ubs_fehrenbach_brian.jpg

Vanwege de financiële repressie is het in theorie mogelijk dat de rente nog 1,5 tot 2 jaar op het historisch lage niveau blijft van dit moment, maar voor de langere termijn is de trend onmiskenbaar die van een hogere, stijgende rente en dus dalende obligatierendementen.



Dat stelt Brian Fehrenbach, portfoliomanager van het UBS Global Opportunities Unconstrained Bond Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.

Fehrenbach adviseert de stijging van de rente niet af te wachten, want dan is er bloed aan de paal. Als bij voorbeeld sprake is van een obligatie met een duratie van 5 jaar en van een rendement tot einddatum van 1,5 procent per jaar en de rente stijgt met 2 procent dan veroorzaakt dat een kapitaalverlies van 10 procent.

‘Dus moet je meer flexibiliteit in je portefeuille aanbrengen,’ stelt Fehrenbach. Hij bepleit een bredere diversificatie, wereldwijd, omdat daarmee zowel de risicoconcentratie als de krediet- en de liquiditeitsrisico’s gedrukt kunnen worden.

Obligatiecrash 1994
Fehrenbach haalt de ervaring van 1994 op, toen de obligatiemarkten werden getroffen door een serie van onverwacht snelle renteverhogingen door de Federal Reserve. In zeven stappen verhoogde de Amerikaanse centrale bank de rente van 3 procent in februari 1994 naar 6 procent een jaar later.

In dezelfde periode steeg de tienjaarsrente in de VS van 5,8 procent naar 7,7 procent en boekten alle schuldobligatietitels dat jaar een negatief rendement, waarbij langdurige staatsobligaties in die twaalf maanden zelfs 6,63 procent inleverden.

‘Risk free’ bestaat niet meer
‘Risk free assets’, zoals staatspapier doorgaans wordt genoemd, bleek niet meer te bestaan, zo toonde de ervaring van toen aan. Ze konden hun veilige haven-status in deze periode niet waarmaken. Voor Fehrenbach is dat aanleiding om breed te diversificeren en daarbij bovendien een flexibele en actieve beleggingsstrategie te voeren.

Maar om een dergelijke gediversifieerde wereldwijde benadering te realiseren is volgens hem zeer gespecialiseerde, integrale kennis nodig op het terrein van risicoconcentratie en krediet- en liquiditeitsrisico’s.

‘We weten de timing niet van het afbouwen van het opkoopprogramma (het zogenoemde ‘tapering’) in de VS niet, maar we denken wel te weten dat de economie zich blijft herstellen en dat de groei zelfs versnelt. Daarom kiezen wij voor een korte duratie en voegen wij nu liquiditeit aan de portefeuille toe.’

Geen benchmark
Het UBS Global Opportunities Unconstrained Bond Fund is in tegenstelling tot veel obligatiefondsen niet gericht op een benchmark en zoekt naar rendement uit talrijke wereldwijde vastrentende beleggingen.

Fehrenbach: ‘Daarbij moet je echter wel de flexibiliteit hebben om de exposure van het fonds naar rente, bedrijfsobligatie en valutamarkten aan te passen. Ook willen wij zowel long- als shortposities in kunnen nemen en maken we daarbij gebruik van derivaten.’

De beleggingsstrategie richt zich volgens Fehrenbach op een risicobudget, die gealloceerd wordt op basis van een risico/rendementsprofiel van individuele titels.



Het fonds heeft geen benchmarkbeperkingen, ten aanzien van bij voorbeeld duratie, yield curve, credit of valuta. Er wordt actief management gevoerd en bij de huidige volatiliteit wordt gestreefd naar een niveau op de middellange termijn van 4 tot 8 procent.

De looptijd beweegt zich tussen -3 jaar en +zes jaar. Met uitzondering van convertibles kan voor alle overige credit zowel long als shortposities worden ingenomen.

Rendement
Het fonds, dat geen benchmark heeft, vergelijkt zichzelf met US Libor 1 maand en laat (per 31 augustus, in dollars) een YtD zien van 3,23 procent, tegen 0,13 procent voor de Libor. Sinds de oprichting in mei 2006 is het jaarrendement gemiddeld 7,89 procent geweest, tegen 1,76 procent voor deze index.

Op een middellange termijn wordt gestreefd naar een rendement van Libor +6, met een volatiliteit van 8 tot 12 procent.

Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No