar, in alle tijden gedekt.’

Door op iedere aandelenbelegging een put te kopen, kan hij namelijk vooraf berekenen wat zijn maximale verlies is. ‘Neem Aegon. Met een put van 5 weet ik zeker dat wat er ook gebeurt met de koers van het aandeel, ik 5 terugkrijg. Ook als de beurs volledig naar nul zou gaan, of 25 procent zou dalen.’

Precies die berekening laat hij zien aan klanten, als ze vrezen voor verdere koersdalingen. ‘Als de beurs nog eens 50 procent naar beneden zou gaan, ga jij maar 5 procent mee. Maar gaat de beurs 25 procent omhoog, doe jij 15 procent mee’, doet Weijerman de uitleg voor die hij gaf na de beursdaling van 40 procent in maart 2020. ‘Daarmee heb ik zeker klanten behouden die anders misschien uit zouden stappen.’

Gevraagd naar rendementsverlies, werpt Weijerman mogelijke koerswinst tegen. ‘Neem het Duitse aandeel Bayer. Toen de koers op 52 euro stond, kocht ik het aandeel én een put 50. Het aandeel zakte verder, waarop ik mijn recht om te verkopen op 50 euro gebruikte, en een nieuwe put van 40 kocht. Dan houd je bescherming, maar haal je de koerswinst eruit als het aandeel weer stijgt na de dip. Inderdaad klom het aandeel naar 60. Ja, ik heb iets van premie betaald, maar ik heb ook veel koerswinst kunnen opstrijken.’

Re-actief beleggen

Weijerman noemt zijn aanpak “re-actief beleggen”. ‘Als er niks gebeurt met een aandeel, hoef je niks te doen, behalve opletten dat je optie niet waardeloos afloopt. Gaat de koers van een aandeel bewegen, dan moet je besluiten of je de optie opwaarts of neerwaarts vastklikt. In de regel “moet” ik vijf tot zes keer per maand een optie aanpassen.’ 

Het defensieve deel van de portefeuille doet Weijerman geheel volgens deze methode, waarbij hij het vermogen spreidt over tien tot twaalf individuele waarde-aandelen gecombineerd met put-opties. Hij kiest bewust voor waarde-aandelen omdat hij daarover dividend ontvangt, en omdat de prijs van de optiepremie binnen de perken blijft. ‘De premies op groei-aandelen zijn zo hoog, dat is bijna niet te doen. Dan moet een aandeel wel heel flink fluctueren om dat eruit te kunnen halen.’ 

Het offensieve deel vult Weijerman met trackers. ‘Daar ben ik niet onderscheidend in, maar in de defensieve aanpak wel. Ik heb ook klanten die het defensieve deel van hun portefeuille bij mij invullen en het offensieve deel elders.’

Vanuit beheerd vermogen heeft Weijerman drie risicoprofielen, “behoud” met 100 procent in individuele aandelen met putopties, waarbij hij 3 tot 4 procent rendement per jaar nastreeft. Vanuit “defensief” belegt hij voor 70 procent in individuele aandelen aandelen met putopties en voor 30 procent in aandelentrackers. Vanuit  “neutraal”, gaat het om een gelijke verdeling tussen de twee categorieën.

Obligaties

Weijerman begrijpt niet dat put-opties niet breder worden toegepast. ‘Ik hoor weinig vermogensbeheerders die ze structureel gebruiken, hoewel er links en rechts wel mee wordt gespeeld.’

Op de suggestie dat het wellicht niet aansluit op het beleid van andere beheerders, beaamt hij dat je achter je beleid moet blijven staan, maar ‘dat tijden veranderen’. ‘Ik heb ook calls geschreven, maar ben daar op een gegeven moment vanaf gestapt omdat de premies te weinig opleverden om het risico goed te maken. Dat is ook met obligaties: vroeger vormden ze de hoekstreen van een portefeuille, maar dat is niet meer zo.’

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No