De verplichtingenstructuur van pensioenfondsen maakt dat het niet zinvol is om voor de performance te verwijzen naar de index. ‘De echte benchmark is namelijk niet de marktindex, maar het vermogen van het fonds om aan zijn verplichtingen te voldoen.’
Dat zegt Alan Brown, chief investment officer van de Britse vermogensbeheerder Schroders, in een gesprek met Fondsnieuws.
Pensioenfondsen spreken met vermogensbeheerders een zogenoemde asset liability management-overeenkomst af. Daarbij wordt gekeken naar de rendementen en de volatiliteit van de marktindices, die worden afgezet tegen de toekomstig uit te betalen pensioenen (liabilities).
De uitkomst van deze ALM-studie is de strategische asset allocatie. Daarin bepaalt de opdrachtgever of de vermogensbeheerder passief (beta) of actief (beta + alpha) beleid moet voeren.
Marktindex
Voor beleggers die met beta tevreden zijn, zijn passieve fondsen zoals ETF’s de uitkomst. ‘Ze zijn goedkoop en ze doen precies wat je ervan verwacht: de markt volgen,’ stelt Brown die voor State Street werkte voordat hij overstapte naar Schroders.
Maar wie voor beta kiest, moest zich realiseren dat de geincasseerde verliezen in 2008, dat een van de slechtste beursjaren was sinds 1871, zich voor indexvolgers amper laten wegwerken.
Brown vindt dat asset managers die vermogen beheren voor pensioenfondsen zich niet kunnen verlaten op het volgen van de index (beta). Dat levert volgens hem voor de opdrachtgever in het licht van de liabilities moeilijk te managen risico’s op.
Vlakke beurs
Ook moet men zich realiseren dat de stijgende aandelenmarkten sinds de jaren vijftig in historisch opzicht eerder uitzondering dan regel zijn geweest. Brown: ‘Neem Groot-Brittannië: van 1700 tot 1950 hadden de aandelenbeurzen een nagenoeg vlak verloop.’
Ter onderbouwing van nog een reden waarom pensioenfondsen volgens hem de voorkeur moeten geven aan actief beleid boven een passief beleid, laat Brown een grafiek zien: wie de top-10 dagen op de Amerikaanse beurs had gemist, zou substantieel zijn achtergebleven bij degene die 100 procent belegd was.
Maar wie daarentegen vanuit een dynamische strategie gedurende de 100 meest volatiele dagen niet zou zijn belegd, zou het daarentegen beter hebben gedaan.
Dynamische asset allocatie
Volgens Brown is met een dynamische asset allocatie een hoger rendement te behalen dan met een strategische asset allocatie.
‘Want die levert namelijk een vlak rendement op. Beleggers willen uiteindelijk noch een statische beta exposure, noch een kostbaar actief management dat enkel en alleen de index volgt.’
Volgens Brown willen institutionele beleggers als pensioenfondsen dat asset managers een echt actief management voeren, waarbij er sprake is van een dynamische asset allocatie en belegd wordt met een tienjaarshorizon. Uitgangspunt is dat aan de verplichtingen ook echt voldaan wordt.
Meer flexibiliteit
‘Belangrijk daarbij is dat de vermogensbeheerder in staat is de risico’s goed in te schatten en er ook tijdig op kan anticiperen. Want risico’s zijn niet continu aanwezig, net zo min als de kansen.’
Een vastgezette assetallocatie is volgens Brown dan ook zinloos. ‘Wat deze crisis bewijst, is dat het nodig is dat men de flexibiliteit heeft om snel in te spelen op veranderende marktomstandigheden.’