Om de transactiekosten van beleggingsfondsen beter inzichtelijk te maken, is regelgeving nodig, op Europees niveau.
Dat zegt hoofd beleggingscompetence Bert van den Broek van Rabobank in gesprek met Fondsnieuws.
Rabobank geeft klanten sinds deze week op dagbasis inzicht in de kosten van hun portefeuille. Hiervoor maakt de bank onderscheid in de kosten van de eigen dienstverlening en de kosten van de onderliggende beleggingsproducten in de portefeuille.
Als het gaat om de kosten die de bank in rekening brengt, wordt in de nieuwe tooling ‘meer dan 99 procent van alle kosten’ getoond, aldus Van den Broek.
‘Alleen de wisselkosten die een belegger moet betalen als hij bijvoorbeeld een Amerikaans aandeel koopt zonder een dollarrekening te gebruiken, worden nog niet in het totaal kostenoverzicht getoond. Maar ook dit wordt binnenkort toegevoegd.’
Bij de fondskosten is echter nog wel een stap te maken. Nu toont de bank onder deze noemer de fondskosten zoals die door fondshuizen worden weergegeven in de essentiële beleggersinformatie. Dit zijn dus niet alle kosten die binnen de fondsen gemaakt worden, maar alleen de lopende kostenfactoren. Over het algemeen bestaan deze uit de management fee en servicekosten.
Transactiekosten binnen fondsen
Een belangrijke kostenpost die bij de fondskosten nog ontbreekt zijn de transactiekosten die binnen een fonds gemaakt worden. Deze zijn belangrijk omdat het om een vrij grote kostenpost kan gaan en de hoogte van deze kosten van fonds tot fonds sterk kunnen verschillen. ‘Wij kunnen deze niet tonen omdat fondshuizen ze niet rapporteren’, zegt Van den Broek.
Hij wijst erop dat in de Europese Mifid-II-richtlijn die in 2017 van kracht wordt, is opgenomen dat banken klanten inzicht moeten geven in alle kosten die samenhangen met het houden van beleggingen. Zij moeten straks de zogenoemde total costs of ownership (TCO) rapporteren.
‘Er is echter nog geen richtlijn of wet die fondshuizen verplicht de transactiekosten die zij maken te rapporteren’, merkt Van den Broek op, ‘en het staat voor zover ik weet ook nog niet vast of die er komt. Het gaat in ieder geval nog zeker 4 of 5 jaar duren voordat eventuele regelgeving er echt is, als die al gaat komen.’
Het zou volgens hem goed zijn als deze er komt, op Europees niveau.
Niet te doen
Van de kant van de fondshuizen wordt echter vaak gezegd dat het eigenlijk niet goed te doen is, precies uit te splitsen hoe hoog de gemaakte transactiekosten zijn. Dit komt doordat fondshuizen vaak handelen tegen nettoprijzen. Dat wil zeggen dat in de aan- en verkoopprijzen voor het beleggingsfonds de transactiekosten zijn inbegrepen. Hierdoor zijn de transactiekosten onzichtbaar en dus moeilijk kwantificeerbaar.
Van den Broek ziet dit probleem, maar volgens hem moet het toch mogelijk zijn een bruikbare manier af te spreken om deze kosten toch uit te splitsen. ‘Als je de winst van bedrijven en hun business units kunt berekenen, dan moet de uitsplitsing van transactiekosten over verschillende fondsen toch ook mogelijk zijn?’
Een ander verschil tussen de door Rabobank getoonde bankkosten en de getoonde fondskosten is dat de belegger bij de bankkosten wel kan zien wat hij de afgelopen 12 maanden betaald heeft. Bij de fondskosten ziet hij alleen hoe hoog deze op dat moment zijn.
‘Doordat de koersen van fondsen fluctueren verandert het totale kostenpercentage in de portefeuille ook steeds’, zegt Van den Broek. ‘Dat maakt het lastig de totale kosten in de portefeuille over het afgelopen jaar te bepalen. Natuurlijk kun je ook dit precies uitrekenen, maar daar hangt dan ook weer een prijskaartje aan. Het is de vraag of beleggers daarvoor willen betalen.’
De nu getoonde kosten geven volgens hem immers al een goede indicatie van de werkelijke kosten en zal het kostenbewustzijn bij beleggers enorm vergroten.
Grote impact
Het steeds transparanter worden van de kosten is volgens Van den Broek een goede zaak ‘die ongetwijfeld een grotere impact op beleggers zal hebben dan wij nu voorzien’.
Als gevolg van de toenemende transparantie zal het voor klanten makkelijker worden de kosten van verschillende aanbieders en van verschillende soorten dienstverlening met elkaar te vergelijken en dus zal de concurrentie toenemen, is zijn verwachting.