Rabobank beperkt de rol van dochter Schretlen als zelfstandige private bank. Rabo lanceert Rabo vermogensmanagement lokaal. Dat doet zij in samenwerking met de specialisten van Schretlen.
Nieuwe klanten vanaf 1 miljoen euro worden niet meer doorgestuurd naar Schretlen, bestaande klanten van deze eerder nog zelfstandige opererende bank mogen kiezen of ze willen blijven. Rabobank hoopt zo te kunnen groeien in private banking.
Administratie
De administratie en IT van Schretlen & Co zijn dit jaar al naar Rabobank overgegaan. Bij Schretlen blijven zo’n 100 beleggingsexperts werken. Die worden ingezet om de vermogensmanagers van lokale Rabokantoren bij te staan.
Pim Mol, hoofd private banking van Rabobank, zegt in een interview met Het Financieele Dagblad dat Schretlen een toekomst als ‘specialistenorganisatie’ tegemoet gaat. Mol: ‘Het is de volgende stap in de volwassenwording van de private bank van Rabobank.’
Kapitaalpositie
De coöperatieve bank wil volgens Mol in Nederland groeien in private banking omdat veel vermogen onder beheer goed is voor de kapitaalpositie van de bank. De bank is een grote reclamecampagne gestart voor private banking waarbij wordt ingezet op de zeer vermogende ondernemer.
Nu gaan die ondernemers, die hun bankzaken bij Rabobank doen, nog vaak voor vermogensbeheer naar concurrenten als ABN MeesPierson en Van Lanschot.
De klanten die ten minste 1 miljoen euro aan te beleggen vermogen hebben en wel hun vermogensbeheer bij Rabo doen, werden tot voor kort doorgestuurd naar de in Amsterdam gevestigde dochter Schretlen.
Die bank, sinds 1965 in handen van Rabobank, werd in 1994 omgevormd van effectenbank tot private bank.
Marktaandeel
Rabobank wilde met Schretlen groeien in de markt voor vermogende particulieren. Maar dat is nauwelijks van de grond gekomen: Schretlen had eind 2010 8,5 miljard euro onder beheer.
Ter vergelijking: Van Lanschot beheert 37 miljard euro, marktleider ABN Amro MeesPierson 165 miljard euro en de lokale Rabobanken 90 miljard euro.
De ambitie om met Schretlen te groeien, is daarom losgelaten. ‘Vroeger waren er 500 lokale Rabobanken. Het was te duur om in elke bank eigen vermogensmanagers te hebben’, zegt Pim Mol.
Niet Rabobank-waardig
Het was volgens hem logisch om een centrale partij voor vermogensbeheer te hebben met Schretlen. ‘Maar nu zijn er nog maar 139 lokale banken. Het is gek om als lokale Rabobank je klant van 1 miljoen euro helemaal naar Amsterdam te sturen, terwijl je hem al goed kent.’
In het segment van particulieren met minimaal 1miljoen euro is het marktaandeel volgens Mol nu ‘niet Rabobank-waardig’: zo’n 13 procent.
De bank is vooral groot in de markt voor klanten met 80.000 tot 1 miljoen euro. Daar is het volgens Mol marktleider met een aandeel van 30 procent. Voor de rijkere klanten moet het marktaandeel in 2015-2016 liggen op 15 tot 20 procent.
Specialisten
De rol van Schretlen verandert drastisch om dat te bereiken. Maar Mol zegt dat het niet het einde is van de 100-jarige bank. Er blijven 100 ‘specialisten’ over, die onder meer kennis hebben over vermogensstructuren, goede doelen en financiering.
‘Die kunnen niet op alle lokale banken zitten.’ De kantoren investeren in die specialisten. ‘Voor de specialisten wordt een intern verrekeningsmechanisme gebruikt.’ Een deel van de vermogensmanagers van Schretlen stapt over naar Rabobank.
Copyright: Het Financieele Dagblad, december 2011.