Precies een jaar geleden sloegen vermogensbeheerders iBeleggen en Topcapital de handen ineen en begonnen ze samen aan Bloei Vermogen. De ambitie om ook klanten met minder grote vermogens te helpen bleef, maar door toegenomen kosten voor wet- en regelgeving nam de vermogensbeheerder begin dit jaar het moeilijke besluit om voorlopig geen kleinere klanten meer te onboarden.
Eén website, één klantenportaal, één crm-systeem en één aanspreekpunt voor klanten. Door iBeleggen en Topcapital een jaar geleden samen te voegen tot Bloei, kon de vermogensbeheerder uit Amsterdam direct een efficiëntieslag maken. ‘De portefeuilles van iBleggen en Topcapital waren door de jaren heen al naar elkaar toegegroeid, dus het was een logische stap’, vertelt medeoprichter en directeur Peter van der Slikke tegenover Investment Officer.
Met de labels Bloei en Bloei Plus wordt, net als destijds bij iBeleggen en Topcapital, een onderscheid gemaakt tussen de kleinere belegger en beleggers met wat meer vermogen. ‘Met iBeleggen wilden we de kleinere belegger aanspreken en het was voor ons belangrijk om dit onder het label Bloei te blijven doen, stelt Patrick Bontje, eveneens directeur en medeoprichter van Bloei.
Hogere instapdrempel
Des te moeilijker was dan ook de beslissing om per januari van dit jaar de minimale inleg voor nieuwe klanten tijdelijk te verhogen van 25.000 naar 100.000 euro. De twee oprichters zeggen dat het door de sterke groei van het bedrijf steeds lastiger wordt om het persoonlijke contact met de klant te behouden, terwijl het onboardingsproces door strengere regelgeving veel tijd, geld en energie kost.
‘We willen telefonisch bereikbaar blijven voor de klant en tegelijk de kwaliteit van onze dienstverlening hoog houden. Daardoor moesten we de moeilijke beslissing nemen om de instapdrempel te verhogen’, aldus Bontje.
Zelfstandige toekomst
Door de toegenomen regeldruk vrezen de twee voor het voortbestaan van kleinere vermogensbeheerders. Van de circa honderdveertig vermogensbeheerders in Nederland, denkt Bontje dat ‘het rechterrijtje’ niet zal overleven. Van der Slikke vult aan: ‘Een vermogensbeheerder moet heel gezond zijn en een redelijke groei realiseren om het voortbestaan te garanderen. Bij ons is de nettowinst al jaren op hetzelfde niveau, terwijl we in deze tijd flink zijn gegroeid. Dat heeft met hogere kosten voor wet- en regelgeving te maken, maar ook met de investeringen die we deden in het bedrijf. Kleinere vermogensbeheerders krijgen het steeds lastiger.’
Bloei Vermogen heeft er wel vertrouwen in dat het in de toekomst zelfstandig kan blijven. Van der Slikke schat in dat hij elk jaar circa vijf keer wordt benaderd door geïnteresseerde kopers. Volgens hem gaat het om grote Nederlandse banken, private equity-partijen en een enkele vermogensbeheerder. ‘Anderhalf jaar geleden hebben we besloten in de komende vijf jaar zelfstandig te blijven. Dat gaat al achttien jaar goed.’
Cdd automatiseren
Als volgende stap in de verdere ontwikkeling van Bloei, willen Van der Slikke en Bontje proberen het cdd-proces wat meer te automatiseren. Dat is nu nog een arbeidsintensief proces.
Begin 2024 ging Bloei over de grens van een beheerd vermogen van 1,2 miljard euro, waardoor de vermogensbeheerder inmiddels onder een zwaardere toezichtklasse van De Nederlandsche Bank valt. ‘De eisen worden steeds zwaarder en de buffer die we moeten aanhouden steeds groter. Tegelijk is het uitzoekwerk voor de onboarding van een klant met 50.000 euro grofweg even zwaar als een klant met een miljoen. Dit speelde ook mee in het besluit om voorlopig de instapdrempel te verhogen’, legt Van der Slikke uit. ‘Onze ambitie is dat we zo snel mogelijk weer kleinere beleggers kunnen onboarden, zonder de kosten voor bestaande klanten te hoeven verhogen.’