Niet alleen de spelers in de financiële sector op wie ze van toepassing zijn, ook toezichthouders als de ESMA worstelen met de enorme hoeveelheid aan nieuwe wetten en regels.
‘Het is een uitdaging voor alle betrokkenen’, aldus Sven Kasper, expert op dit vlak bij State Street.
Volgens Kasper is men over de helft van het hervormingsproces ten aanzien van de wet- en regelgeving voor de financiële sector. Als vertrekpunt neemt hij daarbij de G20-bijeenkomst in het Amerikaanse Pittsbugh in 2009 en het proces zal voltooid zijn bij de volledige implementatie van Bazel III in januari 2019.
Ondertussen is er zowel in de VS als Europa al de nodige progressie geboekt, vertelt hij. ‘Zo zijn de meeste toezichthouders inmiddels van mening dat er een wereldwijd raamwerk is opgetuigd om de zorgen te adresseren rond de “bail-out” van financiële instellingen die als “too-big-to-fail” worden beschouwd.’
Aan de meeste wet- en regelgeving wordt echter nog gewerkt. ‘Er is nog erg veel op komst en het zal lastig zijn om dat allemaal bij te benen. De legal en compliance-afdelingen van banken en verzekeraars zullen hun handen er vol aan hebben.’
Herstel vertrouwen
Strengere regulering moet onder meer het vertrouwen in het financiële stelsel herstellen. De expert wijst op een recente peiling van het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup waaruit blijkt dat het vertrouwen in banken nog altijd fors lager is dan voor de financiële crisis.
Bovendien is volgens sommigen de crisis debet aan de huidige lage economische groei in de ontwikkelde markten.
Systeemrelevant
Onderwerp van felle discussie momenteel is het voorstel van de Financial Stability Board, een internationale club van toezichthouders, om grote asset managers en hun blockbluster-fondsen te bestempelen als ‘Globally Systemically Important Institutions’.
De focus ligt daarbij vooral op de omvang van het vermogen onder beheer. Beleggingsfondsen met meer dan 100 miljard dollar onder beheer zouden zich hiervoor kwalificeren.
Behalve op kritiek van onder meer Fidelity en BlackRock kan dit voorstel ook rekenen op weinig steun van Kasper. ‘Wij zijn het niet eens met de ondergrens zoals deze nu is voorgelegd.’
Hij verwijst verder naar een reactie van State Street Global Advisors op het voorstel. ‘Omvang, tenzij gekoppeld aan andere factoren zoals leverage, is geen betrouwbare indicator voor potentieel systeemrisico, vooral wanneer het fondsen betreft die worden beheerd op basis van gediversifieerde, zeer liquide indices’, aldus de reactie.
Securities lending
Naast leverage, ofwel beleggen met (deels) geleend geld, wordt onder meer gewezen op securities lending. Bij het uitlenen van stukken door asset managers zijn toezichthouders vooral geïnteresseerd in de onderlinge verbondenheid - wie leent uit aan wie - en het collateral, het onderpand.
Kasper: ‘Doel is om een beter zicht te krijgen op het financiële spinnenweb, zodat je uiteindelijk beter de risico’s kunt inschatten als er ergens een partij omvalt.’
Algehele impact
Of met alle wet- en regelgeving een toekomstige crisis vermeden kan worden, vindt de expert een lastig te beantwoorden vraag. ‘De algehele impact valt nog te bezien. Spreek je vijf partijen hierover, dan krijg je vijf totaal verschillende antwoorden.’
Een inherent ‘probleem’ met wet- en regelgeving meer in het algemeen is volgens Kasper bovendien dat nieuwe regels of wijzigingen vaak een reactie zijn op gebeurtenissen uit het verleden. Daarmee kan worden getracht een herhaling van een eerdere crisis te voorkomen, maar tegelijkertijd kunnen we maatregelen introduceren om toekomstige crises te identificeren.’