In de eerste jaarhelft van 2023 hebben de vijf grootste private banken van Nederland weinig veranderingen doorgevoerd in hun asset mix. Ze hielden vast aan een voorzichtige houding ten opzichte van aandelen, waardoor velen een deel van de rally misten.
Dat blijkt uit onderzoek van Investment Officer naar de neutrale beheerportefeuilles van ABN Amro, ING, InsingerGilissen, Rabobank en Van Lanschot Kempen, uitgaande van een klant met een te beleggen vermogen van 1,5 miljoen euro.
Na kosten haalden deze modelportefeuilles in de eerste zes maanden van dit jaar rendementen van 4,3 procent tot 5,5 procent, na aftrek van kosten. Gemiddeld bijna 5 procent, dus. Ten opzichte van de door de banken zelf gehanteerde benchmarks komt dat neer op relatieve rendementen van -1 tot -2,6 procent.
In hun toelichting wijzen experts van de banken op verschillende accenten, die positief en negatief hebben uitgepakt. Onder meer de keuze voor een voorzichtige houding ten opzichte van de aandelenmarkten, drukte links en rechts de rendementen. De banken hanteerden allemaal een neutrale tot (licht) onderwogen positie in aandelen.
Amerikaanse techbedrijven
Specifieker had het al dan niet belegd zijn in de grootste Amerikaanse techbedrijven zijn invloed, net als tactische voorkeuren voor defensieve aandelencategorieën of grondstoffen.
In elk geval ABN Amro en Rabobank hebben aan de aandelenzijde wat minder geprofiteerd van de enorme koerswinsten van de Magnificent Seven. Zoals Maarten Kneepkens van Van Lanschot Kempen verwoordt: ‘Zonder deze zwaargewichten is de stijging van de Amerikaanse S&P 500 dit jaar slechts marginaal. Het al of niet beleggen in al deze zeven aandelen had verregaande implicaties voor het behaalde rendement.’
Van Lanschot Kempen belegde wel in Amazon, Microsoft, Alphabet en Apple, maar niet in Nvidia, Netflix en Tesla. ‘Het gemis van deze drie werd wel deels opgevangen door andere mooie namen, zoals AMD en Salesforce, maar niet volledig’, zegt Kneepkens over de Amerikaanse aandelenportefeuille van de bank, die achterbleef bij de index.
Taoufik Boussebaa (foto) van Rabobank - dat de eerste jaarhelft het hoogste netto-rendement haalde: ‘Het is een van de redenen dat onze factorstrategie achterbleef.’ Overigens profiteerden de door Rabobank gekozen aandelenthema’s robotica en future of mobility intussen juist wél van de belangstelling voor Big Tech en AI en zaten alle zeven de Magnificent Seven wel degelijk in portefeuille.
Bij ABN Amro bleef de aandelenportefeuille achter bij de benchmark. Senior fund advisor Peter Pauw: ‘De portefeuille is - deels uit duurzaam oogpunt - niet of minder belegd in bedrijven zoals Apple, Microsoft, Meta, SAP en Nvidia. Hetzelfde geldt voor het niet-beleggen in auto- en luxegoederenfabrikanten, zoals Tesla en Amazon. Het uitsluiten hiervan kostte aanzienlijk rendement in het afgelopen half jaar.’
Overigens loonden de duurzame keuzes van ABN Amro ook: het niet-beleggen in de fossiele energiesector leverde dit jaar wél rendement op, in tegenstelling tot vorig jaar. Daarnaast lagen bij zowel ABN Amro als Rabobank de CO2-uitstoot en het ESG-risico van de portefeuille lager dan de benchmark.
Een positieve beloning voor een positie in IT was er bij ING, waar het een overwogen positie in de minder presterende financiële waarden compenseerde. De bank belegde in Apple, Microsoft, Alphabet, Amazon.com, Nvidia en Meta. Investment manager Nathan Levy: ‘Een onderwogen positie in Tesla snoepte echter veel van het rendement af. Daarnaast waren er minder presterende aandelen als Pfizer, CVS, Mastercard, Texas Instruments en Nike.’
InsingerGilissen was zelfs de hele onderzoeksperiode belegd in bijna alle Amerikaanse technologie-aandelen die in het eerste halfjaar zo flink wonnen. Wel werd deze prestatie wat getemperd door het voorzichtige voorsorteren op een eventuele negatieve invloed van renteverhogingen op economische groei en op meer risicovolle beleggingsinstrumenten, vertellen Gerwin Griffioen (foto rechtsonder) en Walter Leering (foto rechtsboven).
‘De portefeuille heeft een accent op kwaliteitsobligaties, ten koste van de aandelenallocatie. Daarnaast heeft de aandelenportefeuille enkele defensieve accenten met beleggingen in voedings- en gezondheidsbedrijven, die dit jaar tot nu toe achterbleven in een risicozoekend beursklimaat.’
InsingerGilissen is niet de enige bank, die voorzichtig belegde in de eerste jaarhelft. Ten opzichte van hun strategische asset allocaties, hanteerde geen van de banken een overwogen positie in aandelen. ING en Rabobank hadden een neutrale positie in aandelen, ABN Amro, InsingerGilissen en Van Lanschot Kempen waren onderwogen.
‘Tot op heden hebben we met onze voorzichtige houding niet ten volle kunnen profiteren van de stijging van de aandelenmarkten’, verwoordt Maarten Kneepkens van Van Lanschot Kempen. ‘Volop risico nemen, was – achteraf gezien – de beste keuze. Beleggers lijken weinig risico’s te zien en negeren signalen van de centrale banken en een afzwakkend economisch klimaat.’
Azië
ING en Rabobank haalden tot nu toe van de vijf private banken het hoogste relatieve rendement in 2023 - met 0,01 procentpunt verschil. Bij ING bleef zowel de aandelen- als de obligatieportefeuille achter bij de benchmark, maar slechts beperkt (0,2 en 0,5 procentpunt). Levy spreekt van een ‘klein negatief effect’ van de tactische asset allocatie, wijzend op de neutrale weging voor aandelen en obligaties en de invulling van de alternatieve portefeuille met posities in vastgoed, meer defensieve asset backed securities en grondstoffen. Vooral grondstoffen verloren flink, met ruim 13 procent. De regio-allocatie bij aandelen pakte beter uit, met een onderwogen positie in Pacific, exclusief Japan.
Rabobank verhoogde in de eerste jaarhelft bij de aandelensatellieten juist de weging van opkomende Azië, ten laste van EM-smallcaps. Boussebaa: ‘Vanwege de heropening van China, de China+1-strategie - waarmee bedrijven de focus verleggen naar de omringende landen - en de relatieve waardering. Deze draai heeft zich nog niet vertaald in een positief actief rendement.’
Bij ABN Amro besloot het Global Investment Committee in februari om de weging van aandelen uit opkomende markten te verhogen ten koste van de weging van aandelen uit de ontwikkelde markten. Peter Pauw (foto): ‘De hoger verwachte bedrijfswinsten door een herstellende Chinese economie en een zwakkere dollar waren redenen voor dit besluit. Het pakte negatief uit omdat aandelenmarkten uit de opkomende markten minder hard zijn gestegen dan die in de ontwikkelde markten.’
Obligaties
Bij alle vijf de onderzochte banken is de verdeling van het vermogen over aandelen, obligaties, vastgoed, alternatieven en cash min of meer hetzelfde gebleven ten opzichte van eind vorig jaar, wat niet wil zeggen dat bínnen categorieën niet is geschoven. Wel lijken het zwaartepunt van de veranderingen te liggen binnen de obligatieportefeuilles.
De keuzes lopen bovendien erg uiteen tussen de banken. Van Lanschot Kempen verschoof enkel een deel van de beleggingen in Amerikaanse bedrijfs- naar Amerikaanse staatsobligaties, met de verwachting dat de effecten van hogere rentes en afnemende economische groei de kredietwaardigheid van de Amerikaanse credits onder druk zouden kunnen zetten.
De eind 2022 gemaakte keuzes van de bank om de positie van staatsobligaties weer op te trekken naar neutraal en de onderweging van obligaties van opkomende landen om te zetten naar neutraal pakten goed uit, blikt Maarten Kneepkens (foto) terug.
InsingerGilissen verhoogde deze jaarhelft de allocatie naar staatsobligaties in deze periode ‘sterk’, ten koste van obligaties uit opkomende markten. ‘De rentevergoedingen op Europese en Amerikaanse staatsobligaties werden dit jaar aantrekkelijker, doordat beleggers meer renteverhogingen door centrale banken begonnen in te prijzen’, aldus Griffioen en Leering. Verder ruilde de bank een deel van de investment grade bedrijfsobligaties van Europa naar Amerika, met de verwachting dat de renteverschillen tussen deze continenten zouden afnemen.
Rabobank deed flink wat aanpassingen aan obligatiezijde. De bank vergroende de portefeuille en verhoogde de weging van Europese staatsleningen, van Amerikaanse inflatieleningen én van coco’s van Europese banken. Boussebaa: ‘Na de geforceerde overname van Credit Suisse door UBS – waardoor de coco’s van Credit Suisse in een klap waardeloos werden – daalden de koersen van alle coco’s scherp en liep de rente op tot boven de 10 procent. Voor ons aanleiding om coco’s bij te kopen ten laste van andere risicovolle obligaties.’
Uiteindelijk leverden vooral de posities in Europese inflation linkers en die in wereldwijde highyieldobligaties en convertibles een positieve bijdrage aan de obligatieportefeuille van Rabobank.
Overwogen duration-positie
ABN Amro nam eind januari winst binnen de staatsobligatieportefeuille, door de overwogen duration-positie te draaien naar obligaties met minder lange looptijden. In februari verlaagde de bank de weging van Europese staatsobligaties met een laag effectief rendement ten gunste van Europese staatsobligaties met een hoog effectief rendement en gedekte bedrijfsobligaties. Dat de obligatieportefeuille van ABN Amro in het eerste halfjaar een kleinere waardestijging dan de index had, komt volgens Peter Pauw vooral door de lagere weging van de meer risicovolle obligaties uit de opkomende markten en het high yield-segment versus de index.
ING tenslotte, hield dit jaar vast aan een overweging van investment grade-bedrijfsobligaties tegenover een onderweging van eurostaatsobligaties. In november 2022 koos de bank voor een overwogen positie in obligaties uit opkomende markten in harde valuta, ten koste van obligaties uit opkomende markten in lokale valuta. Deze tactische allocatie binnen obligaties had volgens Nathan Levy geen significante invloed op het rendement ten opzichte van de benchmark.
Voor wat betreft het rendement van 2,1 procent op ING’s obligatieportefeuille, wijst Levy (foto) nog op het eindejaarseffect van een aantal eurostaatsobligatie-fondsen. ‘Deze fondsen hadden geen koers op de laatste handelsdag van 2022, terwijl eurostaatsobligaties die dag fors daalden. Dit effect zie je pas terug op de eerste handelsdag van 2023. Het rendement van de eurostaatsobligaties is daardoor lager dan dat van de benchmark.’
Vooruitblik
Voor de rest van het jaar lijken de banken vast te houden aan hun behoedzaamheid. Kneepkens van Van Lanschot Kempen somt de redenen op: de vraagtekens omtrent de economische groei, een eventuele volgende rentestap door centrale banken en de verwachting dat het positieve sentiment niet houdbaar is.
Ook ING ziet ‘geen aanleiding om de neutrale weging van aandelen en obligaties in haar beleggingsstrategieën te wijzigen’. Levy: ‘Net als binnen aandelen, voeren we deze maand ook binnen obligaties geen wijzigingen door.’
Investment Officer onderzoekt sinds 2018 de meest gebruikte neutrale fondsenportefeuilles van ABN Amro, ING, InsingerGilissen, Rabobank en Van Lanschot Kempen voor vermogensbeheerklanten met een belegd vermogen van 1,5 miljoen euro. Alle vijf deelnemende banken leveren voor dit onderzoek gedetailleerde, actuele informatie aan. De invulling van de portefeuilles verschilt per bank. ABN Amro levert de resultaten van het ESG Fondsen Mandaat, ING het ING Select Fund, InsingerGilissen de Beheerstrategie Duurzaam, Rabobank die van Rabobank Beheerd Beleggen Exclusief en Van Lanschot Kempen van de portefeuille Actief.
Op de pagina Modelportefeuilles kunt u eerdere artikelen lezen over de prestaties van de portefeuilles van de Nederlandse banken. Ook vindt u hier de actuele asset allocaties van ABN Amro, ING, InsingerGilissen, Rabobank en Van Lanschot Kempen.